3.2 De crisis van de jaren 1930

3.2 De crisis van de jaren 1930
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

3.2 De crisis van de jaren 1930

Slide 1 - Tekstslide

§3.2
De crisis van de jaren 1930
BASIS
A
Gevolgen van de economische crisis
Leerdoel:
Je kunt beschrijven hoe de crisis van 1929 in de VS leidde tot armoede in Nederland..
Begrippen:
economische crisis 
B
 Wat deed de regering?
Leerdoel:
Je kunt drie maatregelen noemen die de Nederlandse regering nam vanwege de crisis.
C
Onrust in de samenleving
Leerdoel:
Waaruit blijkt de ontevredenheid van de bevolking
steunverlening
werkverschaffing
aanpassingspolitiek
 Plan van de Arbeid.
Jordaanoproer 

Slide 2 - Tekstslide

§3.2
De crisis van de jaren 1930
BASIS
A
Gevolgen van de economische crisis
Leerdoel:
Je kunt beschrijven hoe de crisis van 1929 in de VS leidde tot armoede in Nederland..
1929 : Grote economische crisis in de Verenigde Staten 
Gevolg: Amerika eiste leningen terug en kocht minder buitenlandse producten. Trof de hele wereld.
  • Fabrieken moesten sluiten veel werklozen
  • Geen uitkering dus armoede.
             

Slide 3 - Tekstslide

§2.2
De crisis van de jaren 1930
BASIS
B
Wat deed de regering?
Leerdoel:
Je kunt drie maatregelen noemen die de Nederlandse regering nam vanwege de crisis.
Wachten op een stempel

Sommige arbeiders > werkloosheidsverzekering: 60 dagen uitkering, daarna alsnog aankloppen bij de overheid

1) steunuitkering.
Vanuit de overheid is er nauwelijks steun: alleen werklozen tussen 21 en 60 jaar krijgen de Steunuitkering.
* 2 keer per dag stempelen, voorkomen zwartwerken en fraude 

Slide 4 - Tekstslide

§3.2
De crisis van de jaren 1930
BASIS
B
Wat deed de regering?
Werkverschaffing: (2)

 werkverschaffingsprojecten >
Grote projecten zoals het Amsterdams Bos en de Afsluitdijk helpen mannen aan werk en inkomen.

Slide 5 - Tekstslide

§3.2
De crisis van de jaren 1930
BASIS
B
Wat deed de regering?
De steun is vaak te laag, daarom moeten mensen ook andere hulp krijgen.
Zo krijg je bijvoorbeeld kleding, maar daar staat wél een stempel in: iedereen kan dat zien.
Je hoeft geen rijwielbelasting te betalen, maar ook dát kan iedereen zien: er is een gat geboord in het belastingplaatje.

Slide 6 - Tekstslide

§3.2
De crisis van de jaren 1930
BASIS
B
Wat deed de regering?
Aanpassingspolitiek (3)

De (minister-president) Colijn besluit dat er minder uitgaven moeten zijn, omdat er minder inkomsten zijn: Nederland moet zich aanpassen = bezuinigen!
Lonen van ambtenaren en bij de werkverschaffing gaan omlaag, net als de steunuitkering. Het maakt de problemen alleen maar groter...
Zo ziet Colijn zich graag: de leider die Nederland door de storm (crisis) heen stuurt...

Slide 7 - Tekstslide

§3.2
De crisis van de jaren 1930
BASIS
C
Onrust in de samenleving
Plan van de Arbeid

De SDAP vond dat de overheid niet moest bezuinigen, maar juist geld uitgeven om de werkloosheid en de crisis op te lossen.
Met meer werkverschaffingsprojecten en hogere lonen zouden de arbeiders meer geld te besteden hebben.
Omdat de SDAP niet in de regering zat, kwam er weinig van terecht.

Slide 8 - Tekstslide

§3.2
De crisis van de jaren 1930
BASIS
C
Onrust in de samenleving
Protesten
  • 1931 staking van textielarbeiders in Twente tegen loonsverlaging.
  • 1932 Amsterdam; staking tegen huurverhoging en loonsverlaging
  • 1934 Jordaanoproer: De verlaging van de steun én de verhoging van de huur zorgen voor rellen in de Amsterdamse wijk De Jordaan. Zes mensen komen om het leven.
  • Resultaat: de steunverlaging blijft. 

Slide 9 - Tekstslide

3. Er waren in de jaren dertig van de vorige eeuw in Nederland heel veel mensen werkloos vanwege de economische crisis. De overheid bedacht een oplossing om deze mensen toch te laten werken voor hun uitkering.
Hoe heetten de projecten waar deze mensen vanaf 1936 verplicht moesten gaan werken?

A
Werkervaringsprojecten
B
Werklozenprojecten
C
Werkverschaffingsprojecten
D
Werkkampen

Slide 10 - Quizvraag

DE NEDERLANDSE PREMIER TEN TIJDE VAN DE CRISIS VAN DE JAREN DERTIG WAS
A
RUTTE
B
DREES
C
COLIJN
D
DE GEER

Slide 11 - Quizvraag

Werkverschaffing was een oorzaak van de economische crisis van de jaren dertig
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Met welke gebeurtenis begon de economische crisis van de jaren dertig?
A
Met zwarte maandag, aandelen waren ineens niets meer waard.
B
Met zwarte donderdag, aandelen waren ineens niets meer waard.
C
Met zwarte zaterdag, aandelen waren ineens super veel geld waard.
D
Met zwarte donderdag, aandelen waren ineens super veel geld waard.

Slide 13 - Quizvraag

Koppel het begrip aan de juiste afbeelding
Stempelen
Beurskrach
Werkverschaffing
Bezuinigen

Slide 14 - Sleepvraag

Zijn de volgende onderdelen een oorzaak of gevolg van de economische crisis in Nederland?
Gevolg
Oorzaak
Economische crisis in Amerika
werkverschaffing
Steunverlening
Minder export van producten
Bezuinigen op salarissen
Banken in Amerika gaan failliet

Slide 15 - Sleepvraag

Juist of onjuist?
'Men wist nog dat veel mensen zich vernederd voelden tijdens de crisis in de jaren dertig.'
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag