In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 25 min
Onderdelen in deze les
Herhalen ordening
3 mavo
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Herhaling ordening
Examenvragen maken uit het boek
Slide 2 - Tekstslide
Wat zijn de vier rijken?
Slide 3 - Open vraag
Noem de 3 kenmerken om de vier rijken te ordenen?
A
Bladgroenkorrels, celkern en cytoplasma
B
Bladgroenkorrels, celkern en celwand
C
Blad, stengel en wortel
D
Celkern, celwand en slijmvliescellen
Slide 4 - Quizvraag
Een gewervelde wordt geboren uit een ei met kalkschaal.
A
het is een reptiel
B
het is een vogel
C
het is een amfibie
D
het is een zoogdier
Slide 5 - Quizvraag
Wanneer behoren dieren tot de gewervelden?
Slide 6 - Open vraag
Ordening verdeel je in
A
4 rijken
B
4 soorten
C
4 afdelingen
D
4 rassen
Slide 7 - Quizvraag
Wanneer kunnen geleedpotigen groeien?
A
Altijd
B
Net na het vervellen
C
Deze groeien niet meer nadat ze uit hun larve stadium zijn
D
Wanneer ze hebben voortgeplant
Slide 8 - Quizvraag
Tot welke klasse van de gewervelden hoort de toekan? Waarom?
Slide 9 - Open vraag
een gewervelde is
A
niet symmetrisch
B
tweezijdig symmetrisch
C
meerzijdig symmetrisch
Slide 10 - Quizvraag
Welke geleedpotigen kunnen meestal vliegen?
A
Spinachtigen
B
Veelpotigen
C
Kreeftachtigen
D
Insecten
Slide 11 - Quizvraag
Is dit dier gewerveld?
A
Ja
B
Nee
C
Waaraan moet ik dat zien? (leg uit)
Slide 12 - Quizvraag
Wat is geen rijk bij het ordenen?
A
Bacterien
B
Dieren
C
Mensen
D
Schimmels
Slide 13 - Quizvraag
Geleedpotigen hebben een...
A
inwendig skelet
B
uitwendig skelet
C
geen skelet
Slide 14 - Quizvraag
Dieren kun je ordenen op hun skelet. Welke groep dieren heeft een inwendig skelet?
A
Wormen
B
Geleedpotigen
C
Stekelhuidigen
D
Neteldieren
Slide 15 - Quizvraag
Biologen hebben alle organismen op aarde in groepen ingedeeld. De organismen in de afbeelding kun ook ordenen.
Welke overeenkomsten hebben de dieren in de afbeelding?
A
Huidbedekking
B
Geboren uit een kalk ei
C
Wervelkolom
D
Manier van voortbewegen
Slide 16 - Quizvraag
Een skelet is een kenmerk om dieren te ordenen
A
ja
B
nee
Slide 17 - Quizvraag
Geleedpotigen zijn:
A
tweezijdig symmetrisch
B
veelzijdig symmetrisch
C
niet symmetrisch
D
asymmetrisch
Slide 18 - Quizvraag
Tot welke groep van de gewervelden behoort een ringslang?
A
reptielen
B
amfibieën
C
zoogdieren
D
vogels
Slide 19 - Quizvraag
Bij het ordenen van organismen kijk je als eerste naar de .... (vul in)
A
celkenmerken
B
celwand
C
celkern
D
chromosomen
Slide 20 - Quizvraag
Wat waren de vijf gewervelden ook al weer....?
Slide 21 - Open vraag
Wat zijn segmenten bij geleedpotigen?
A
Het aantal poten die ze hebben
B
De poten zijn geleed
C
Stukjes lichaam waaruit het dier is opgebouwd
Slide 22 - Quizvraag
Ordenen Ordenen betekent
A
Het indelen van diersoorten in groepen
B
Het indelen van organismen in groepen
Slide 23 - Quizvraag
Celkenmerken zijn erg belangrijk bij ordenen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quizvraag
Geleedpotigen hebben een pantser die niet mee kan groeien. Hoe kan een geleedpotige wel groeien?
Slide 25 - Open vraag
Op basis van welke kenmerken ordenen we het dierenrijk in deze zeven stammen?
A
Leefomgeving en voortplanting
B
Skelet en symmetrie
C
Symmetrie en leefomgeving
D
Skelet en leefomgeving
Slide 26 - Quizvraag
De pinguïn is een ......
Je leert waarom bij het thema ordenen
A
Vis
B
Zoogdier
C
Vogel
D
Insect
Slide 27 - Quizvraag
Hiernaast zie je organismen. Welke klasse van de gewervelden hebben zij en aan welke kenmerken zie je dit? .
Slide 28 - Open vraag
Een Pissebed is een geleedpotigen, tot welke groep behoort de pissebed?
A
Duizendpoten
B
Kreeftachtigen
C
Spinachtigen
D
Insecten
Slide 29 - Quizvraag
Binnen het thema ordening, hebben we geleerd in welke stammen het dierenrijk wordt ingedeeld. Welke stam heeft een inwendig wervelkolom?
A
sponzen
B
neteldieren
C
stekelhuidigen
D
gewervelden
Slide 30 - Quizvraag
Een gewerveld dier heeft een wervelkolom
A
Waar
B
Niet waar
Slide 31 - Quizvraag
Dit dier is GEWERVELD
A
Klopt
B
Klopt niet
Slide 32 - Quizvraag
Welke dieren zijn gewerveld?
A
Vogel
B
Vogel en inktvis
C
Vogel, inktvis, en mossel
D
Inktvis en mossel
Slide 33 - Quizvraag
In de afbeelding is een zeepaardje getekend. Zeepaardjes leven in de zee. Ze leven van plankton en halen hun hele leven adem via kieuwen. Tot welke groep van de gewervelden behoort het zeepaardje?
Slide 34 - Open vraag
In de afbeelding is een hooiwagen getekend. Een hooiwagen is een geleedpotig dier. Tot welke klasse van de geleedpotigen behoort een hooiwagen?
A
Tot de duizendpoten
B
Tot de insecten
C
Tot de kreeftachtigen
D
Tot de spinachtigen
Slide 35 - Quizvraag
Zelf aan de slag
Maak de examenopgaven van H4 Ordening
Klaar? Nakijken
Leerdoel: Aan het einde van de les kan ik alle dieren indelen in het rijk waar ze thuis horen