Thema 4 - Ordening

Ontwikkelingen van het leven op aarde
Thema 4 Ordening
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ontwikkelingen van het leven op aarde
Thema 4 Ordening

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema 4 Ordening
Basisstof 1: Ontwikkeling van het leven op aarde
Basisstof 2: Organismen ordenen
Basisstof 3: Bacteriën en schimmels
Basisstof 4: Planten en dieren
Basisstof 5: Geleedpotigen en gewervelden
Basisstof 6: Organismen determineren

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
* Je kunt een tijdbalk van het leven op aarde 
    en een stamboom van organismen aflezen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkelingen van het leven op aarde
Geologische tijdschaal

Deze is onderverdeeld in tijdperken ()

De tijdperken zijn weer onderverdeeld in perioden 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkelingen van het leven op aarde
Tijdbalk van de geschiedenis van de aarde

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkelingen van het leven op aarde
  • Soorten die een gemeenschappelijke voorouder hebben, vertonen verwantschap
  • Hoe dichterbij de gemeenschappelijke voorouder in een stamboom zit, hoe meer verwant groepen zijn.
Stambomen en verwantschap

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkelingen van het leven op aarde
De stamboom van het leven
Bredere lijnen zijn grotere aantallen (bloeitijd)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkelingen van het leven op aarde
De mens stamt niet af van de apen, maar apen en mensen hebben dezelfde gemeenschappelijke voorouder

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe herken je in een stamboom een bloeiperiode van een groep organismen (dat er heel veel van zijn)?
A
De lijnen worden dikker.
B
De lijnen worden dunner.
C
De lijnen veranderen van kleur.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke soort is het meest recent ontstaan:
A of C?


A
A
B
C

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



Met welke soort toont soort B het meeste
verwantschap?
A
Soort A.
B
Soort C.
C
Soort D.
D
Soort E.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er worden twee uitspraken gedaan

1- De lippenbeer is meer verwant aan de
bruine beer dan aan de brilbeer.
2- De voorouders van de reuzenpanda
begonnen hun ontwikkeling als aparte groep
meer dan 24 miljoen jaar geleden.

zijn deze uitspraken juist?
A
Beide uitspraken zijn onjuist.
B
Beide uitspraken zijn juist.
C
Alleen de eerste uitspraak is juist.
D
Alleen de tweede uitspraak is juist.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Thema 4 Ordening
Basisstof 1: Ontwikkeling van het leven op aarde
Basisstof 2: Organismen ordenen
Basisstof 3: Bacteriën en schimmels
Basisstof 4: Planten en dieren
Basisstof 5: Geleedpotigen en gewervelden
Basisstof 6: Organismen determineren

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Organismen ordenen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Celkenmerken
Celkenmerken:
  • celkern
  • celwand
  • bladgroenkorrels
  • aantal cellen
  • relatieve grootte

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prokaryoot en eukaryoot
Prokaryoot: hebben geen celkern
Eukaryoot: hebben een celkern

Slide 16 - Tekstslide

Hoofdgroepen: prokaryoot en eukaryoot
Rijken: bacteriën, schimmels, planten en dieren
Celkenmerken

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema 4 Ordening
Basisstof 1: Ontwikkeling van het leven op aarde
Basisstof 2: Organismen ordenen
Basisstof 3: Bacteriën en schimmels
Basisstof 4: Planten en dieren
Basisstof 5: Geleedpotigen en gewervelden
Basisstof 6: Organismen determineren

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bacteriën
- Bacteriën: zijn eencellige organismen
- Bacteriën hebben een celwand.
- Bacteriën hebben geen celkern

- Bacteriën delen zich door mitose, (gewone celdeling)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reducenten
  • Bacteriën en schimmels ruimen dode organismen op. --> reducenten

  • Hierbij  komen voedingsstoffen vrij

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schimmels
Schimmels bestaan uit lange schimmeldraden.

Ze planten zich voort met sporen die groeien aan het einde van een schimmeldraad of in een speciaal voortplantingsorgaan: de !paddestoel!

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klassieke biotechnologie:
  • gebruik van micro-organismen bij voedselbereiding
    Biotechnologie

    Slide 22 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Klassieke biotechnologie:
    het hele organisme wordt gebruikt
    Moderne biotechnologie:
    een deel, het DNA, van een organisme wordt gebruikt

    genetische modificatie
    of klonen

    Slide 23 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Thema 4 Ordening
    Basisstof 1: Ontwikkeling van het leven op aarde
    Basisstof 2: Organismen ordenen
    Basisstof 3: Bacteriën en schimmels
    Basisstof 4: Planten en dieren
    Basisstof 5: Geleedpotigen en gewervelden
    Basisstof 6: Organismen determineren

    Slide 24 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Planten ordenen
    Manier van voortplanting:
    • Zaadplanten

    • Sporenplanten

    Slide 25 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Planten ordenen
    Meercellige planten worden ingedeeld bij vaatplanten.

    Uitzondering
    Mossen hebben geen vaten

    Slide 26 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Wieren (algen)
    Wieren kunnen eencellig of meercellig zijn.  
    Wieren hebben geen wortels, stengels en bladeren. 
    Eencellige wieren planten zich voort door deling. Meercellige wieren planten zich voort met sporen. 
    Boomalg en zeesla zijn voorbeelden van wieren

    Slide 27 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Dieren ordenen
    Dieren worden ingedeeld a.d.h.v. symmetrie en skelet.
    • Symmetrie: niet, tweezijdig of veelzijdig
    • Skelet: geen, inwendig of uitwendig

    Slide 28 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Dieren ordenen: Skelet

    -Inwendig skelet: Bv. mens of spons

    -Uitwendig skelet: Bv. mossel of lieveheersbeestje

    -Geen skelet: Bv. kwal of naaktslak

    Slide 29 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Dieren ordenen
    • Symmetrie
    • Tweezijdig symmetrisch
    • Veelzijdig symmetrisch
    • Niet symmetrisch

    • Het skelet
    • Geen
    • Inwendig of uitwendig
    • Been, kalk of chitine
    • Wel of geen wervelkolom

    Slide 30 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Indeling dierenrijk
    1. Sponsdieren (sponzen)
    2. Neteldieren (holtedieren)
    3.  Wormen
    4. Weekdieren
    5. Geleedpotigen
    6. Stekelhuidigen
    7. Gewervelden

    Slide 31 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Thema 4 Ordening
    Basisstof 1: Ontwikkeling van het leven op aarde
    Basisstof 2: Organismen ordenen
    Basisstof 3: Bacteriën en schimmels
    Basisstof 4: Planten en dieren
    Basisstof 5: Geleedpotigen en gewervelden
    Basisstof 6: Organismen determineren

    Slide 32 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Geleedpotigen.


    • Insecten
    • kreeftachtigen
    • spinachtigen
    • veelpotigen


    geleed=verdeeld in stukjes 


    * uitwendig skelet dat niet 

    mee kan groeien








    Slide 33 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Veelpotigen
    - Het hele lijf bestaat uit segmenten
    - Aan elk segment poten

    Slide 34 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Kreeftachtigen
    - Deel van het (achter)lijf bestaat uit segmenten 
    - 10 poten of meer

    Slide 35 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Spinachtigen (gifkakigen)
    * 8 poten
    * kopborststuk + 
    achterlijf

    Slide 36 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Insecten
    * 6 poten
    * lijf bestaat uit kop, borststuk 
    en achterlijf

    Slide 37 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Gewervelden
    Gewervelden hebben WEL een inwendig skelet

    Slide 38 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Gewervelde dieren en niet gewervelde dieren

    Slide 39 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Warmbloedig vs koudbloedig
    Warmbloedig:
    lichaamstemperatuur altijd hetzelfde (vogels, zoogdieren -wij!)

    Koudbloedig: lichaamstemperatuur past zich aan de omgeving (amfibiën, reptielen en vissen)

    Slide 40 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Gewervelden
    huid
    temperatuur
    ademhaling
    voortplanting
    milieu'/ leefomgeving
    vissen
    schubben met slijm
    koudbloedig
    kieuwen
    eieren zonder schaal
    onder water
    amfibiën
    slijm
    koudbloedig
    longen
    eieren zonder schaal
    land/water
    reptielen
    droge schubben
    koudbloedig
    longen
    eieren met leerachtige schaal
    land/water
    vogels
    veren
    warmbloedig
    longen
    eieren met kalkschaal
    in de lucht
    zoogdieren
    haren
    warmbloedig
    longen
    levendbarend
    land

    Slide 41 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Thema 4 Ordening
    Basisstof 1: Ontwikkeling van het leven op aarde
    Basisstof 2: Organismen ordenen
    Basisstof 3: Bacteriën en schimmels
    Basisstof 4: Planten en dieren
    Basisstof 5: Geleedpotigen en gewervelden
    Basisstof 6: Organismen determineren

    Slide 42 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Determineren
    * Organismen die je niet kent kunt je in een rijk of groep plaatsen door naar de kenmerken te kijken, dat heet determineren.

    Met behulp van een determineertabel kun je determineren. Hierbij volg je de vragen en kom je uiteindelijk bij de naam/ rijk van het organisme uit.

    Slide 43 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Determineren 

    Slide 44 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Determineren

    Slide 45 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Determineren 

    Slide 46 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies