Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H2 Geld genoeg, 2.4 Wie leent maakt schulden (Pincode 7e editie)
maandag 23 oktober
H2 Geld genoeg?
2.4 Wie leent maakt schulden
1 / 24
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
In deze les zitten
24 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
maandag 23 oktober
H2 Geld genoeg?
2.4 Wie leent maakt schulden
Slide 1 - Tekstslide
planning
Herhalen Theorie 2.3 Geld moet rollen
2.4 Wie leent maakt schulden oefenen
2.4 afmaken
online de oefentoets van H2 maken
samenvatting van H2 maken
Slide 2 - Tekstslide
2.4
Lesdoelen:
Aan het eind van de les:
Kun je vier leenmotieven noemen en herkennen.
Kun je de kosten van een lening berekenen.
Kun je drie kredietvormen noemen en herkennen.
Kun je uitleggen wat koop op afbetaling is.
Kun je uitleggen wat een hypotheek is.
Slide 3 - Tekstslide
Herhalen 2.3
Lesdoelen:
Nu:
Je kunt de drie geldfuncties herkennen en beschrijven. √
Je kunt veelgebruikte manieren van betalen noemen en een nieuw saldo berekenen. √
Je kunt de drie spaarmotieven noemen. √
Je kunt rente berekenen.
√
Slide 4 - Tekstslide
Welke functie van geld herken je hier?
A
Ruilmiddel
B
Spaarmiddel
C
Rekenmiddel
Slide 5 - Quizvraag
Welke functie van geld herken je hier?
A
Ruilmiddel
B
Spaarmiddel
C
Rekenmiddel
Slide 6 - Quizvraag
Welke functie van geld herken je hier?
A
Ruilmiddel
B
Spaarmiddel
C
Rekenmiddel
Slide 7 - Quizvraag
Welke vorm van betalen is het?
Betalen met je creditcard
A
Contant betalen
B
Elektronisch betalen
Slide 8 - Quizvraag
Welke vorm van betalen is het?
Betalen met briefgeld
A
Contant betalen
B
Elektronisch betalen
Slide 9 - Quizvraag
Welk spaarmotief herken je?
Sparen voor het geval dat je auto stuk gaat
A
Uit voorzorg
B
Voor de rente
C
Voor een doel
Slide 10 - Quizvraag
Welk spaarmotief herken je?
Sparen voor een nieuw spel voor op de playstation
A
Uit voorzorg
B
Voor de rente
C
Voor een doel
Slide 11 - Quizvraag
Welk spaarmotief herken je?
Je geld op een spaarrekening zetten zodat het vanzelf meer wordt
A
Uit voorzorg
B
Voor de rente
C
Voor een doel
Slide 12 - Quizvraag
Redenen om te lenen
Je kunt verschillende redenen hebben om te lenen.
Deze
leenmotieven
zijn:
een tijdelijk geldtekort
een dure aankoop niet willen uitstellen
onverwacht dringend geld nodig
aankoop van een huis
Een lening moet je kunnen terugbetalen. Lukt dat niet, dan kun je boetes krijgen.
Slide 13 - Tekstslide
Kredietkosten
Een lening bij een bank
los je af
en
je betaalt er rente over
.
Aflossing en rente samen betaal je
in termijnen
(een termijn is een vast bedrag per periode)
Aflossen
= geld terugbetalen dat je geleend hebt.
Rente
= vergoeding die je aan de bank betaalt voor het gebruiken van hun geld.
Alles wat je meer terugbetaalt dan je geleend hebt, zijn de
kredietkosten
. Die bestaan uit
rente
en uit
administratiekosten
.
Slide 14 - Tekstslide
Kredietkosten
De kredietkosten bereken je als volgt:
Bijvoorbeeld:
Je leent € 4.000 en betaalt dit in 48 maandelijkse termijnen van
€ 95 terug.
Je betaalt in totaal: 48 x € 95 = €4.560
De lening (krediet) is
€4.000 -
De kredietkosten zijn € 560
Slide 15 - Tekstslide
Wat zijn kredietkosten?
A
Het bedrag dat je hebt geleend
B
alles wat je meer terugbetaalt dan je hebt geleend
C
rente + aflossing
Slide 16 - Quizvraag
Hoeveel zijn de kredietkosten van deze lening?
A
€73
B
€2.190
C
€1.500
D
€690
Slide 17 - Quizvraag
Kredietvormen
Een
consumptief krediet
is een lening voor de aanschaf van consumptiegoederen, zoals een keuken of een caravan.
Kredietvormen
:
Slide 18 - Tekstslide
Koop op afbetaling
Soms geven winkels krediet voor een dure aankoop.
Koop op afbetaling
Je betaalt je aankoop geheel of gedeeltelijk terug in termijnen.
De rente die verwerkt is in het termijnbedrag is vaak hoog.
Bereken:
Hoeveel kost deze tablet als je deze koopt op afbetaling?
Hoeveel betaal je dus extra?
Slide 19 - Tekstslide
Hypothecaire lening
Een
hypothecaire lening
(hypotheek) is een lening voor de aankoop van een woning.
De looptijd is meestal dertig jaar.
Het huis is
onderpand
voor de bank;
De bank mag het huis verkopen als je de rente en aflossing niet meer kunt betalen.
Een deel van de betaalde hypotheekrente kun je terugkrijgen via de Belastingdienst.
Slide 20 - Tekstslide
Wat is het voordeel van huren van een woning?
Slide 21 - Open vraag
wat is het voordeel van het kopen van een huis?
Slide 22 - Open vraag
Afsluiten 2.4
Lesdoelen:
Nu:
Kun je vier leenmotieven noemen en herkennen. √
Kun je de kosten van een lening berekenen.√
Kun je drie kredietvormen noemen en herkennen. √
Kun je uitleggen wat koop op afbetaling is. √
Kun je uitleggen wat een hypotheek is.
√
Slide 23 - Tekstslide
Ik ga 25.000 lenen
in 60 maanden.
1. Wat zijn de kredietkosten?
2. Hoeveel zijn de kredietkosten in procent VAN de lening?
Slide 24 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Lenen
Januari 2019
- Les met
23 slides
door
economie voor vmbo
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3,4
economie voor vmbo
3.3 Geld lenen kost geld
Oktober 2018
- Les met
31 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
2.3 Lenen is betalen!
Augustus 2018
- Les met
35 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
3.3 Geld lenen kost geld!
September 2018
- Les met
30 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
2.3 Lenen is betalen!
Augustus 2018
- Les met
34 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
H2.4 Wie leent maakt schulden
December 2023
- Les met
23 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
H2 Geld genoeg, 2.4 Wie leent maakt schulden (Pincode 7e editie)
September 2024
- Les met
24 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
leerjaar 4 Economie hst 2. les 4 nieuw goed
Oktober 2018
- Les met
13 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4