Algemene Didactiek 21-22 Recap


Welke uitspraak over het tienerbrein is ONJUIST?
Cyclus A: De Tiener
A
​Tijdens de adolescentie wordt melatonine later afgescheiden, waardoor tieners later moe worden
B
​Het tienerbrein is volledig ontwikkeld in het 20e levensjaar
C
Tijdens de adolescentie is de prefrontale cortex volop in ontwikkeling
D
​Genen bepalen de randvoorwaarden voor de ontwikkeling, maar de leer- en leefomgeving van de tiener bepalen diens ontwikkeling
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag
OnderwijswetenschappenWOStudiejaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les


Welke uitspraak over het tienerbrein is ONJUIST?
Cyclus A: De Tiener
A
​Tijdens de adolescentie wordt melatonine later afgescheiden, waardoor tieners later moe worden
B
​Het tienerbrein is volledig ontwikkeld in het 20e levensjaar
C
Tijdens de adolescentie is de prefrontale cortex volop in ontwikkeling
D
​Genen bepalen de randvoorwaarden voor de ontwikkeling, maar de leer- en leefomgeving van de tiener bepalen diens ontwikkeling

Slide 1 - Quizvraag

Plaats de verschillende fase van het (klassieke) Directe Instructiemodel in de juiste volgorde door de fases naar het juiste vlak te slepen
Cyclus B: Structuur
Terugblik
Fase 1
Fase 2
Fase 3
Fase 4
Fase 5
Fase 6
Uitleg / instructie
Begeleide inoefening
Zelfstandige verwerking
Evaluatie
Terug- en vooruitblik

Slide 2 - Sleepvraag


​Wat zijn routines die jij hebt opgebouwd in je lessen die de leerlingen structuur bieden?
Cyclus B: Structuur

Slide 3 - Open vraag

Cyclus C: Kwaliteit van leren
Wat weet je nog over de werking van het geheugen?

Slide 4 - Woordweb


Welke uitspraak over groepsdynamiek in de klas klopt NIET?
Cyclus D: Pedagogisch handelen
A
Of er sprake is van een prettige groep, wordt bepaald door de groepsnormen en groepscohesie
B
Het is aan te raden om als docent al in de fase van 'forming' leiderschap te tonen in de klas
C
'Storming' is de groepsfase waarin leerlingen elkaar leren kennen
D
Boven-Samen gedrag bevordert de sociale veiligheid in de klas

Slide 5 - Quizvraag

Semester 2: Visie op onderwijs
Plaats de kenmerken onder de bijpassende curriculumideologie door ze te slepen naar het vak
Scholar Academic
Learner Centered
Social Efficiency
Social Reconstruction
Kenmerken
Docent = overdrager van kennis
Leerproces optimaliseren
Behoeften van maatschappij
Leraar= coach
Eigen kennis construeren
Zo duidelijk mogelijk uitleggen
Streven naar maatschappelijke gelijkheid
Confronteren met maatschappelijke crisis
Toetsing voor certificatie
Toetsing = groei in kaart brengen

Slide 6 - Sleepvraag


Wat is GEEN metacognitieve vaardigheid/strategie?
Semester 2: Metacognitie
A
Monitoren van het leerproces
B
Analogieën bedenken
C
Eerst de opdracht goed doorlezen
D
Plan van aanpak maken

Slide 7 - Quizvraag


Wat doe jij om de motivatie van leerlingen te vergroten?
Semester 2: Motivatie

Slide 8 - Open vraag


Welke uitspraak m.b.t. differentiëren is juist?
Semester 2: Uitgaan van verschillen
A
Als je differentieert in je les, geef je alle leerlingen evenveel aandacht
B
Bij convergent differentiëren ligt de nadruk met name op de hoogpresterende leerlingen
C
Bij divergent differentiëren worden leerlingen optimaal ondersteund om de gezamenlijke doelen te behalen
D
Convergent differentiëren heeft een positieve invloed op de kansengelijkheid

Slide 9 - Quizvraag

Zoek een foto op het internet die goed aansluit bij wie jij wilt zijn als docent.

Slide 10 - Open vraag