Verstandelijk gehandicaptenzorg

Verstandelijke beperking
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 150 min

Onderdelen in deze les

Verstandelijke beperking

Slide 1 - Tekstslide

Verstandelijke beperking

Slide 2 - Woordweb

Wat is een verstandelijke beperking?
Achter in ontwikkelingsniveau
 Het is lastig om dingen te begrijpen
Ondersteuning nodig met wonen, op school, en werk en in contact maken met andere mensen
gedragsproblemen of een psychische aandoening

Slide 3 - Tekstslide

Oorzaken van een vb
  • Erfelijk
  • Syndroom of stoornis (bv down syndroom)
  • Hersenen niet volgroeit tijdens zwangerschap (roken/ drinken)
  • Zuurstofgebrek bij bevalling
  • Hersenvliesontsteking, ernstig ongeluk (NAH)



Slide 4 - Tekstslide

Normaal IQ
Het gemiddelde IQ van de Nederlandse bevolking is per definitie 100. Een IQ tussen de 85 en 115 punten wordt als "normaal" beschouwd.

Slide 5 - Tekstslide

Licht verstandelijke beperking

Slide 6 - Tekstslide



Een IQ tussen de 50 en 75

Functioneren als iemand met een hoger IQ

Heeft meer begeleiding nodig

Snapt "de wereld" soms niet

Slide 7 - Tekstslide

Matig verstandelijke beperking

Slide 8 - Tekstslide


Een IQ tussen de 35 en 50

Uitvoeren van de persoonlijke verzorging, huishoudelijke taken en bepaalde banen is mogelijk maar er is meer tijd nodig om hierin zelfstandig te worden.

Begeleiding is nodig bij sociale verwachtingen, werkgerelateerde zaken zoals planning, vervoer, gezondheid en geldbeheer.

Kunnen relaties aangaan en prima communiceren

Slide 9 - Tekstslide

Ernstig verstandelijke beperking

Slide 10 - Tekstslide


Een IQ tussen de 20 en 35

Praten in korte zinnen en herhalen deze steeds. Is gericht op het hier en nu.

Geen besef van tijd en de wereld om hen heen. 

Kunnen niet zelfstandig leven.

Slide 11 - Tekstslide

Zeer ernstig verstandelijke beperking

Slide 12 - Tekstslide

Een IQ onder de 20

Praat (bijna) niet maar kan communiceren dmv gebaren.

Wensen en emoties worden vooral geuit door non-verbale, niet-symbolische communicatie.

Is in alles afhankelijk van een ander.  (EMB)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Bij welke leeftijd merkte de ouders van Sanne dat ze een beperking heeft?
A
2-3
B
3-4
C
5-6
D
6-7

Slide 15 - Quizvraag

Waaraan merkte de ouders van Sanne dat zij een beperking heeft?

Slide 16 - Open vraag

Wat is Sanne haar IQ
A
50
B
63
C
70
D
100

Slide 17 - Quizvraag

Waarom zien onbekende mensen niet altijd dat Sanne een beperking heeft?

Slide 18 - Open vraag

Hoe oefent Sanne om structuur in haar leven te krijgen?

Slide 19 - Open vraag

Wat gebeurd er met Sanne als het haar teveel wordt?

Slide 20 - Open vraag

Welke zelfstandige taken kan Sanne uitvoeren?

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Video

Wat is het verschil tussen Victor en Sanne

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Video

Wat is een meervoudige beperking?

Slide 25 - Open vraag

Hoeveel uur zorg per dag hebben de cliënten nodig?
A
12 uur
B
20 uur
C
24 uur

Slide 26 - Quizvraag

Wat kan zijn de verschillen tussen Victor en Leon en Kersten

Slide 27 - Open vraag

Wat voor activiteiten worden er aanboden?

Slide 28 - Open vraag

Opdracht: Bedenk een Creatieve en Leuke Activiteit voor Iemand met een Verstandelijke Beperking

Doel: Het doel van deze opdracht is om een activiteit te bedenken die binnen 1,5 uur kan worden uitgevoerd en geschikt is voor mensen met een verstandelijke beperking. Je zult creatief moeten zijn en nadenken over hoe je de activiteit aanpast zodat iedereen kan meedoen.

Slide 29 - Tekstslide

Instructie

Bedenk een activiteit die je binnen 1,5 uur kunt uitvoeren. Het kan een spel, een knutselproject, een korte voorstelling, of iets anders zijn. 
Zorg ervoor dat de activiteit interessant en leuk is.
Schrijf een beschrijving van je activiteit op papier. Zorg ervoor dat je uitlegt hoe de activiteit werkt, wat er nodig is, en hoe je ervoor zorgt dat mensen met een verstandelijke beperking kunnen deelnemen.
Denk na over hoe je de activiteit kunt aanpassen of vereenvoudigen om ervoor te zorgen dat iedereen kan meedoen. 
Zijn er speciale instructies, hulpmiddelen, of begeleiding nodig?
Als je eenmaal een duidelijke beschrijving hebt, deel je je idee met de klas en bespreek je hoe je ervoor zorgt dat je activiteit inclusief en leuk is voor mensen met een verstandelijke beperking.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Link