6.3 and 6.4

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

I don't have ....... reason to lie to you.
A
some
B
any

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

She wants to ask you ........... questions.
A
some
B
any

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Can I give you ........... interesting information?
A
some
B
any

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Are there ......... people who speak Tagalog in here?
A
some
B
any

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Do you sell .......... cars that run on hydrogen?
A
some
B
any

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

He lost ........... flashdrives with sensitive information.
A
some
B
any

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

How do you deal with multiple choice questions?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tip #1
Read the entire question.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tip #2
Answer it in your mind first.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tip #3
Read every answer option 
(even when you think you've spotted the right answer already)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tip #4
Eliminate wrong answers.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tip #5
Select the best answer

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tip #6
Answer the questions you know first.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tip #7
Pay attention to words like always, not, sometimes, never

Slide 15 - Tekstslide

Pay particularly close attention to the words not, sometimes, always, and never. An answer that includes always must be irrefutable. If you can find a single counterexample, then the answer is not correct. The same holds true for the word never. If an answer option includes never a single counterexample will indicate the answer is not the correct.
Tip #8
Don't second-guess yourself! Stick with your first answer.

Slide 16 - Tekstslide

Pay particularly close attention to the words not, sometimes, always, and never. An answer that includes always must be irrefutable. If you can find a single counterexample, then the answer is not correct. The same holds true for the word never. If an answer option includes never a single counterexample will indicate the answer is not the correct.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

There are ..... (veel) emergency exits in this building.
A
a lot of
B
a few
C
many
D
much

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I saw ....... (een paar) interesting tweets yesterday.
A
few
B
little
C
a few
D
a little

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

There's ..... (weinig) time left to discuss this now.
A
few
B
little
C
a few
D
a little

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I'm convinced that ........ (weinig) astronauts like space food.
A
few
B
little
C
a few
D
a little

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Would you like ........ (een beetje) water?
A
few
B
little
C
a few
D
a little

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

They haven't got ....... (veel) money.
A
a lot of
B
a little
C
many
D
much

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What's the difference between A and B?

A: A few schools in this area teach Spanish.
B: Few schools in this area teach Spanish.

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

What's the difference between A and B?

A: We had little time to work on the project.
B: We had a little time to work on the project.

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What's next?

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies