VPRO GZ H 14 Bijzonder gedrag bij mensen met een verstandelijke beperking
1 / 28
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat bedoelen we met een gedragsstoornis?
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen een hechtingsstoornis en een hechtingsproblematiek? Motiveer je antwoord door diepgang aan te brengen en theorie te verwerken.
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Zet de antwoorden op volgorde van: zeer ernstig naar licht verstandelijk beperkt.
De client heeft een vertraagde ontwikkelin, kan goed communiceren en heeft bijna geen begeleiding nodig.
De client heeft motorische problemen. Vertoont passief gedrag en communiceert ook in woorden en voorwerpen.
De client heeft redelijk goede motoriek, heeft vooral ondersteuning en voorlichting nodig.
De client leeft in zijn eigen wereld en is niet zelf redzaam. Houdt soms van knuffelen.
Slide 16 - Sleepvraag
Slide 17 - Video
Slide 18 - Video
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Verstandelijke beperking
Syndroom
Meervoudige beperking
Autisme-
spectrumstoornis
spectrumstoornis
ADHD
Beperking in het aanpassings-vermogen
Aangeboren stoornis die informatie anders verwerkt in de hersenen
Iemand die twee of meer beperkingen heeft
Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit
Ziektebeeld
Slide 21 - Sleepvraag
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Wat zijn de vooroordelen over verstandelijk beperkte mensen?
