H1. Studeren is topsport

1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo lwoo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen bij H1
  • Je leert hoe jouw brein werkt als je studeert, net zoals je zou leren hoe je spieren werken tijdens sporten. (R)
  • Je leert slimme manieren om te studeren die echt werken, zodat je beter en sneller kunt leren. (T1)
  • Je gaat na hoe goed je zelf denkt dat je iets hebt geleerd en test of dat echt zo is. (T2)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onthouden?
Probeer zoveel mogelijk lettercombinaties te onthouden in 30 sec


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onthouden?
Probeer zoveel mogelijk lettercombinaties te onthouden in 30 sec


timer
0:30
BBC - PHF - OMG - PXJ - KZQ - VTG - VXW - BMW - BDU

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke lettercombinaties heb je onthouden?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat je weet, bepaalt wat je leert!





Je ziet dat je de woorden die je al kende, sneller kunt onthouden. En niet enkel sneller, je zal ze ook beter onthouden. 
BBC - PHF - OMG - PXJ - KZQ - VTG - VXW - BMW - BDU

Slide 7 - Tekstslide

Welke van de
woorden uit de vorige lijst kon je je het
gemakkelijkst herinneren? We doen
een poging: BBC, BMW en OMG. Dat is geen toeval. Je kende die letterwoorden
namelijk al. Je ziet dat je de woorden
die je al kende, sneller kunt onthouden. En niet enkel sneller, je zal ze ook
beter onthouden. Iets leren heeft dus
niet enkel zin om de volgende toets te
halen, maar zal er ook voor zorgen dat
je later sneller en beter nieuwe dingen
kunt bijleren
Nog eens proberen...
Wat zie je op het plaatje?

Slide 8 - Open vraag

Laten we opnieuw raden: je ziet een
notenbalk, een partituur, een solsleutel … Misschien kan je de noten
zelfs lezen? Of heel misschien ben jij
een van de weinigen die nog iets anders zien. Een aantal mensen ziet in
één oogopslag Für Elise, het klassieke stuk van Ludwig von Beethoven.
Wat je weet, bepaalt dus ook wat je
ziet. Vreemd toch, niet iedereen ziet
hetzelfde, nochtans hebben we allemaal hetzelfde blaadje papier vast?
1.1 Hoe werkt je brein?
We duiken dieper in de wetenschap over hoe een brein leert,
onthoudt en vergeet. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je weet hoe het brein zintuiglijke, werk- en langetermijngeheugen gebruikt. (R)
  • Je begrijpt dat nieuwe informatie beter onthouden wordt als deze aan bestaande kennis gekoppeld kan worden. (T1)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee belangrijke lessen...
Uit de twee experimenten waar we deze les mee startten, kunnen we twee belangrijke inzichten afleiden over hoe jouw brein werkt:
  1. Nieuwe informatie wordt sneller én beter onthouden als je die kunt koppelen aan iets wat je al weet.
  2. Wat je weet, bepaalt wat je ziet.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt je brein?
In jouw brein zitten drie soorten geheugens:
  1. Je zintuiglijke geheugen slaat informatie uit je omgeving (prikkel die je ziet, voelt, hoort, ruikt en proeft) op.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt je brein?
In jouw brein zitten drie soorten geheugens:
  1. Je zintuiglijke geheugen slaat informatie uit je omgeving (prikkel die je ziet, voelt, hoort, ruikt en proeft) op.
  2. Je werkgeheugen gaat aan de slag met de informatie die je zintuiglijk geheugen selecteerde, maar dat werkgeheugen is zeer beperkt. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt je brein?
In jouw brein zitten drie soorten geheugens:
  1. Je zintuiglijke geheugen slaat informatie uit je omgeving (prikkel die je ziet, voelt, hoort, ruikt en proeft) op.
  2. Je werkgeheugen gaat aan de slag met de informatie die je zintuiglijk geheugen selecteerde, maar dat werkgeheugen is zeer beperkt. 
  3. Alles wat je weet, alles wat je kan en alles wat je hebt meegemaakt, zit opgeslagen in je langetermijngeheugen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk deel van dit model denk je dat het meest
invloed heeft op jouw studeren?
Selecteren
Organiseren
Integreren

Slide 15 - Poll

Organiseren, omdat hoe beter de informatie georganiseerd is, hoe makkelijker het is om te begrijpen en onthouden
Even in het kort...
  1. Nieuwe informatie wordt sneller én beter onthouden als je die kunt koppelen aan iets wat je al weet.
  2. Wat je weet, bepaalt wat je ziet.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.2 Wanneer heb je geleerd?
We duiken dieper in de wetenschap over hoe een brein leert,
onthoudt en vergeet. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je? Een eend
of een konijn?

Slide 18 - Open vraag

Wat zie je? Een eend of een konijn? Afhankelijk van waar je je aandacht op
richt (grote bek of lange oren) en aan welke voorkennis je dit koppelt (welke
diersoorten met een grote bek of lange oren ken je?), zie je een eend of een
konijn. Je aandacht én je voorkennis spelen een belangrijke rol.

Hoewel je naar 1 tekening kijkt, lijkt het
alsof de twee figuren, hier de eend en
het konijn, elkaar afwisselen. Je brein
probeert onder andere je voorkennis te
gebruiken om betekenis te geven aan
deze verwarrende afbeelding
Leerdoelen
  • Je weet het verschil tussen leren en presteren. (R)
  • Je bent bekent met verschillende effectieve leerstrategieën. (T1)
  • Je gaat na hoe goed je zelf denkt dat je iets hebt geleerd en test of dat echt zo is. (T2)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leren versus presteren
Leren?
Een blijvend effect in het brein 🡪 Informatie dat in het langetermijngeheugen beland.


Presteren?
Een kortdurend effect in het brein (met de mogelijkheid om tot leren te komen).

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Presteren
= Het bewerken van het kortetermijngeheugen.

Kenmerken van het kortetermijngeheugen
  • Beperkte capaciteit
  • Korte duur
  • 7 elementen (+/- 2)
  • Dubbele functie: ontvangen & zenden 🡪 langetermijngeheugen




Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leren
= Het bewerken van het langetermijngeheugen.

Kenmerken van het langetermijngeheugen
  • Onbeperkte capaciteit
  • Lange duur
  • Kennisschema's die in verbinding staan (neuronen) 



Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe pak je het leren van het volgende woordenlijstje op een effectieve manier aan?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt leren?
  • Nieuwe verbindingen maken
  • Verbindingen onderhouden en versterken
  • Verbindingen uitbreiden tot patronen en netwerken
  • Van zandpad naar snelweg

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt leren?
  • Nieuwe verbindingen maken
  • Verbindingen onderhouden en versterken
  • Verbindingen uitbreiden tot patronen en netwerken
  • Van zandpad naar snelweg

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt leren?
  • Nieuwe verbindingen maken
  • Verbindingen onderhouden en versterken
  • Verbindingen uitbreiden tot patronen en netwerken
  • Van zandpad naar snelweg

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerstrategieën
Je onthoudt meer informatie, wanneer je effectief leert. Dit doe je door het inzetten van leerstrategieën.

Door effectieve leerstrategieën te gebruiken, wordt nieuwe kennis goed opgeslagen in het langetermijngeheugen en kan je de kennis toepassen.

Maar wat zijn leerstrategieën eigenlijk?


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergeetcurve
Effectieve leerstrategie: gespreid oefenen over de tijd

Naarmate er meer over de tijd wordt geoefend wordt de vergeetcurve ook steeds minder stijl .

(met andere woorden: je onthoudt simpelweg meer)






Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even in het kort...
  1. Nieuwe informatie wordt sneller én beter onthouden als je die kunt koppelen aan iets wat je al weet.
  2. Wat je weet, bepaalt wat je ziet.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.3 Wist je dat...
We duiken dieper in de wetenschap over hoe een brein leert,
onthoudt en vergeet. 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  1. Je begrijpt dat zelfinschatting vaak onjuist is, vooral voor beginners. (T2)
  2. Je begrijpt dat multitasken niet effectief is en leidt tot slechtere prestaties. (T2)
  3. Je weet dat we zowel in woorden als beelden denken en hoe dit hun leren kan verbeteren. (T1)

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drie mythes ontkracht

Slide 32 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1. McArthur Wheeler (1995)
Op de ochtend van 19 april 1995 stond McArthur Wheeler op met een, naar zijn mening, geniaal plan. Hij smeerde zijn gezicht in met citroensap en overviel twee banken in Pittsburgh, zonder enige verdere vermomming. Een makkelijke zaak voor de politie, die hem kort daarna kon oppakken omdat hij was herkend op camerabeelden. De man zelf was compleet verrast toen hij nauwelijks een uur na de feiten werd gevat. “Maar ik had toch citroensap op?” reageerde hij verrast.

“…but I wore the juice.”

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is er aan de hand in het voorbeeld van McArthur Wheeler?
A
Citroensap werkt als schoonmaakmiddel. Wheeler gebruikte citroensap om zijn gezicht schoon te maken voor de overval.
B
Citroensap zorg voor verkleuring. Wheeler gebruikte citroensap als camouflage om niet herkend te worden door mensen
C
Citroensap werkt als onzichtbare inkt die zichtbaar wordt bij warmte. Wheeler dacht dat hij met citroensap onzichtbaar zou zijn voor beveiligingscamera's.
D
Wheeler dacht dat citroensap zijn gezicht zou beschermen tegen zonlicht.

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dunning-Kruger effect

Slide 35 - Tekstslide

Wat heeft dit nu te maken met studeren? Deze anekdote illustreert hoe mensen die ergens geen verstand van hebben, vaak onterecht heel zelfverzekerd zijn. Ze missen de expertise om te bese en dat ze het
fout hebben. Wheeler had geen inzicht in wat ervoor zorgt dat citroensap werkt als onzichtbare inkt, waardoor hij ten onrechte
dacht dat het zou werken als vermomming.
Als je maar weinig weet over iets, besef je
vaak niet dat je weinig weet. Dit kan leiden
tot overschatting van het eigen kunnen. Dit
fenomeen, dat werd onderzocht door twee
psychologen, David Dunning en Justin
Kruger, staat sindsdien bekend als het Dunning-Krugere ect.        
2. Hoe goed kun jij multitasken?
Hier onder staat een plaatje met verschillende woorden.
Het enige wat jij moet doen is hardop zeggen in welke kleur het woord geschreven staat.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Ben jij een beeld- of woorddenker?
Woorddenker
Beelddenker

Slide 37 - Poll

Deze slide heeft geen instructies


Leerstijlen???

Iedereen leert op dezelfde manier.

Leerstijlen bestaan niet, voorkeuren wel

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 
3. Dual coding Theorie
Ons werkgeheugen heeft twee soorten werkruimtes die samenwerken. 
  1. De ene ruimte is voor het verwerken van beelden en gebeurtenissen (non-verbale informatie). 
  2. De andere ruimte is voor het verwerken van woorden en taal (verbale informatie).

Als je een plaatje bij een tekst gebruikt, zorgt dat ervoor dat je hersenen de informatie op twee manieren verwerken. Dit helpt ook bij het later herinneren van de informatie, omdat je het op twee manieren hebt opgeslagen. 

Woorden en beelden samen gebruiken helpt dus iedereen om beter te leren!

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even in het kort...
  1. Zelfinschatting is moeilijk, vooral voor beginners.
  2. Multitasken is niet effectief en leidt tot slechtere prestaties.
  3. Denken in zowel woorden als beelden verbetert begrip en onthouden.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.4 Leren is niet hetzelfde als studeren
We duiken dieper in de wetenschap over hoe een brein leert,
onthoudt en vergeet. 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  1. Je kent het verschil tussen leren en studeren. (R)
  2. Je begrijpt waarom sommige leeractiviteiten meer moeite kosten en effectiever zijn dan andere. (T1)

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Natuurlijke versus culturele leerprocessen
Er bestaan twee typen leren:
  1. Biologisch/evolutionair primair leren (zoals lopen en praten) 
  2. Secundair leren (zoals lezen en rekenen).

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is het een natuurlijk of cultureel leerproces?
Lopen
A
Natuurlijk leerproces
B
Cultureel leerproces

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is het een natuurlijk of cultureel leerproces?
Rekenen
A
Natuurlijk leerproces
B
Cultureel leerproces

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is het een natuurlijk of cultureel leerproces?
Praten
A
Natuurlijk leerproces
B
Cultureel leerproces

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt leren ook alweer?
  • Nieuwe verbindingen maken
  • Verbindingen onderhouden en versterken
  • Verbindingen uitbreiden tot patronen en netwerken
  • Van zandpad naar snelweg

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt leren ook alweer?
  • Nieuwe verbindingen maken
  • Verbindingen onderhouden en versterken
  • Verbindingen uitbreiden tot patronen en netwerken
  • Van zandpad naar snelweg

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt leren ook alweer?
  • Nieuwe verbindingen maken
  • Verbindingen onderhouden en versterken
  • Verbindingen uitbreiden tot patronen en netwerken
  • Van zandpad naar snelweg

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leren gaat niet vanzelf...
Beginner versus expert:

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvattend

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is het belangrijkste dat je hebt geleerd over hoe inspanning je helpt om beter te studeren, en hoe ga je dit toepassen?

Slide 52 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

    Begrippen uit H1
  • Zintuiglijk Geheugen
  • Werkgeheugen
  • Langetermijngeheugen
  • Voorkennis
  • Aandacht
  • Diepgaand Leren
  • Zelfinschatting
  • Dunning-Kruger Effect
  • Multitasken
  • Dual Coding Theory
  • Primair Leren
  • Secundair Leren
  • Zelftesten
  • Gespreid Leren

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies