-Iets was aan de gang TOEN (
when) het werd onderbroken door een andere actie....
* Je gebruikt: 'was'/ 'were' + het werkwoord + ing om aan te geven dat iets aan de gang was...
-I was walking on the street when I saw a good friend.
-They were making a sandwich when they heard a loud noise.
-"Ik was op straat aan het lopen toen ik een goede vriend/vriendin zag." (vaak stop je even met lopen om 'hoi' te zeggen)
*Je gebruikt: de verleden tijdsvorm (werkwoord + ed / 2e vorm van het OR WW) zodra er een bijzin met 'when' staat...
- When I saw a good friend (toen ik een goede vriend(in) zag)
-When they heard a loud noise (toen ik een luid geluid hoord(e).