Les 13

Regels
Begin van de les:
  • Telefoon in de tas
  • Jas uit
  • Spullen pakken
  • Tas op de grond
  • Leesboek pakken
  • Hand opsteken = stil zijn

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Regels
Begin van de les:
  • Telefoon in de tas
  • Jas uit
  • Spullen pakken
  • Tas op de grond
  • Leesboek pakken
  • Hand opsteken = stil zijn

Slide 1 - Tekstslide

Regels
Tijdens de les:
  • Een tegelijk aan het woord
  • Tijdens uitleg is de klas stil
  • Iets vragen? Steek je vinger op
  • Twee waarschuwingen, derde waarschuwing = strafwerk of naar de gang
  • Hand opsteken = stil zijn!
  •  Op je plaats blijven zitten
  • Werkhouding telt mee op je rapport

Slide 2 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?

  • Samenvatting
  • Nakijken opdracht 18, 19 en 20, blz 65

Slide 4 - Tekstslide

Wat staat er eigenlijk?
Een samenvatting = zo kort mogelijk vertellen wat er in de tekst staat.


Slide 5 - Tekstslide

Samenvatting? Waarom?
Het helpt je bij:
  • Het begrijpen van moeilijke teksten.
  • Het voor langere tijd onthouden van informatie.

Handig voor:
  • Het voorbereiden op een toets (aardrijkskunde of geschiedenis).
  • Het maken van een boekverslag, spreekbeurt of presentatie.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe maak je een samenvatting?
  1.     Lees de hele tekst aandachtig door.
  2.     Schrijf de belangrijkste boodschap van de tekst op (hoofdgedachte).
  3.     Onderstreep of noteer de woorden en/of zinnen die belangrijk zijn voor de hoofdgedachte.
  4.     Let op: markeer of noteer niet teveel: alleen de belangrijkste informatie.
    Voorbeelden hoef je niet in de samenvatting te zetten.
  5.    Schrijf de samenvatting: maak een lopend verhaal(tje) van de tekst die je hebt gemarkeerd of opgeschreven.
  6.      Maak gebruik van de structuur van de tekst (tussenkopjes, alinea's). Vaak kun je die overnemen in de samenvatting.
  7.     Zorg ervoor dat het een logisch verhaal wordt. Schrijf dus niet klakkeloos de tekst over.
  8.     Lees de samenvatting goed door. Is het verhaal logisch? Begrijp je volgende week ook nog wat er staat en staat alles erin wat belangrijk is, in relatie tot de hoofdboodschap/hoofdvraag van het verhaal?

Herschrijf de samenvatting tot je tevreden bent.

Slide 7 - Tekstslide

Door het schrijven van een samenvatting leer je de leerstof steeds beter te begrijpen.
Zo hoef je voor de toets alleen nog maar even de samenvatting door te nemen.

Slide 8 - Tekstslide

Tips
  1. Begrijp waar de tekst over gaat voordat je begint met samenvatten!

  2.     In plaats van te onderschrepen kun je ook een schema tekenen om de structuur van de tekst weer te geven.

  3.     Stel de vijf W-vragen: wie, wat, waar, waarom, wanneer.

  4.     De hoofdgedachte van een alinea staat meestal in een kernzin. De kernzin vind je vaak in de eerste, tweede of laatste zin van de alinea! Vat de kernzin samen in je eigen woorden.

Slide 9 - Tekstslide

Niet doen!

  • Te veel onderstrepen in de tekst.

  • Een te lange samenvatting maken.

Slide 10 - Tekstslide

Nakijken

Opdracht 18, 19 en 20, blz 65

Slide 11 - Tekstslide