Present Simple & present continuous

Present Simple


Aan het einde van de les kun je:
  • de Present Simple herkennen
  • de Present Simple gebruiken
  • de Present Simple toepassen
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1-4

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Present Simple


Aan het einde van de les kun je:
  • de Present Simple herkennen
  • de Present Simple gebruiken
  • de Present Simple toepassen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over de Present Simple?
Ik weet alles al
Ik weet er een beetje van af
Het komt me wel bekend voor...
Ik weet hier nog niets over

Slide 2 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple
Gebruik je bij: feiten, gewoontes en dingen die volgens een schema gebeuren

Vaak staan er woorden in de zin als: 
always, never, sometimes, often, every, regularly, usually, normally

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple
Feiten
The sun rises in the east.

Gewoontes
I drink coffee in the morning.

Schema
The bus leaves at 8 o'clock.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple
I / you / we / they
he / she / it
+
onderwerp ww
onderwerp ww+s
-
onderwerp don't ww
onderwerp doesn't ww
?
Do onderwerp ww
Does onderwerp ww

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple
Ik
I
walk
Hij
He
walks
Zij (vrouw)
She
walks
Het
It
walks
Wij
We
walk
Zij (meervoud)
They
walk
Jij/jullie
You
walk

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple: To Be
+
I am
You are
He is
-
I am not
We are not
She is not
?
Am I
Are they
Is it?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op!
Have                                 
Cry                                           Woorden die eindigen op medeklinker+y
Fly
Crash                                      Woorden die eindigen op een s-klank
Go                                             Woorden die eindigen op een -o
Do

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herkenningswoorden
Present Simple

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Present simple:
Wat is de regel van de present simple?
A
SHIT-regel
B
hele ww (bij I, you, we, they) hele ww + s (bij he, she, it)
C
Hele werkwoord
D
Werkwoord + -ed

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple:
Welke zin is present simple?
A
I am walking to school.
B
They walked to school.
C
We have walked to school.
D
He always walks to school.

Slide 11 - Quizvraag

Present simple:
Rule Example
 Je gebruikt de tegenwoordige tijd (present simple)
als je het over het volgende hebt:
• feiten Water boils at 100 degrees.
• gewoontes I usually get up at 6.30.
• toekomst als je een rooster/tijdschema/programma hebt ;The train leaves at 7.30.
• levendig beschrijving/dramatisch effect;
In 1099 William conquers England
Altijd hele werkwoord behalve SHIT: +S
I walk -> He walks

Present simple:
Welke zin is correct?
A
I doesn't walk to school.
B
The dog doesn't walks to school.
C
She don't walks to school.
D
He doesn't walk to school.

Slide 12 - Quizvraag

Present simple:
Rule Example
 Je gebruikt de tegenwoordige tijd (present simple)
als je het over het volgende hebt:
• feiten Water boils at 100 degrees.
• gewoontes I usually get up at 6.30.
• toekomst als je een rooster/tijdschema/programma hebt ;The train leaves at 7.30.
• levendig beschrijving/dramatisch effect;
In 1099 William conquers England
Altijd hele werkwoord behalve SHIT: +S
I walk -> He walks

Present simple:
Welke zin is correct?
A
Does she plays soccer?
B
Do the teacher pay soccer?
C
Do they play soccer?
D
Does I play soccer?

Slide 13 - Quizvraag

Present simple:
Rule Example
 Je gebruikt de tegenwoordige tijd (present simple)
als je het over het volgende hebt:
• feiten Water boils at 100 degrees.
• gewoontes I usually get up at 6.30.
• toekomst als je een rooster/tijdschema/programma hebt ;The train leaves at 7.30.
• levendig beschrijving/dramatisch effect;
In 1099 William conquers England
Altijd hele werkwoord behalve SHIT: +S
I walk -> He walks

Present Simple
I


I/you/we/they

he/she/it


are
has
is
have
walk
am
laughs
'm

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

1. I like scary movies. 
2. He is walking the dog.
3. We danced all night .
4. She plays the piano. 
5. They are my parents. 
Present Simple
Niet de Present Simple
1. 
2.
3.
4
5.

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

We ___________ at 08:30 sharp!
Future Present Simple: Werkwoord tegenwoordige tijd
starts
start
starting

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

She always ___________ in the shower.
Future Present Simple: Werkwoord tegenwoordige tijd
Tekst
sings
singing
sing

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple:
(+) They .. (visit) us often.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple:
(+) She never ... (help) me with that!

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple:
(-) They ... (not work) for us.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple:
(-) She ... ( not wash) the dishes every evening.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple:
(?) ... he ... (draw) well?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Present simple:
(?) ... you ... (watch) movies?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

He ... a helmet while he is skating.
A
wear never
B
never wear
C
wears never
D
never wears

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

My shoes ... with my outfit.
A
always match
B
always matches
C
match always
D
matches always

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Present Simple gebruik je...
A
bij iets wat je aan het doen bent
B
bij iets wat je nooit doet
C
bij iets wat je vaak doet
D
bij iets wat je later gaat doen

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Link

Deze slide heeft geen instructies

 Present Simple

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous 
Present Continuous 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous


Aan het einde van de les kun je:
  • de Present Continuous herkennen
  • de Present Continuous gebruiken
  • de Present Continuous toepassen

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present continuous uitleg
Wanneer iets op dit moment een tijdje bezig is

Examples (voorbeelden):​
I am walking home from school
She is listening to music

Signal words (signaalwoorden):
Right now, at the moment, look!, listen!, now etc...

Hoe:
am/are/is + werkwoord + ing


Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous
  • Wanneer gebruik je de Present Continuous?

  • Hoe maak je de Present Continuous? 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

present continuous (algemeen)
present continuous (vragen)
present continuous (ontkenningen)

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous
  • Wanneer gebruik je de Present Continuous?

  • Hoe maak je de Present Continuous? 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present continuous uitleg
The present continuous is used to describe an action that is happening at the moment.

Examples (voorbeelden):​
I am walking home from school
She is listening to music

Signal words:
Right now, at the moment, look!, listen!, now etc...

How:
Use a form of to be: 
am/are/is + werkwoord + ing


Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present continuous uitleg
Examples (voorbeelden):​
I am walking home from school.
She is listening to music.

How:
Use a form of to be: 
am/are/is + werkwoord + ing


Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present continuous:

Wat is de regel van de present continuous?
A
hele ww+ -ed
B
shit = hele ww+ -s
C
vorm van to be (am/are/is) + hele ww+ -ing
D
ww + ing

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous:
Pick the present continuous.
A
She walks from the car park to the shopping centre.
B
She had been walking from the car park to the shopping centre.
C
She was walking from the car park to the shopping centre.
D
She is walking from the car park to the shopping centre.

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous:

Wat geef je aan met de present continuous?
A
Iets dat altijd, nooit of regelmatig gebeurt
B
Iets dat NU aan de gang is.
C
Iets dat is gebeurd in het verleden.

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present continuous: uitleg 
De present continuous speelt zich in de tegenwoordige tijd. 
Je gebruikt de present continuous bij gebeurtenissen die:
- nu gebeuren
- het vindt allemaal nu plaats. 

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous:
Pick the present continuous.
timer
0:15
A
David works every day.
B
David is taking a shower at the moment.
C
David has lost his keys
D
David lost his keys.

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous:

Wat is de regel van de present continuous?
A
ww+ - ed
B
shit = ww+-s
C
vorm van to be + ww+-ing

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous vs. Present Simple

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Link

Deze slide heeft geen instructies