Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Gewone zin - Inversie
We gaan oefenen met zinsvolgorde: de gewone zin en inversie.
Vind jij dat moeilijk?
Ja, heel moeilijk.
Een beetje moeilijk.
Nee hoor, het is makkelijk.
1 / 19
volgende
Slide 1:
Poll
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
19 slides
, met
interactieve quizzen
en
1 video
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
We gaan oefenen met zinsvolgorde: de gewone zin en inversie.
Vind jij dat moeilijk?
Ja, heel moeilijk.
Een beetje moeilijk.
Nee hoor, het is makkelijk.
Slide 1 - Poll
Weet jij wat een onderwerp is?
Ja
Nee
Slide 2 - Poll
Weet jij wat een werkwoord is?
Ja
Nee
Slide 3 - Poll
tijd
Slide 4 - Woordweb
plaats
Slide 5 - Woordweb
manier
Slide 6 - Woordweb
Sleep de tekst naar de goede vakken.
plaats
tijd
manier
maandag
hard
met de fiets
lopend
in Den Haag
op het strand
op school
in mijn bed
om half 7
om half 7
zachtjes
volgende week
Slide 7 - Sleepvraag
Slide 8 - Video
De gewone zin......
Wat staat vooraan op de 1e plaats?
A
werkwoord
B
onderwerp = wie of wat
C
plaats
D
tijd
Slide 9 - Quizvraag
De gewone zin......
Wat staat op de 2e plaats?
A
werkwoord
B
onderwerp = wie of wat
C
plaats
D
tijd
Slide 10 - Quizvraag
De gewone zin......
Wat staat op de 3e plaats?
A
werkwoord
B
onderwerp = wie of wat
C
plaats
D
tijd
Slide 11 - Quizvraag
De gewone zin......
Wat staat op de 4e plaats?
A
werkwoord
B
onderwerp = wie of wat
C
plaats
D
tijd
Slide 12 - Quizvraag
Inversie....
Wat staat vooraan op de 1e plaats?
Er zijn meer antwoorden.
A
werkwoord
B
onderwerp = wie of wat
C
plaats
D
tijd
Slide 13 - Quizvraag
Inversie
Wat staat op de 2e plaats?
A
werkwoord
B
onderwerp = wie of wat
C
plaats
D
tijd
Slide 14 - Quizvraag
Inversie
Wat staat op de 3e plaats?
A
werkwoord
B
onderwerp = wie of wat
C
plaats
D
tijd
Slide 15 - Quizvraag
Inversie.
Geef antwoord op de vragen.
Sleep de woordgroepen naar de goede plek.
Hoe ga jij naar school?
Wanneer gaat hij naar het strand?
ga
met de fiets
Ik
naar school
gaat
in mijn bed
de fiets
hij
volgende week
naar het strand
in Den Haag
de auto
Slide 16 - Sleepvraag
Gewone zin.
Geef antwoord op de vragen.
Sleep de woordgroepen naar de goede plek.
Hoe ga jij naar school?
Wanneer gaat hij naar het strand?
ga
met de fiets
Ik
naar school
gaat
in mijn bed
de fiets
hij
volgende week
naar het strand
in Den Haag
de auto
Slide 17 - Sleepvraag
Gewone zin.
Geef antwoord op de vragen.
Sleep de woordgroepen naar de goede plek.
Hoelaat gaat zij naar bed?
Hoe ga jij naar Den Haag?
ga
om 7 uur
Ik
zij
gaat
in mijn bed
met de auto
naar bed
volgende week
naar Den Haag
in Den Haag
de auto
Slide 18 - Sleepvraag
Inversie.
Geef antwoord op de vragen.
Sleep de woordgroepen naar de goede plek.
Hoelaat gaat zij naar bed?
Hoe ga jij naar Den Haag?
ga
om 7 uur
Ik
zij
gaat
in mijn bed
met de auto
naar bed
volgende week
naar Den Haag
in Den Haag
de auto
Slide 19 - Sleepvraag
Meer lessen zoals deze
Eenvoudige zin - Inversie - introductie
Mei 2021
- Les met
14 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Eenvoudige zin -- introductie
Oktober 2024
- Les met
11 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Eenvoudige zin -- introductie
September 2024
- Les met
11 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Eenvoudige zin -- introductie
Februari 2024
- Les met
13 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Eenvoudige zin -- introductie
Mei 2023
- Les met
15 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Hoofdzin - een 'gewone' zin - OPA
Mei 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
TaalCompleet A1, 7.2 Zinnen maken met 'hoe'
April 2022
- Les met
17 slides
NT2
MBO
Studiejaar 2
als maar dat omdat
Februari 2023
- Les met
34 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1