SO grammatica blok 1 KGT2

SO grammatica blok 1
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

SO grammatica blok 1

Slide 1 - Tekstslide

spellingcontrole uitzetten! 
Zet je spellingcontrole uit.
Dat doe je zo:
instellingen van je iPad - algemeen - controleer spelling - UIT
De docent komt dit zo controleren.
Je kan alvast beginnen met de toets. 

Slide 2 - Tekstslide

Dat heb je mooi gemaakt!
heb =
A
PV
B
OND
C
WWG

Slide 3 - Quizvraag

Kunnen jullie dat probleem zelf oplossen?
kunnen =
A
PV
B
OND
C
WWG

Slide 4 - Quizvraag

Wij moeten de trein naar Apeldoorn halen.
wij =
A
PV
B
OND
C
WWG

Slide 5 - Quizvraag

De dokter heeft de patiënt grondig onderzocht.
heeft onderzocht =
A
PV
B
OND
C
WWG

Slide 6 - Quizvraag

Wietske geeft Willem een klap.
Wietske =
A
PV
B
OND
C
WWG

Slide 7 - Quizvraag

Ik heb gisteren heerlijk gegeten.
Heb =
A
PV
B
heel ww
C
vdw

Slide 8 - Quizvraag

Ik heb gisteren heerlijk gegeten.
gegeten =
A
PV
B
heel ww
C
vdw

Slide 9 - Quizvraag

Wij moeten zelf onze boodschappen doen.
doen =
A
PV
B
heel ww
C
vdw

Slide 10 - Quizvraag

Mijn vader heeft de bbq aangestoken.
aangestoken =
A
PV
B
heel ww
C
vdw

Slide 11 - Quizvraag

Harrie en Henk lezen de gebruiksaanwijzing.
lezen =
A
PV
B
heel ww
C
vdw

Slide 12 - Quizvraag

Noteer hieronder een basiszin.

Slide 13 - Open vraag

Maak een zin met 3 zinsdelen. Zet streepjes tussen de zinsdelen.

Slide 14 - Open vraag

Kon je het weer niet laten?
ond =

Slide 15 - Open vraag

De politieman wilde hem aanhouden.
pv =

Slide 16 - Open vraag

Maak een zin in de t.t. waar het woordje 'maken' een pv is.

Slide 17 - Open vraag

Harrie geeft Henk een klap.
ond =

Slide 18 - Open vraag

Maak een zin in tt waarin 'maken' een heel werkwoord is.

Slide 19 - Open vraag

Maak een zin met het volgende bouwplan:
(je moet de volgorde zo aanhouden)

wie doet het - wat gebeurt er - wanneer - waar


Slide 20 - Open vraag

Maak een zin van het volgende bouwplan:
(je mag de volgorde niet veranderen)

wanneer - wat gebeurt er - wie of wat doet het - hoe - waar

Slide 21 - Open vraag

Maak een zin van 4 zinsdelen met het werkwoord 'chillen'.
Je mag het woordje 'chillen' veranderen als dat nodig is.

Slide 22 - Open vraag

Pas bij de volgende zin de getalproef toe:

De honden moeten straks nog worden uitgelaten.

Slide 23 - Open vraag

Bijna klaar...
Vergeet niet op de X te drukken en de toets in te leveren. 

Dank je wel! 



Slide 24 - Tekstslide