De Babylonische ballingschap en de Romeinen

Het jodendom: De Babylonische ballingschap en de Romeinen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Het jodendom: De Babylonische ballingschap en de Romeinen

Slide 1 - Tekstslide

Lesinhoud
H1: leer, leven en identiteit + H4, par. 2 en 3 
H2: Geschiedenis van het jodendom: 
  • Genesis: voorgeschiedenis jodendom
  • Genesis/Exodus: Abraham en Mozes
  • Koningen: David en Salomon
  • De Babylonische ballingschap en de Romeinen
H5: De joodse wereldbeschouwing 
H6: Feesten en gebruiken 

Slide 2 - Tekstslide

Herhalingsvraag: onder welke koning werd het koninkrijk Israël groot?
A
koning Saul
B
koning David
C
koning Salomon
D
koning Samuel

Slide 3 - Quizvraag

Leerdoelen
44. De leerling kan uitleggen wat de Babylonische ballingschap inhoudt.
45. De leerling kan de naam Babylon als metaforische term uitleggen.
46. De leerling kan twee belangrijke religieuze ontwikkelingen aanwijzen/herkennen die in de Babylonische ballingschap hebben plaatsgevonden. 
47. De leerling kan de relatie tussen de Klaagmuur en de tweede tempel uitleggen.

Slide 4 - Tekstslide

De Babylonische ballingschap en de Romeinen
Bestudeer leerdoel 44 t/m 47 en maak deze jezelf eigen. Hiervoor moet je:
1. H2, par. 2.1 (blz. 17), 2.2 en 2.4 lezen.
2. De tekst 'De Babylonische ballingschap' lezen, zie studiewijzer.
3. De slides van deze LessonUp bestuderen
4. De vragen in deze LessonUp beantwoorden


Slide 5 - Tekstslide

Na koning Salomon
De koningen worden gewaarschuwd door onheilsprofeten dat zij zich aan de regels van het geloof moeten houden. Als zij dit niet doen, komt er mogelijk onheil (=gevaar) op hen af. Na koning Salomon valt het koninkrijk Israël uiteen in twee delen. Het nieuwe koninkrijk Israël (waar dan 10 van de 12 stammen van Israël wonen) wordt overvallen door de Assyriërs. Deze Israëlieten gaan dan op in het rijk van de Assyriërs en raken daardoor verspreid/verdeeld en sindsdien spreekt men over 'de tien verloren stammen
van Israel’. 

Het koninkrijk van Juda blijft wat langer bestaan. Maar uiteindelijk worden zij veroverd door de Babyloniërs. Jeruzalem wordt veroverd en de tempel wordt verwoest. Deze gebeurtenis wordt gezien als een vervulling van de voorspellingen van de onheilsprofeten. 

Slide 6 - Tekstslide

De Babylonische ballingschap
De Babyloniërs  veroveren Jeruzalem
onder leiding van koning Nebukadnezar (6e eeuw v.Chr). Een aantal Israëliërs mogen blijven wonen in het gebied. Maar het grootste gedeelte wordt gedwongen vervoerd naar Babylonië: de inteligentia. Zij worden weggehaald uit Jeruzalem omdat zij zo "intelligent" zijn dat zij de 'gewone mensen' kunnen beïnvloeden om in opstand te komen tegen de Babyloniërs. 

Slide 7 - Tekstslide

Babylon/Babel
In het verhaal van de toren van Babel ben je te weten gekomen dat Babel in het Hebreeuws 'verwarren' betekend en te maken heeft met het feit dat God de mensen allemaal verschillende talen liet spreken nadat ze een toren hadden geprobeerd te bouwen om net zo hoog als God te komen. De stad Babel/Babylon wordt daarom mede aan de hand van de Babylonische ballingschap voor joden ook wel gezien als een bron van kwaad en staat symbool voor een goddeloos systeem.  Als men God niet vereerd en zich bezig houdt met andere zaken of andere goden vereerd dan God, wordt dat ook wel afgoderij genoemd. Een ander woord in het Hebreeuws hiervoor is 'hoererij'. Daarom wordt in de Bijbel voor Babel/Babylon de scheldterm 'de Hoer van Babylon' gebruikt. In de Bijbel staat de stad Babel/Babylon voor onrein. 

Slide 8 - Tekstslide

Intelligentia
De term intelligentia wordt gebruikt om de intellectuele elite van een land aan te duiden, een sociale klasse die zich bezighoudt met complexe geestelijke en creatieve thema's (gericht op de ontwikkeling, verspreiding en instandhouding van een cultuur) hierbij horen ook bijvoorbeeld kunstenaars, onderwijzers,  schrijvers en journalisten. Wanneer de intelligentia gedwongen zijn te leven in Babylon, mogen zij hun geloof wel blijven uitoefenen. Zij leven hier in betrekkelijke vrijheid. In deze periode beginnen de Israëlieten met het opschrijven van de Thora. Ook begon men te spreken over de komst van een verlosser: een messias. Op de volgende slide wordt verduidelijkt waarom men over een messias ging spreken en wat voor invloed dit later in de geschiedenis heeft gehad. 




Slide 9 - Tekstslide

De komst van een messias
Tijdens deze periode van onderdrukking gaat men binnen het jodendom hopen op iemand die hen komt verlossen van de ellende. Niet alleen van de politieke ellende (dat ze overheerst worden door de Babyloniërs) maar ook van de spirituele ellende (dat het Verbond met God weer geheeld zal worden). Later in de geschiedenis, rond het jaar 0, wijzen een aantal joden Jezus van Nazareth aan als de lang beloofde messias. Uit zijn volgelingen ontstaat later het christendom.

Slide 10 - Tekstslide

1. Ga opzoek naar twee actuele voorbeelden van personen/groepen mensen die je onder de term 'intelligentia' kunt plaatsen en leg uit waarom zij volgens jou tot de 'intelligentia' behoren. Een voorbeeld hier van (wat je dus niet meer mag gebruiken als voorbeeld) is: mensen die uitgenodigd worden bij het programma De wereld draait door, zij zijn vaak kritisch op dingen die gebeuren in de maatschappij.

Slide 11 - Open vraag

De tweede tempel
Voor de joden is het erg belangrijk zich aan alle regels van het jodendom te houden, alleen dan kunnen zij het verbond met God in stand houden. Een aantal regels gaan over de tempel. Daarom is het erg belangrijk voor de joden om de tempel te herbouwen. Dit lukt, het wordt in 515 v.Chr. voltooid. Dit keer zonder de Ark van het Verbond, die is verloren gegaan. In het jaar 70 n.Chr. wordt ook deze tempel echter verwoest, dit keer door de Romeinen. 

Uiteindelijk blijft de westmuur bleef over: de huidige klaagmuur. Waarbij joden bidden en 'klagen' over de verwoesting van de tempel en de diaspora.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

2. Geef in eigen woorden aan wat de Babyloniërs en de Romeinen te maken hebben met de huidige klaagmuur in Jeruzalem?

Slide 14 - Open vraag

De Romeinen
De joden keren weer terug naar het beloofde land en raken later onder heerschappij van de Romeinen. In het begin hebben de joden en de Romeinen een goede verstandhouding. Ondanks dat de Romeinen de baas zijn, mogen de joodse machthebbers ook hun macht blijven uitoefenen in Jeruzalem. Het gebied wordt vanaf dat moment Judea genoemd. 

Later werden de verhoudingen tussen Romeinen en joden
echt verstoord: dit leidt tot definitieve inname Jeruzalem en
verwoesting van de tempel in 70 na Christus.

Joden moeten wegvluchten en raken hun thuisland definitief kwijt. Zij raken ‘verstrooid’ over het romeinse rijk: dit wordt ook wel diaspora genoemd. 

Slide 15 - Tekstslide

3. Welk belangrijk historisch figuur leefde in de tijd van de Romeinse overheersing in Judea en zorgde voor opstanden in Jeruzalem?

Slide 16 - Open vraag

4. Wat betekent diaspora letterlijk?

Slide 17 - Open vraag

Terugkoppeling leerdoelen
44. De leerling kan uitleggen wat de Babylonische ballingschap inhoudt.
45. De leerling kan de naam Babylon als metaforische term uitleggen.
46. De leerling kan twee belangrijke religieuze ontwikkelingen aanwijzen/herkennen die in de Babylonische ballingschap hebben plaatsgevonden. 
47. De leerling kan de relatie tussen de Klaagmuur en de tweede tempel uitleggen.

Slide 18 - Tekstslide

Volgende week
H1: leer, leven en identiteit + H4, par. 2 en 3 
H2: Geschiedenis van het jodendom: 
  • Genesis: voorgeschiedenis jodendom
  • Genesis/Exodus: Abraham en Mozes
  • Koningen: David en Salomon
  • De Babylonische ballingschap en de Romeinen
H5: De joodse wereldbeschouwing 
H6: Feesten en gebruiken 

Slide 19 - Tekstslide