DOEL week 6

DOELGROEPEN
Les 6
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
DoelgroepenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

DOELGROEPEN
Les 6

Slide 1 - Tekstslide

Programma vandaag
  • Inleiding (overzicht leerlijn, toets en huiswerk)
  • Terugkijken op vorige week
  • Opdracht zieke cliënten
  • Huiswerk voor volgende week


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Even herhalen 
stoornissen 
beperkingen
handicaps




      11 Stellingen; waar of niet waar?

LET OP: Het gaat SNEL!!

Slide 5 - Tekstslide

Een stoornis geeft aan waar het defect zit
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Een handicap is hetzelfde als een beperking
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Beperkingen kan je verdelen in lichamelijk en verstandelijk
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Beperkingen zijn altijd aangeboren
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Slechtziendheid is een zintuiglijke beperking
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Een verstandelijke beperking kan ook aangeboren zijn
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Bij motorische beperkingen werken de zintuigen niet naar behoren
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Longziektes zijn voorbeelden van orgaanbeperkingen
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Mensen met een motorische beperking help je door ze zoveel mogelijk zelf te laten doen
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Mensen met een orgaanbeperking hebben vooral begrip nodig
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Bij een zintuiglijke beperking gaat het om communicatie
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

pak je boek vanaf blz 71

Slide 18 - Tekstslide

HPO283-4
https://LessonUp.app/invite/group/iqeqd
  • klik op inloggen
  • kies "met microsoft"
  • log in met je nova account
  • klik op de klas
  • klik op "doelgroepen"
  • klik op DOEL week 6
  • ga naar dia 23
  • maak vanaf daar

Slide 19 - Tekstslide

HPO281-2
https://LessonUp.app/invite/group/klaio
  • klik op accepteer
  • klik op de klas
  • klik op "doelgroepen"
  • klik op DOEL week 6
  • ga naar dia en 23 en maak vanaf daar

Slide 20 - Tekstslide

4.4 verstandelijke beperkingen
(blz 71-73)
Wat is een verstandelijke beperking?

Slide 21 - Open vraag

wat is GEEN oorzaak van een verstandelijke beperking?
A
Een beschadiging van de hersenen
B
Te laat geboren
C
Een afwijking in de genen
D
Een gevolg van een ongeluk of ziekte

Slide 22 - Quizvraag

Verstandelijke beperkingen worden ingedeeld in ernst van de beperking
zet in de juiste volgorde van ernstig naar minder ernstig
1. een                                    verstandelijke beperking;
2. een                                   verstandelijke beperking;
3. een                                   verstandelijke beperking;
4. een                                   verstandelijke beperking.

zeer ernstige 
ernstige 
matige
lichte

Slide 23 - Sleepvraag

Vat hieronder in je eigen woorden samen waar je in het algemeen op let bij een de begeleiding van iemand met een verstandelijke beperking

Slide 24 - Open vraag

Wat is active support?

Slide 25 - Open vraag

Wat is snoezelen?

Slide 26 - Open vraag

4.5 psychiatrische stoornissen
wat hoort NIET bij een psychiatrische stoornis?
A
met dat gedrag zichzelf en/of de omgeving ongemak bezorgen
B
zelf hier geen verandering in kunnen aanbrengen
C
afwijkend gedrag vertonen
D
anders zijn dan normaal

Slide 27 - Quizvraag

noem een aantal voorbeelden van psychiatrische stoornissen

Slide 28 - Woordweb

Wat is een psychose?
A
Stoornis waarbij de cliënt in een andere wereld leeft
B
Zwakke zenuwen, onredelijke angsten treden op.
C
Een stemmingsstoornis, waarbij de stemming somber is

Slide 29 - Quizvraag

Wat is een neurose?
A
Stoornis waarbij de cliënt in een andere wereld leeft
B
Zwakke zenuwen, onredelijke angsten treden op.
C
Een stemmingsstoornis, waarbij de stemming somber is

Slide 30 - Quizvraag

Wat is een depressie?
A
Stoornis waarbij de cliënt in een andere wereld leeft
B
Zwakke zenuwen, onredelijke angsten treden op.
C
Een stemmingsstoornis, waarbij de stemming somber is

Slide 31 - Quizvraag

Waar let je op bij de begeleiding van iemand met een psychiatrische stoornis?

Slide 32 - Open vraag

4.6 Dementie (blz. 75-78)
Wat is dementie?

A
Zwakke zenuwen, onredelijke angsten treden op.
B
Een stemmingsstoornis, waarbij de stemming somber is
C
Ongeneeslijke ziekte van de hersenen. Komt vooral bij ouderen voor.

Slide 33 - Quizvraag

Mensen met dementie kan je indelen in drie groepen.
Sleep de juiste groep naar de juiste soort begeleiding
Ze kunnen nog veel zelf maar hebben begeleiding nodig bij de dagelijkse gang van zaken
Ze kunnen veel minder zelf en hebben behoefte aan verzorging
Ze kunnen niks meer zelf, hebben behoefte aan volledige en intensieve verzorging en verpleging
begeleidings-behoeftigen
verzorgings-behoeftigen
verplegings-behoeftigen

Slide 34 - Sleepvraag

waar staat ROB voor?
A
realiteits oriëntatie benadering
B
richtings oriëntatie benadering
C
realiteits organisatie belang
D
richtings organisatie benadering

Slide 35 - Quizvraag

Leg uit wat je doet bij ROB

Slide 36 - Open vraag

Leg uit wat je doet bij belevingsgerichte zorg

Slide 37 - Open vraag

Wat betekent validation?
A
geluk
B
waardering
C
beleving
D
dementie

Slide 38 - Quizvraag

Wat doe je bij validation?

Slide 39 - Open vraag

Wat doe je bij warme zorg?

Slide 40 - Open vraag

Slide 41 - Tekstslide