Donderdag 19 oktober 2023

Donderdag 19 oktober 2023
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
ANT2+Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Donderdag 19 oktober 2023

Slide 1 - Tekstslide

Woordenschat

Slide 2 - Tekstslide

drinken
  • door je mond naar binnen
  • komt in je buik
  • ik drink - wij drinken
  • zin: Ik drink elke dag 2 liter water. 
  • zin: Als ik sport moet ik veel drinken.

Slide 3 - Tekstslide

duur
  • iets wat veel geld kost
  • duur < > goedkoop
  • zin: De jas is heel duur.
  • zin: Deze dure schoenen vind ik heel mooi.

Slide 4 - Tekstslide

de energiedrank
  • drank die je energie geeft
  • drank met veel suiker
  • in een blikje
  • de drank - de dranken
  • zin: Als ik moe ben drink ik een energiedrank.

Slide 5 - Tekstslide

eten
  • iets in je mond stoppen
  • werkwoord
  • ik eet - wij eten 
  • zin: Ik eet graag een appel.
  • zin: Wij eten altijd om 6 uur.

Slide 6 - Tekstslide

de euro
  • het geld in Nederland / Europa 
  • munten en briefjes
  • de euro - de euro's
  • zin: Een brood kost 2 euro.
  • zin: Ik moet 5 euro betalen.

Slide 7 - Tekstslide

flink
  • zeer of hard
  • heel erg
  • zin: Een telefoon is flink duur.
  • zin: Het waait en regent flink.

Slide 8 - Tekstslide

het fruit
  • zachte vruchten van bomen en struiken die je kunt eten, zoals appels en peren. 
  • zin: Op de fruitschaal liggen een paar stukken fruit. 
  • zin: Fruit eten is gezond. 

Slide 9 - Tekstslide

15
Welk eten is duur?

Slide 10 - Woordweb

Welk woord staat hier?

ejknardeigrene
timer
0:30
16
A
eigenaardig
B
energiedranken
C
energiedrank
D
energiedrankje

Slide 11 - Quizvraag

Hoe vaak hoor je het woord

eten?
17
A
2 keer
B
4 keer
C
3 keer
D
5 keer

Slide 12 - Quizvraag

21
euro
ander geld

Slide 13 - Sleepvraag

Welke zin betekent hetzelfde?

Het regent en waait flink.
19
A
Het regent en waait heel erg.
B
Het regent en het waait niet.
C
Het regent en waait een beetje.
D
Het regent en het waait hard.

Slide 14 - Quizvraag

Maak een zin met het woord:
euro
18

Slide 15 - Open vraag

Op welk plaatje zie je:
fruit?
20
A
B
C
D

Slide 16 - Quizvraag

Wat zou jij doen als je heel veel geld had?
21

Slide 17 - Open vraag

Welke afbeelding hoort bij het woord:
duur
A
B
C
D

Slide 18 - Quizvraag

Welke afbeelding hoort bij het woord:
drinken
A
B
C
D

Slide 19 - Quizvraag

Melk is een vloeistof dat je kunt ..............
A
tekenen
B
drinken
C
knippen
D
eten

Slide 20 - Quizvraag

De tegenstelling van goedkoop is..................
A
hoog
B
klein
C
groot
D
duur

Slide 21 - Quizvraag

Een energiedrank is .................
A
gezond
B
ongezond

Slide 22 - Quizvraag

Welk teken hoort bij de euro?
A
B
C
D

Slide 23 - Quizvraag