A2c - Periode 1, les 11 - Gse (11-10-2021) (=Hoofdstuk 4 Les 1)

Bienvenidos
¿Qué día y qué fecha es hoy?
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Bienvenidos
¿Qué día y qué fecha es hoy?

Slide 1 - Tekstslide

El programa














  • 5m - info



  • 25m  - Vocab + intro 'Unidad 4'
  • 10m - Verbos ' ir'  + 'gustar' 
  • 5m - Los números de 0-100
  • 15m - Practicar








  • Los deberes
  • Evaluación

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen van dit hoofdstuk :
- je herhaalt de regelmatige ww
- je herhaalt gustar
- je leert de onregelmatige ww: hacer, jugar, salir, ir
- je leert de wederkerende ww : levantarse en acostarse
- je leert praten over activiteiten en hobby's, kloktijden en dagen van de week
- je leert zeggen hoe vaak je iets doet
- je leert de uitspraak en spelling van de z,s,c





Slide 3 - Tekstslide

Toetsen bij dit hoofdstuk 
SO --> deel van unidad 4
PO --> mi mejor amigo
Hoofdstuktoets --> unidad 4

Slide 4 - Tekstslide

Vocabulario 4.1

Slide 5 - Tekstslide

Intro Unidad 4, ME GUSTA BAILAR (TB p. 54-55)
LEER: la columna azul (p.54)
COMBINAR: foto + texto (p.54-55)

¿Terminado (klaar) ?
Leer de woordjes van 4.1 uit je hoofd.
A mí me gusta mucho dibujar

AURORA

Slide 6 - Tekstslide

¿Qué te gusta hacer? (TB p. 56)
1. Schrijf de nummers 1-10 onder elkaar in je schrift.

2. Combineer de ronde plaatjes met de grijze blokjes: Bekijk de plaatjes van links naar rechts en noteer bij ieder plaatje welke activiteit het is.

3. Maak daarna oefening 1A + 1B
OEF 1A: welke blijven er over?
OEF 1B: noteer 2x3 activiteiten in het Spaans

Klaar? Leer GRAM nr. 35 en maak WB oefening 44 over de 'presente' (grijze werkboek van gente joven)

Slide 7 - Tekstslide

RESPUESTAS: ¿Qué te gusta hacer? (TB p. 56)
1: leer revistas, 
2. dibujar, 
3. escuchar musica, 
4. hablar español, 
5. ir a conciertos, 
6. hacer los deberes, 
7. ir en bicicleta, 
8. salir con los amigos, 
9. escribir mensajes, 
10. bailar


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Los verbos + los números

Slide 10 - Tekstslide

gustar = leuk vinden (gram. nr. 32-33)
A mí
A tí
A él/ella/usted

A nosotros/-as
A vosotros/-as
A ellos/ellos/ ustedes
me 
te
le
            +
nos 
os 
les

gusta  (+ ev OF werkwoord)
gustan (+ mv)

     

Me gusta la lasaña = Ik houd van lasagna.
                 LET OP: Vergeet het lidwoord niet (el/la/los/las)

Slide 11 - Tekstslide

ir = gaan (gram. nr. 41)






Voy a la ciudad = Ik ga naar de stad
LET OP: a + el = al        Voy al pueblo = ik ga naar het dorp
yo
él/ella/usted
nosotros/-as
vosotros/-as
ellos/ellas/ustedes
voy
vas
va
vamos
vais 
van
a = naar

Slide 12 - Tekstslide

Números 0-100 (TB p.97

Slide 13 - Tekstslide

Números 0-100
Let op
Op de volgende getallen staat een accentje!

16  = dieciséis
22 = veintidós
23 = veintitrés
26 = veintiséis

Slide 14 - Tekstslide

Números 0-100
21 t/m 29 schrijf je aan elkaar vast (let op de ‘i’ tussen de getallen)
  21 = veintiuno
  22 = veintidós




Vanaf 31 schrijf je de getallen los van elkaar en zet je ‘y’ tussen de getallen.
 48 = cuarenta y ocho
 96 = noventa y seis

Slide 15 - Tekstslide

Practicar (oefenen, 15m)
1. het werkwoord 'ir' (gaan, zie gram. nr. 41) 
  • Ga naar Voc. p.12, oef 13b -> luister en omcirkel (PA1 CD3 fragment 31)
  • Daarna maak je Voc. p.12, oef 13c 

2. het werkwoord 'gustar' (leuk vinden, houden van, zie gram. nr. 32-33)
  • maak Werkboek p.42 oef 4 ( het grijze werkboek van Gente Joven)

3. los números: Ga naar Voc. p. 8, maak oefening 8b
                                                                            Klaar? Ga naar Voc p.13 en maak oefening 14. 
                                                                           Onbekende woorden zoek je op.


PA1 H3 oef 13a
PA1 H3 oef 13b

Slide 16 - Tekstslide

Noteer een tip + top voor de lessen Spaans

Slide 17 - Open vraag

Los deberes

Estudiar: 
vocab 4.1 S-N
ww ' ir' gram nr 41
ww 'gustar' gram nr 32-33
getallen 0 t/m 100 (TB p.97)

Hacer: 
1. het werkwoord 'ir' (gaan) Voc. p.12, oef 13c, oef 14a 
2. het werkwoord 'gustar' (leuk vinden, houden van) Werkboek p.42 oef 4
3. los números: Voc. p. 8, oef 8b


    Slide 18 - Tekstslide