1.4 organellen vragen
1 / 19
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
De vorm van een cel of weefsel hangt samen met de functie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quizvraag
Tussencelstof in beenweefsel moet zorgen voor...
A
Beweeglijkheid
B
Stevigheid
C
Goede verbinding
D
Alle antwoorden zijn juist
Slide 3 - Quizvraag
Wat is de functie van de dunne darm?
A
Voedsel opslaan
B
Uitscheiden
C
Voedingsstoffen opnemen
D
Water opnemen
Slide 4 - Quizvraag
(in) welk orgaan maakt of maken verteringssappen aan?
A
mond, slokdarm, twaalfvingerige darm en dunne darm
B
Mond, maag, twaalfvingerige darm en dunne darm
C
Slokdarm, twaalfvingerige darm, dunne darm en dikke darm
D
Mond, maag, dunne darm, dikke darm
Slide 5 - Quizvraag
Welk van onderstaand is de functie van de grote bloedsomloop?
A
02 afgeven aan weefsels
B
02 opnemen uit de longen
C
C02 afgeven aan de longen
D
C02 opnemen uit de weefsels
Slide 6 - Quizvraag
Als appels rijp worden, verandert de schil van kleur.
Welke verandering in de plastiden is hiervan de oorzaak?
Welke verandering in de plastiden is hiervan de oorzaak?
A
bladgroenkorrel naar kleurstofkorrel
B
bladgroenkorrel naar zetmeelkorrel
C
kleurstofkorrel naar bladgroenkorrel
D
zetmeelkorrel naar kleurstofkorrel
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Wat is de functie van het golgi-systeem in de cel?
A
zorgt voor intracellulaire vertering
B
produceren van eiwitten
C
vorm geven aan eiwitten en het verpakken van eiwitten in blaasjes
D
vervoeren van eiwitten door de cel
Slide 10 - Quizvraag
Welk organel komt niet voor bij een dierlijke cel en wel bij een plantencel?
A
celwand
B
celkern
C
celmembraan
D
cytoplasma
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de functie van de vacuole?
A
Geeft stevigheid aan de plantencel
B
Maakt de voedingsstoffen voor de plant
C
Nieuw weefsel maken
D
Vervoeren van opgeloste stoffen
Slide 12 - Quizvraag
Iemand heeft suikerziekte (diabetes). In welk organel zal deze patiënt als eerste gevolgen ondervinden van het gebrek aan glucose?
A
Golgi-systeem
B
Celkern
C
Ribosoom
D
Mitochondrium
Slide 13 - Quizvraag
Cellen en celstructuren
Bekijk de afbeelding.
Met welk cijfer wordt een organel aangegeven dat processen in de cel regelt?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 14 - Quizvraag
Jan bestudeert met behulp van een elektronenmicroscoop een bepaald menselijk weefsel. De cellen van dit weefsel hebben veel mitochondriën.
Wat kan de taak van deze cellen zijn?
A
Het leveren van energie voor het samentrekken van spieren
B
Het maken van speekseleiwitten
C
Het opnemen van voedingsstoffen
D
Het voortdurend vormen van nieuwe cellen
Slide 15 - Quizvraag
Fotosynthese vindt plaats in...
A
de bladgroenkorrels
B
cytoplasma
C
celkern
D
celmembraan
Slide 16 - Quizvraag
Cellen en celstructuren
Bekijk de afbeelding.
Met welk cijfer wordt een organel aangegeven die een functie heeft bij het productie van eiwitten?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 17 - Quizvraag
Op welk organisatieniveau doe je onderzoek als je het skelet van een kip onderzoekt?
A
molecuul
B
cel
C
orgaanstelsel
D
organisme
Slide 18 - Quizvraag
Planten en dieren
Vacuolen zijn betrokken bij de afbraak van grote moleculen (macromoleculen) en het
hergebruik van de afbraakproducten in de cel. Celorganellen zoals mitochondriën en plastiden kunnen geheel in de vacuole worden afgebroken. Door deze activiteiten zijn de vacuolen vergelijkbaar met organellen die in dierlijke cellen voorkomen.
Welk type organel in dierlijke cellen heeft een vergelijkbare functie?
A
een lysosoom
B
een ribosoom
C
het endoplasmatisch reticulum
D
het golgisysteem
