Prinsjesdag 2018

Prinsjesdag
1 / 16
volgende
Slide 1: Woordweb
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Prinsjesdag

Slide 1 - Woordweb

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Wat is Prinsjesdag?
A
Prinsen hebben vandaag feest
B
Koning treedt af
C
Koning blikt terug op afgelopen jaar
D
Kabinet maakt plannen voor komend jaar bekend

Slide 4 - Quizvraag

 

Prinsjesdag
Elke derde dinsdag van september is het Prinsjesdag. Op die dag maakt de regering haar plannen bekend voor het komende jaar. De koning houdt een toespraak waarin hij de plannen uitlegt. Die toespraak heet de troonrede.

Hoe ziet de dag eruit?
Koning Willem-Alexander vertrekt in de Glazen Koets vanaf Paleis Noordeinde, het werkpaleis van de koning in Den Haag. Samen met koningin Máxima, zijn broer prins Constantijn en zijn vrouw prinses Laurentien rijdt hij naar het Binnenhof.
Daar wachten ministers en andere politici in de Ridderzaal op de koets. Elk jaar is het weer spannend: welke dame heeft het mooiste of grootste hoedje op?




De koning krijgt de belangrijkste plek, voor in de Ridderzaal. Daar leest hij de troonrede voor. Die begint altijd met ‘Leden van de Staten-Generaal…’.
terug naar Paleis Noordeinde. Vanaf het balkon zwaaien de koning en koningin nog even naar het publiek. 
Lees de tekst hieronder.

Slide 5 - Tekstslide



Koffer met plannen
Nadat de koning de troonrede heeft voorgelezen, brengt de minister van geldzaken een koffertje naar de Tweede Kamer. In dat koffertje zit de miljoenennota. Daar staan de plannen van de regering in. Er zit ook een begroting bij. Daar staat in wat die plannen kosten.

Algemene beschouwingen
In de Tweede Kamer mogen de politici zeggen wat ze van de plannen vinden. Dat doen zij in een vergadering die de Algemene Beschouwingen heet. In de weken erna wordt gestemd over de plannen. 


Geld verdelen
De Nederlandse regering bestaat uit de koning en de ministers. Iedere minister geeft leiding aan een ministerie. Een ministerie voert de plannen van de regering uit. Daarvoor krijgt het ministerie geld van de regering. Op Prinsjesdag wordt bekend hoeveel geld ieder ministerie krijgt. 

Elke regering bepaalt zelf welke ministeries er zijn. Meestal is er een ministerie van onderwijs. Dit ministerie moet ervoor zorgen dat iedereen in Nederland goed 
onderwijs krijgt. Het ministerie van geldzaken waakt over het geld van de regering. 

Lees de tekst hieronder.

Slide 6 - Tekstslide

Dagplanning
Ochtend: De miljoenennota wordt nog snel afgemaakt op het ministerie van Financiën.

12.45: Ministers, andere politici en meer overheidsmensen nemen plaats in de Ridderzaal op het Binnenhof in Den Haag. 

13.00: Koning Willem-Alexander vertrekt samen met zijn vrouw, broer en de vrouw van zijn broer in de Gouden Koets vanaf Paleis Noordeinde naar de Ridderzaal. 

13.15: De koning leest de troonrede voor. Hij begint altijd met 'Leden van de Staten-Generaal...'

13.50: De koninklijke stoet rijdt met de Gouden Koets terug naar Paleis Noordeinde.

15.00: De minister van Financiën geeft het koffertje met de plannen aan de voorzitter van de Tweede Kamer. De Tweede Kamer moet nog over deze plannen stemmen.




Slide 7 - Tekstslide


Wat wordt in de zaal geroepen na de troonrede?
A
Goede troonrede!
B
Leve de koning! Hoera! Hoera! Hoera!
C
We want more!
D
Er wordt niets geroepen.

Slide 8 - Quizvraag


Waar leest de koning de troonrede voor?
A
In de Ridderzaal.
B
In de Koningszaal.
C
In Paleis Noordeinde.
D
Op het balkon.

Slide 9 - Quizvraag

Na het filmpje komt de volgende vraag:

Wat staat er in de miljoenennota?

Let dus goed op!

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video


Wat staat in de miljoenennota?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Video

Wie schrijft de Troonrede?
A
Koning
B
Koningin
C
Minister-President
D
Niemand

Slide 14 - Quizvraag

schoolgebouwen
leesboeken
schoolreisjes
Stel het ministerie van onderwijs krijgt geld om het onderwijs te verbeteren. Hoe zouden jullie het geld verdelen? 
Sleep de bedragen naar wat jullie belangrijk vinden.
speeltoestellen
schooltuin
gymles
theaterles
dansles
spelletjes
computers en tablets
1 miljoen
2 miljoen
2 miljoen
3 miljoen
3 miljoen
4 miljoen
5 miljoen
5 miljoen
5 miljoen
5 miljoen

Slide 15 - Tekstslide












Aan wat gaf je het meeste geld?
En waarom?

Vertel het aan een klasgenoot.

Slide 16 - Tekstslide