Voorbeelden met donner (geven):Je donne = ik geef
Tu donnes = jij geeft
Il donne = hij geeft
Elle donne = zij geeft
On donne = men geeft / wij geven
Nous donnons = wij geven
Vous donnez = u geeft / jullie geven
Ils donnent = zij geven (mannelijk meervoud) 👨🏽👨🏽👨🏽👨🏽👨🏽👨🏽 (of een groep mensen, mannen en vrouwen samen👩🏼👨🏽👩🏼👨🏽)
Elles donnent = zij geven (vrouwelijk meervoud) 👩🏼👩🏼👩🏼👩🏼👩🏼👩🏼