3F week 2 les 3



1.Quel est le jour et la date    
2.Quel temps fait-il?    
3. Quel heure est-il?    
 

 

      
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les



1.Quel est le jour et la date    
2.Quel temps fait-il?    
3. Quel heure est-il?    
 

 

      

Slide 1 - Tekstslide

Buts semaine 2
  • Ik kan vertellen over een reis 
  • Ik weet hoe je de neusklanken uitspreekt 
  • Ik kan beschrijven wat ik in de vakantie heb gedaan 
  • Ik kan de passé composé met avoir en être gebruiken 


Slide 2 - Tekstslide

LE COURS

  1. Début du cours
          parler d'un voyage
          uitleg passé composé
    2. Au Travail
       Maken blok D

     3. Fin du cours
           leerdoelencheck


(20m)

(10m)

TRADITIONS
(10m)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

être = zijn
Waarvoor gebruik je het?
  • Bij de kloktijden (Il est 4 heures)
  • Wanneer je vertelt over jezelf of andere personen. Ma soeur est très sympa
  • In de voltooide tijd: Je suis parti 
  • en nog veel vaker ...

Het is dus heel belangrijk dit werkwoord goed te kennen!

Slide 5 - Tekstslide

Ik ben: Je ...
A
suis
B
es
C
est

Slide 6 - Quizvraag

hij is: Il ...
A
suis
B
es
C
est

Slide 7 - Quizvraag

men is: on ...
A
suis
B
es
C
est

Slide 8 - Quizvraag

zij is : elle ...
A
suis
B
es
C
est

Slide 9 - Quizvraag

wij zijn : nous ...
A
sommes
B
êtes
C
sont

Slide 10 - Quizvraag

u bent/ jullie zijn : vous ...
A
sommes
B
êtes
C
sont

Slide 11 - Quizvraag

zij zijn : ils/ elles ...
A
sommes
B
êtes
C
sont

Slide 12 - Quizvraag

Uitspraak:
Het verschil tussen 
"ils ont"en "ils sont"
Ils ont = [il zon]
ils sont = [il son]

Slide 13 - Tekstslide

Buts semaine 2
  • Ik kan vertellen over een reis 
  • Ik weet hoe je de neusklanken uitspreekt 
  • Ik kan beschrijven wat ik in de vakantie heb gedaan 
  • Ik kan de passé composé met avoir en être gebruiken 


Slide 14 - Tekstslide

Tu vas où?

Slide 15 - Open vraag

Le voyage dure combien de temps?

Slide 16 - Open vraag

Un bon vin blanc
zeg dit hardop

Slide 17 - Tekstslide

Wat is het voltooid deelwoord van
PARLER

Slide 18 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van
sortir (uitgaan)

Slide 19 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van
vendre (verkopen)

Slide 20 - Open vraag

être
avoir
faire
prendre
pris
eu
été
fait

Slide 21 - Sleepvraag

Devoirs lundi
M: blok D
L: grammaire blok D
'ik kan de passé composé met être en avoir gebruiken'

Slide 22 - Tekstslide