§5.3 Machtige heren, halfvrije boeren

§5.3 Machtige heren, halfvrije boeren
lezen. A blz. 113 en 114
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

§5.3 Machtige heren, halfvrije boeren
lezen. A blz. 113 en 114

Slide 1 - Tekstslide

A. De organisatie van de economie
Na vertrek van Romeinse soldaten zochten boeren bescherming
  • Ze zochten bescherming bij een rijke boer
  • In ruil voor bescherming gaven de boeren hun grond af
  • Machtige boer werd heer van een domein

Slide 2 - Tekstslide

Hofstelsel
Het hofstelsel, waar de horigen in ruil voor bescherming: 
  • werkten op stukjes land die ook eigendom van de heer waren
  • een deel van hun opbrengst moesten afstaan aan de heer (de pacht)
  • Het domein niet mochten verlaten zonder toestemming van de heer
  • herendiensten verrichtten (allerlei klussen op het land of de hoeve van de heer).

  • --> Elk domein streefde naar autarkie 

Slide 3 - Tekstslide

Een kasteel, was een versterkte wachttoren. Hier woonde de heer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden, onontgonnen gebied en bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de heer. De wapenuitrusting moesten ze zelf betalen.
De akkers van de heer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was. Overigens moesten ze hun pacht ook weer van deze opbrengst betalen.
Het vroonhof was de boerderij (hoeve) van de heer. Hier woonde de heer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast een vroonhof woonden de horige boeren in geval van gevaar, zoals oorlog.
Bij het vroonhof waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten het vroonhof
Met het hofstelsel bedoelen we het hele systeem (stelsel) van heren en horigen, inclusief de pacht en de herendiensten.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

De standen
  1. Geestelijken: waren in contact met god, konden lezen en schrijven
    --> Hadden privileges  
  2. Adel: moesten geestelijken en boeren beschermen
    --> Hadden privileges 
  3. Boeren: moesten op het land werken om 1ste en 2de stand te voeden 

Slide 7 - Tekstslide

Drie standen
De eerste stand:
De geestelijken. Zij zorgden voor alles wat met geloof te maken had.
De tweede stand:
De adel. Zij bestuurden het land, verzorgden de rechtspraak en verdedigden het land als er oorlog was. 
De derde stand:
De rest van de bevolking. Zij zorgden voor het voedsel.
In de Middeleeuwse standenmaatschappij hadden de eerste en de tweede stand alle rechten, en de derde stand vrijwel alle plichten (zoals het betalen van belasting).

Aan deze verdeling werd niet getwijfeld: God heeft het zo gewild.
Klik op de afbeelding

!

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 10 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 11 - Open vraag