herhalen trillingen en golven H9 sysnat par 1-2-3

Noem zo veel mogelijk begrippen uit hoofdstuk 9
1 / 20
volgende
Slide 1: Woordweb
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Noem zo veel mogelijk begrippen uit hoofdstuk 9

Slide 1 - Woordweb

Hoofdstuk 9, over trillingen en golven, is
Weg. Hebben we dat gedaan dan?
een beetje weggezakt
nog redelijk goed bekend
Helemaal niet weggezakt, ik ken nog elk detail.

Slide 2 - Poll

Slide 3 - Tekstslide

Is dit een trilling?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

Bepaal de amplitude

Slide 5 - Open vraag

Bepaal de frequentie

Slide 6 - Open vraag

hoeveel van de afgelopen drie vragen had je goed?
A
3
B
2
C
1
D
0

Slide 7 - Quizvraag

als je alle drie de vragen goed had, dan heb je paragraaf 1 onder controle. 
Anders: nog even oefenen! 

Slide 8 - Tekstslide

De frequentie moet groter worden. Dan moet ik:
A
de massa groter maken
B
Een stijvere veer nemen
C
A en B zijn allebei goed
D
A en B zijn allebei fout.

Slide 9 - Quizvraag

De frequentie moet twee keer zo groot worden. Dat lukt met:
A
de massa twee keer zo klein
B
De massa vier keer zo klein
C
De massa wortel twee keer zo klein
D
A , B en C zijn alle drie fout.

Slide 10 - Quizvraag

Het blokje weegt 110 g, en gaat met een frequentie van 12 Hz bewegen. Bereken de veerconstante

Slide 11 - Open vraag

T=2πCm
C=4π2T2m=4π2mf2=6,3102mN

Slide 12 - Tekstslide

hoeveel van de afgelopen drie vragen had je goed?
A
3
B
2
C
1
D
0

Slide 13 - Quizvraag

als je alle drie de vragen goed had, dan heb je paragraaf 2 onder controle.
Anders: nog even oefenen! 

Slide 14 - Tekstslide

Welke energiesoort is de trillingsenergie als de uitwijking gelijk is aan de amplitude?

Slide 15 - Open vraag

vmax = 2 m/s, amplitude 12 cm, massa 110 gram. Bereken de veerconstante.

Slide 16 - Open vraag

21mv2=21Cu2
C=A2(mv2)=31mN

Slide 17 - Tekstslide

Een autodeur gaat hevig trillen bij een bepaalde snelheid. Welke twee dingen moet je noemen in de verklaring?

Slide 18 - Open vraag

hoeveel van de afgelopen drie vragen had je goed?
A
3
B
2
C
1
D
0

Slide 19 - Quizvraag

als je alle drie de vragen goed had, dan heb je paragraaf 3 onder controle.
Anders: nog even oefenen! 
Let op: paragraaf 3 is de lastigste van de eerste 3 paragrafen! Een beetje extra oefening kan nooit kwaad. 

Slide 20 - Tekstslide