Kies 2 thema 3

1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Volksvertegenwoordigers
  • Als je 18+ bent mag je (het volk) bij verkiezingen stemmen op mensen die volksvertegenwoordigers willen zijn
  • Vaak zijn zij verbonden aan een politieke partij
  • Als er genoeg mensen op zo'n persoon stemmen, worden ze volksvertegenwoordiger in de eerste of tweede kamer

Slide 5 - Tekstslide

Parlement en regering
  • Het parlement bestaat uit de Eerste Kamer en de Tweede Kamer. Beide Kamers controleren de regering en zijn (mede)wetgever. 
  • Het parlement (ook wel Staten-Generaal) controleert het beleid van de regering (de Koning en de ministers).
  • Een wet gaat pas in als de Eerste en de Tweede Kamer het wetsvoorstel hebben aangenomen.


Slide 6 - Tekstslide

Trias Politica
(Driemachtenleer)











Slide 7 - Tekstslide

Parlementaire democratie

  • Een vorm van indirecte democratie. Hoezo indirect?
  • Burgers hebben via volksvertegenwoordigers in het parlement invloed op politieke kwesties.
  • De belangrijkste politieke keuzes worden in het parlement gemaakt.



Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wit-Rusland
In een persoonlijke dictatuur hoeft de dictator de macht niet te delen met anderen (zoals het leger, een partij of de familie). De dictator is een alleenheerser. Voorbeelden zijn Wit-Rusland, Noord-Korea en Eritrea.


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Terugblik les 1
Moeilijke woorden uit les 1

Democratie, dictatuur en volkvertegenwoordiger

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Politieke partijen

Slide 15 - Woordweb

Slide 16 - Tekstslide

Stemmen
Stembiljet
rood potlood
1 bolletje kleuren

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

De regering
De regering bestaat uit de Koning en alle ministers

Het kabinet bestaat uit alle ministers en alle staatssecretarissen.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Ministeries
De voorbereiding van beleid, wetten en regelingen vindt plaats op een ministerie (ook wel: departement). 
Ook bij het uitvoeren en controleren hiervan hebben ministeries een belangrijke taak.



Slide 29 - Tekstslide

Ministeries
  1. Ministerie van Algemene Zaken
  2. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
  3. Ministerie van Buitenlandse Zaken
  4. Ministerie van Defensie



Slide 30 - Tekstslide

Ministeries
  1. Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
  2. Ministerie van Financiën
  3. Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
  4. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Slide 31 - Tekstslide

Ministeries

  1. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
  2. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
  3. Ministerie van Justitie en Veiligheid
  4. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport



Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Terugblik les 1 t/m 4
Woordenlijst

Slide 34 - Tekstslide

Wat is democratie?
A
inwoners van een land hebben invloed op keuzes
B
Dan maken 150 mensen keuzes over een land
C
Een land waar één persoon of een kleine groep alle macht heeft
D
De groep mensen die een land regeert

Slide 35 - Quizvraag

Wat is een dictatuur?
A
Een politiek systeem waarbij inwoners invloed hebben
B
Dan maken 150 mensen keuzes over een land
C
Een land waar één persoon of een kleine groep alle macht heeft
D
De groep mensen die een land regeert

Slide 36 - Quizvraag

Wat is zijn volksvertegenwoordigers?
A
Personen die politieke keuzes maken
B
Dan maken 150 mensen keuzes over een land
C
Het maken van keuzes voor een land of gebied
D
De groep mensen die een land regeert

Slide 37 - Quizvraag

Wat zijn verkiezingen?
A
volkvertegenwoordigers
B
Dat heeft te maken met de Europese Unie
C
hierbij worden volkvertegenwoordigers gekozen
D
De groep mensen die een land regeert

Slide 38 - Quizvraag

Verkiezingen
  • Tweede kamer
  • Provinciale staten
  • Gemeenteraad
  • Europese verkiezingen

Slide 39 - Tekstslide

Verkiezingen
Meenemen naar het stembureau:

  • Stempas
  • ID bewijs

Slide 40 - Tekstslide

Politieke partijen
 Partij voor de Vrijheid [PVV] (37) - GroenLinks-PvdA (25) - Volkspartij voor Vrijheid en Democratie [VVD] (24) - Nieuw Sociaal Contract (20) - Democraten 66 (9) [D66] - BoerBurgerBeweging [BBB] (7) - Christen-Democratisch Appèl [CDA] (5) - Socialistische Partij [SP] (5) - DENK (3) - Partij voor de Dieren (3) - Forum voor Democratie [FvD] (3) · Staatkundig Gereformeerde Partij [SGP] (3) - ChristenUnie (3) - Volt (2) - JA21 (1)

Slide 41 - Tekstslide

Wat is een verkiezingscampagne?
A
Een overzicht van de standpunten en plannen van een politieke partij
B
De plannen van een regering
C
In de epriode voor de verkiezingen proberen politieke partijen stemmen te winnen
D
De groep mensen die een land regeert

Slide 42 - Quizvraag

Wat is een verkiezingsprogramma?
A
Een overzicht van de standpunten en plannen van een politieke partij
B
De plannen van een regering
C
In de epriode voor de verkiezingen proberen politieke partijen stemmen te winnen
D
De groep mensen die een land regeert

Slide 43 - Quizvraag

Wat is een zetel?
A
Personen die politieke keuzes maken
B
een plek in de tweede kamer of gemeenteraad
C
Een luie stoel
D
De groep mensen die een land regeert

Slide 44 - Quizvraag

Wat is de regering?
A
Personen die politieke keuzes maken
B
een plek in de tweede kamer of gemeenteraad
C
Alle volksvertegenwoordigers
D
De groep mensen die een land regeert

Slide 45 - Quizvraag

Wat is de minister-president?
A
De minister van Algemene Zaken
B
Een persoon die de macht heeft in de regering
C
De leider van de regering
D
De groep mensen die een land regeert

Slide 46 - Quizvraag

Wat is een minister?
A
is verantwoordelijk voor een bepaald onderwerp
B
Een persoon die de macht heeft in de regering
C
De leider van de regering
D
De groep mensen die een land regeert

Slide 47 - Quizvraag

Wat is een ministerie?
A
Een kleine minister (mini)
B
Een persoon die de macht heeft in de regering
C
De leider van de regering
D
een afdeling van de overheid die plannen van een minister uitvoert

Slide 48 - Quizvraag

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide