In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
8.3 Geluidsterkte
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
8.3.1 Je kunt uitleggen wat het verband is tussen de amplitude van een trilling en de geluidssterkte.
8.3.2 Je kunt beschrijven hoe je geluidssterkte meet.
8.3.3 Je kunt uitleggen wat de gehoordrempel en de pijngrens zijn.
8.3.4 Je kunt uitleggen dat je gehoor niet voor alle frequenties even gevoelig is.
Slide 2 - Tekstslide
Als een luidspreker geluid laat horen, kun je de conus zien trillen. Die trilling wordt heviger als je het geluid harder zet. De drukverschillen in de omringende lucht worden dan ook groter. Daardoor klinkt het geluid harder.
Je kunt die drukverschillen onderzoeken met een oscilloscoop
Slide 3 - Tekstslide
De geluidssterkte geeft aan hoe hard het geluid is dat wordt geproduceerd door de geluidsbron.
Je ziet dat op de momenten dat de drum hard klinkt de golf op zijn grootst is. Dit noem je de amplitude van de trillingen: de afstand tussen het midden en de uiterste stand. Hoe harder een geluid, hoe groter de amplitude.
Slide 4 - Tekstslide
De decibelschaal
De geluidssterkte wordt meestal aangegeven in decibel(A). Dit kort je af als dB(A). De (A) geeft aan dat er bij de meting rekening is gehouden met het menselijk gehoor. Mensen horen namelijk hoge en lage tonen minder goed,
Slide 5 - Tekstslide
Geluidssterkte en afstand
De geluidsterkte hangt af van de afstand tot de geluidsbron. Hoe dichter je bij de geluidsbron staat, hoe groter de geluidsterkte
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Gehoordrempel en pijngrens
De gehoordrempel is de geluidssterkte waarbij je het geluid net begint te horen.
De pijngrens is de geluidssterkte waarbij je oren pijn beginnen te doen. Boven de pijngrens hoor je wel geluid, maar dit is zo hard, dat het zeer doet aan je oren.
Slide 9 - Tekstslide
De dB(A)-schaal en de dB-schaal
Lage en hoge tonen hoor je minder goed dan de tonen ertussenin.
De gehoordrempel is het laagst tussen 500 en 7000 Hz. Een geluidssterkte van circa 0 dB is dan al genoeg om de toon te kunnen horen.
Slide 10 - Tekstslide
Mensen kunnen vanaf 20 dB(A) geluiden horen.
Lange tijd luisteren naar een geluid-sterkte boven 90 dB(A) kan al doof maken.
Bij 140 dB doet geluid pijn en wordt je zeker doof
Pijngrens
Gehoordrempel
Slide 11 - Tekstslide
Wat is een geluidsbron?
A
een voorwerp dat geluid maakt
B
een voorwerp dat geluid ontvangt
C
een voorwerp dat geluid doorgeeft
D
een voorwerp dat geluid maakt, doorgeeft en ontvangt
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Aan het werk! NOVA!
Wat? 8.3 Geluidsterkte- opdrachten 1 t/m 15.
Waar? Magister -> Leermiddelen -> NOVA
Klaar? Test jezelf.
Niet af? Dan is het Huiswerk!!!
timer
1:00
Slide 14 - Tekstslide
Hoe werkt geluidsisolatie ?
A
Geluidsisolatie kaatst geluid terug
B
Geluidsisolatie zorgt dat er minder geluid wordt gemaakt
C
Geluidsisolatie neemt trillingen van de lucht in zich op
Slide 15 - Quizvraag
Met welke maat meet je de geluidssterkte?
A
literbel (lB)
B
koebel (kB)
C
decibel (dB)
D
Kilobel (kB)
Slide 16 - Quizvraag
Voorwerpen die geluid maken noemen we geluidsbronnen