GRATIS: Ontdek hoe een verhaal is opgebouwd

1 / 8
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolMBOvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6Studiejaar 1-4

In deze les zitten 8 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Introductie

Film is een perfecte manier om je leerlingen snel inzicht te geven in een verhaalstructuur. Film kijken doen ze bijna elke dag. Door goed te kijken en te luisteren naar een korte film leren leerlingen op een snelle en laagdrempelige manier hoe verhalen zijn opgebouwd. Ze leren de vijf stadia van de verhaalstructuur volgens de oude Griekse denker Aristoteles te herkennen en te beschrijven. Met een verdiepende opdracht leren leerlingen dezelfde principes toe te passen op een kort geschreven verhaal. Je leerlingen ontdekken dat bijna alle verhalen al eeuwenlang volgens dezelfde principes worden verteld! Deze les is onderdeel van de lessenserie Film & Literatuur.

Instructies

Benodigde materialen:
  • Laptop en scherm/ digibord om klassikaal de openingsscène van de korte film te bekijken.
  • Informatie over de opdracht voor de leerling uitgeprint.
  • Pen en hun eigen schrift om de stadia van de verhaalstructuur te beschrijven.

Film & Nederlands
Dit is een aangepaste variant van de les 'Ontdek hoe verhalen zijn opgebouwd met film' met daarin de film GRATIS verwerkt. Deze les is ook beschikbaar voor de films KIPPENKRACHT en STUCKWITU.

Je kunt deze les toepassen op elke film naar keuze door de algemene les te gebruiken.

Instructies

Werkbladen

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Inleiding

Wanneer je films kijkt of verhalen in een boek leest, valt het je misschien niet eens op, maar de verhaalstructuur is bijna altijd hetzelfde! Daarmee bedoelen we dat een verhaal altijd volgens een bepaalde structuur wordt verteld: er is een begin van het verhaal, een midden, en een einde.

In deze les ga je door goed te kijken en te luisteren naar een film, zelf ervaren en onderzoeken hoe een verhaal nou eigenlijk in elkaar zit. Want wat bedoelen we nou eigenlijk met ‘het begin van een verhaal’? Hoe zorgt de schrijver (of filmmaker!) er voor dat een verhaal goed van start gaat en jij als lezer nieuwsgierig wordt naar hoe het verhaal verder gaat? Om daar achter te komen, schakelen we een een oude Griekse denker in: Aristoteles. Hij heeft als een van de eerste mensen in de geschiedenis precies beschreven hoe een verhaal is opgebouwd. Dus met hulp van een korte film en de kennis van een oude Griek leer jij zo nog makkelijker verhaalstructuren herkennen. Laat je inspireren en verrassen door de manier waarop een verhaal is verteld, of je nou film kijkt of een spannend boek leest.
Aan het einde van de les...

...begrijp je dat ieder verhaal, zowel in films als in boeken en toneelteksten, is opgebouwd volgens een bepaalde verhaalstructuur (zoals de verhaalstructuur van Aristoteles).

...kun je de verschillende fasen van een verhaalstructuur in een film herkennen en beschrijven: de expositie, het motorisch moment, de ontwikkeling, climax en de afwikkeling.
      Leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen

Aan het einde van de les...

...begrijp je dat ieder verhaal, zowel in films als in boeken en toneelteksten, is opgebouwd volgens een bepaalde verhaalstructuur (zoals de verhaalstructuur van Aristoteles).
...kun je de verschillende fasen van een verhaalstructuur in een film herkennen en beschrijven: de expositie, het motorisch moment, de ontwikkeling, climax en de afwikkeling.
      Bekijk de openingsscène van Gratis.
      Wat valt je op in de scène? Beantwoord de volgende vragen:
     Wat voor soort film wordt dit? Een spannende horror of een hilarische comedy?
     Waar en wanneer speelt het verhaal zich af?
     Wie is het belangrijkste personage?
     Wat is het belangrijkste moment in de scène?
     Hoe denk je dat het verhaal verloopt?
  1  Start van de les

Slide 3 - Tekstslide

Start van de les: haal voorkennis op aan de hand van de openingsscène
  1. Laat de openingsscène aan je klas zien.
  2. Vraag aan je leerlingen wat hen opvalt in de scène en laat ze de volgende vragen beantwoorden:
a. Wat voor soort film wordt dit? Een spannende horror of een hilarische comedy? Waarom denk je dat? Komt dat door de beelden die je ziet, de dialogen of muziek die je hoort of een persoon die vaker in beeld komt?
b. Waar en wanneer speelt het verhaal zich af? Waarom denk je dat? Komt dat door de beelden die je ziet, de dialogen of muziek die je hoort of een persoon die vaker in beeld komt?
c. Wie is het belangrijkste personage? Waarom denk je dat? Komt dat door de beelden die je ziet, de dialogen of muziek die je hoort of een persoon die vaker in beeld komt?
d. Wat is het belangrijkste moment in de scène? Waarom denk je dat? Komt dat door de beelden die je ziet, de dialogen of muziek die je hoort of een persoon die vaker in beeld komt?
e. Hoe denk je dat het verhaal verloopt? Waarom denk je dat? Komt dat door de beelden die je ziet, de dialogen of muziek die je hoort of een persoon die vaker in beeld komt?

Slide 4 - Video

Samen met de klas ga je kijken naar een scène uit een korte film. Kijk en luister aandachtig
      Je hebt zojuist gekeken naar de expositie of de opening van een verhaal.
      In de expositie (of het begin!) wekt de filmmaker of schrijver alvast de                      verwachtingen van de lezer of de kijker over hoe het verhaal gaat verlopen.            In de expositie ontdek je:
wat voor soort verhaal het is),
waar en wanneer het verhaal zich afspeelt en
wie de hoofdpersoon is (ook wel de protagonist).
 2  De vijf stadia van een verhaalstructuur

Slide 5 - Tekstslide

Introduceer de vijf stadia van een verhaalstructuur

Leg uit dat ze zojuist hebben gekeken naar de expositie of de opening van een verhaal. In de expositie (of het begin!) wekt de filmmaker of schrijver alvast de verwachtingen van de lezer of de kijker over hoe het verhaal gaat verlopen. De expositie maakt je nieuwsgierig naar de rest van het verhaal. In de expositie ontdek je:
  • wat voor soort verhaal het is (bijvoorbeeld een comedy of een sciencefictionfilm),
  • waar en wanneer het verhaal zich afspeelt en
  • wie de hoofdpersoon is. De hoofdpersoon noem je ook wel de protagonist. In de expositie lees of zie je al een beetje wat voor soort persoon de protagonist is, zijn persoonlijkheid, zijn sterke en zwakke kanten en de mogelijke uitdagingen waarmee hij te maken krijgt.
In de expositie krijg je als kijker of lezer dus al heel veel informatie! Je verwachtingen zijn gewekt! Worden ze
waargemaakt of....gaat het verhaal een hele andere en verrassende kant op?
      Bijna ieder klassiek verteld verhaal is op eenzelfde manier opgebouwd.
      De andere elementen van een verhaalstructuur zijn:
 2  De vijf stadia van een verhaalstructuur
     naast de expositie:
     het motorisch moment,
     de ontwikkeling,
     climax en
     afwikkeling.

Slide 6 - Tekstslide

Introduceer de vijf stadia van een verhaalstructuur

Waarschijnlijk hebben je leerlingen, zonder dat ze dit bewust doorhebben, al een heel goed idee hoe een verhaal is opgebouwd. Met andere woorden: ze hebben intuïtief al kennis van wat een verhaalstructuur is. Dit komt omdat bijna ieder klassiek verteld verhaal, of dat nou in een film of een boek of een toneelstuk is, op eenzelfde manier is opgebouwd. Leg nu ook op het scherm de andere elementen van een verhaalstructuur uit:
  • naast de expositie:
  • het motorisch moment,
  • de ontwikkeling,
  • climax en
  • afwikkeling.
De vijf stadia van een verhaalstructuur vind je op pagina 4 van de bijlagen.
      We gaan nu Gratis afkijken.
      Tijdens het kijken van de film ga je de besproken fasen van de                                      verhaalstructuur herkennen aan de hand van een aantal kijkvragen en dit op          een werkblad uitwerken. Beschrijf daarbij per fase wat er in de film gebeurt.
 2  De vijf stadia van een verhaalstructuur

Slide 7 - Tekstslide

Introduceer de vijf stadia van een verhaalstructuur
  1. Je leerlingen hebben net naar de openingsscène van een korte film gekeken. Vertel je leerlingen dat ze straks de korte film afkijken.
  2. Vraag je leerlingen of ze tijdens het zien van de film de besproken fasen van de verhaalstructuur herkennen aan de hand van een aantal kijkvragen. Vertel dat ze hun observaties straks op een werkblad uitwerken.
  3. Deel het werkblad met de elementen van de verhaalstructuur met kijkvragen vragen uit.
  4. Laat je leerlingen na afloop van de film aan de hand van de kijkvragen per fase beschrijven wat er in de film gebeurt. Zo koppelen je leerlingen de gebeurtenissen van de film aan de fasen van de verhaalstructuur.
Het werkblad met kijkvragen (en antwoordenmodellen) vind je in de bijlagen.
      Welke fasen uit de film vind je makkelijk te herkennen en waarom?
      Welke waren lastiger vast te stellen? Waarom?
 3  Afsluiting: nabespreken en reflecteren

Slide 8 - Tekstslide

Afsluiting: nabespreken en reflecteren

Vraag aan je leerlingen hun bevindingen klassikaal te delen. Welke fasen uit de film vinden ze makkelijk te herkennen en waarom? Welke waren lastiger vast te stellen? Waarom?

---

Verdiepende opdracht:

Na het kijken van de korte film kunnen leerlingen de verschillende verhaalstadia in de film herkennen en beschrijven.

Leer leerlingen nu hetzelfde principe toepassen op een kort geschreven verhaal.