In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Oefenvragen
H6 Bevolking en ruimte in China
Slide 1 - Tekstslide
Het westen van China
Het oosten van China
Congestie
Shanghai, Beijing, Guangzhou
0-50 inw per km2
Koud en droog
Plattelandsbevolking
47% werkt in industrie
Slide 2 - Sleepvraag
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 3 - Quizvraag
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 4 - Quizvraag
A
1
B
2
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Wat zijn gevolgen van de Chinese eenkindpolitiek?
A
Meer jongens dan meisjes en vergrijzing
B
Trek naar de stad en economische krimp
C
Meer jongens dan meisjes en trek naar de stad
D
Meer meisjes dan jongens en vergrijzing
Slide 7 - Quizvraag
Twee uitspraken. 1. De steden in China groeiden vooral voor 1980. 2. De migratie in China is vooral van west naar oost.
A
Beiden juist
B
Beiden onjuist
C
1=juist, 2=onjuist
D
1=onjuist, 2=juist
Slide 8 - Quizvraag
Wat betekent Hukou?
A
Dat je moet wonen op de plek waar je bent geboren
B
Dat je maar 1 kind mag krijgen
C
Dat je alleen mag verhuizen naar het binnenland
D
Dat je ergens anders gaat wonen dan waar je bent geboren
Slide 9 - Quizvraag
Bron 31 laat een oude wijk in Beijing zien. Hoe noemen we zo’n wijk in China?
A
bidonville
B
hukou
C
hutong
D
krottenwijk
Slide 10 - Quizvraag
Waarom wil China de hutongs plat gooien?
Slide 11 - Open vraag
De bevolking in China is heel ongelijk verspreid over het land
A
Goed
B
Fout
Slide 12 - Quizvraag
Waarom voerde China de éénkindpolitiek in?
A
Om het geboortecijfer terug te dringen.
B
Om de bevolking te laten krimpen.
C
Om de bevolking te laten afnemen.
D
Om ontgroening tegen te gaan.
Slide 13 - Quizvraag
Er worden in China steeds minder kinderen geboren, maar toch groeit de bevolking nog. Wat is de belangrijkste oorzaak van de doorgaande groei?
A
De meeste mensen nemen meer dan één kind.
B
De volkstellingen van de overheid kloppen niet.
C
Op het platteland wordt de éénkindpolitiek niet uitgevoerd.
D
De levensverwachting neemt toe.
Slide 14 - Quizvraag
Welke uitspraak over de bevolkingssamenstelling van China is FOUT?
A
In China wonen veel verschillende bevolkingsgroepen
B
Meer dan 90 procent van de Chinezen zijn HAN-Chinezen
C
In China zijn geen minderheidsgroepen, want de bevolkingsgroepen zijn gelijk verdeeld
Slide 15 - Quizvraag
Hoe kun je aan de bevolkingsgrafiek zien dat China een eenkindpolitiek heeft gehad?
A
De basis van de bevolkingsgrafiek wordt steeds smaller
B
De basis van de bevolkingsgrafiek wordt steeds breder
C
De bevolkingsgrafiek wordt schever omdat het aantal meisjes toeneemt
D
De bevolkingsgrafiek wordt kleiner omdat de bevolking afneemt.
Slide 16 - Quizvraag
China had tot oktober 2015 een een-kindpolitiek. Tijdens deze een-kindpolitiek groeide de bevolking toch. Hoe kan dit?
A
Omdat veel mensen de regel ontduiken
B
Door de jonge leeftijd van de bevolking
C
Doordat er veel migranten in China kwamen wonen
D
Er werden veel kinderen geadopteerd
Slide 17 - Quizvraag
Welke uitspraak over de bevolkingsspreiding in China is juist.
A
Het oosten is dichtbevolkt
B
Het westen is dichtbevolkt
C
Het noorden is dichtbevolkt
D
De bevolking is ongeveer gelijk over het land verdeeld
Slide 18 - Quizvraag
Welke uitspraak is juist?
A
In een communistisch land als China is de welvaart goed verdeeld
B
Op het platteland is sociale bevolkingsgroei belangrijker dan de natuurlijke bevolkingsgroei
C
In het oosten van China is veel economische groei en welvaart
D
In het westen van China is veel economische groei en welvaart.
Slide 19 - Quizvraag
Braindrain heeft vaak negatieve gevolgen voor de ontwikkeling van plattelandsgebieden in China. Er zijn echter ook positieve gevolgen te noemen voor braindrain in China. Welk antwoord is het juiste positieve gevolg?
A
Als plattelanders eenmaal in de stad wonen, brengen ze ideeën vanuit de stadscultuur naar het platteland.
B
Degenen die weggetrokken zijn van het platteland, maken vaak geld over naar de achtergebleven familieleden.
C
Braindrain voorkomt dat er sprake is van vergrijzing op het platteland.
D
Braindrain zorgt uiteindelijk voor nieuwe werkgelegenheid op het platteland.
Slide 20 - Quizvraag
Koppel het juiste land aan de juiste bevolkingspiramide
Duitsland
China
Nederland
Slide 21 - Sleepvraag
Oude woonwijk in China heet:
A
Hukou
B
CBD
C
Urbanisatie
D
Hutong
Slide 22 - Quizvraag
Welk begrip past bij de foto?
A
Hutong
B
Hondong
C
Hukou
D
Hotdog
Slide 23 - Quizvraag
Als je geen hukou voor de stad hebt mag je in de stad niet naar school.
A
goed
B
fout
Slide 24 - Quizvraag
Hoe heet een gebied waar de regering buitenlandse handel en fabrieken toestaat?
A
Speciale agglomeratie
B
Hukou - systeem
C
Speciale economische zone
D
Megastad
Slide 25 - Quizvraag
Waarom hebben de fabrieksarbeidsters op de foto een verblijfsvergunning nodig voor de stad Shenzhen?
A
Vanwege de agglomeratievorming.
B
Vanwege de concessiegebieden.
C
Vanwege de Speciale Economische Zones.
D
Vanwege het hukou-systeem.
Slide 26 - Quizvraag
In welk seizoen hebben Chinezen de meeste last van smog?
A
Winter
B
Lente
C
Zomer
D
Herfst
Slide 27 - Quizvraag
In de steden in China is veel smog. De oorzaken hiervan zijn onder andere
A
veel landbouw en fabrieken
B
veel kantoren en fabrieken
C
veel kolencentrales en fabrieken
D
veel kolencentrales en toeristen
Slide 28 - Quizvraag
Noteer de letters van de juiste zinnen..
A
De drijvende bevolking in China bestaat uit migranten.
B
De smog in Beijing is een grote natuurramp voor de stad.
C
Het urbanisatietempo in China is hoog.
D
China is geen lagelonenland en ook geen rijk land, maar een opkomend land
Slide 29 - Quizvraag
De pijlen in figuur 1 geven de relaties weer die er zijn tussen de Parelrivierdelta, China en de wereld. Welke woorden horen bij de drie soorten relaties?
1
2
3
arbeiders
export
multinational
Slide 30 - Sleepvraag
De participatie in een Hutong is groot als gevolg van de bebouwingsdichtheid.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 31 - Quizvraag
De open deuren politiek zorgde voor een aantrekking van arbeiders en een groei van de economie. Daardoor zijn er enorme agglomeraties ontstaan.