7.2 - Europa zonder grenzen?

1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik 7.1

Slide 4 - Tekstslide

Vorig jaar heeft Nederland 2 miljard theedoeken gekocht uit Ethiopië met een importwaarde van €250 miljoen. Wat was de gemiddelde importprijs van 1 theedoek?
A
€1,25
B
€0,13
C
€8
D
€1

Slide 5 - Quizvraag

In welk van de volgende gevallen stijgt het saldo op de betalingsbalans?
A
Nederland importeert dit jaar €200 miljard meer.
B
Een Spaans gezin komt 7 dagen op vakantie in Amsterdam.
C
Een Nederlander koopt een auto uit Duitsland.
D
Een Nederlands bedrijf betaalt de salarissen van Franse werknemers.

Slide 6 - Quizvraag

In Nederland hebben we een open economie want, ...
A
Nederland heeft veel contact met het buitenland.
B
Nederland exporteert veel.
C
Nederland is een handelsland.
D
Nederland heeft weinig bemoeienis van de overheid.

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Wat is onjuist?
A
Niet elk land dat in Europa ligt hoor bij de Europese Unie.
B
Het doel van de EU is dat alle landen binnen de EU economisch samenwerken.
C
Nederland en Engeland horen bij de EU.
D
De EU heeft een interne markt.

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Wat is onjuist?
A
Als NL uit Spanje producten importeert, hoeven er geen invoerrechten te worden betaalt.
B
Als je zou willen mag je in NL wonen en in Duitsland werken.
C
Jij kunt een spaarrekening in NL en in Italië hebben.
D
Als je met het vliegtuig op vakantie gaat naar Hongarije hoef je geen identiteitsbewijs te laten zien.

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Er zijn 3 verschillen tussen de lidstaten van de EU die je moet kennen. Wat is GEEN verschil?
A
De lidstaten hebben andere btw-tarieven.
B
De lidstaten kunnen niet meer uit de EU zodra ze erin zijn gestapt.
C
De lidstaten hebben verschillende mileuregels.
D
De lidstaten gebruiken niet allemaal de euro.

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Welk land hoort niet bij de eurozone maar zit wel in de EU?
A
Zweden
B
Frankrijk
C
Portugal
D
England

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Noem 2 voordelen van de eurozone

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Als de prijzen te snel en te veel stijgen wilt het ECB prijsstabilisatie.

Moet de ECB zijn rente verhogen of verlagen?

Slide 22 - Tekstslide

1. De ECB verhoogt zijn rente.
2. Consumenten gaan minder lenen en meer sparen.
3. De bestedingen / de vraag naar goederen en diensten daalt.
4. De prijzen zullen dalen

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Als de ECB zijn rente verhoogt wat gebeurt er dan met de wisselkoers?

Slide 25 - Tekstslide

1. De ECB verhoogt zijn rente.
 2. Er ontstaat meer vraag naar de euro(, omdat buitenlanders nu graag geld willen sparen bij ons en geld willen beleggen.) 
3. De wisselkoers van de euro stijgt.

Slide 26 - Tekstslide

Als de ECB zijn rente verhoogt wat gebeurt er dan met de import en export?

Slide 27 - Tekstslide

1. De ECB verhoogt zijn rente.
 2. Er ontstaat meer vraag naar de euro(, omdat buitenlanders nu graag geld willen sparen bij ons en geld willen beleggen.) 
3. De wisselkoers van de euro stijgt.
4. Producten in het buitenland worden goedkoper voor ons en producten in ons land word duurder voor het buitenland.
5. Import stijgt en de export daalt.

 

Slide 28 - Tekstslide

(Vraag van eerst)
Als de prijzen te snel en te veel stijgen wilt het ECB prijsstabilisatie.

Moet de ECB zijn rente verhogen of verlagen?

Slide 29 - Tekstslide


1. De ECB verhoogt zijn rente.
2. De wisselkoers stijgt.
3. We worden duurder voor het buitenland, waardoor we minder zullen exporteren.
4. De bestedingen / de vraag naar goederen en diensten daalt.
5. De prijzen zullen dalen.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Als de ECB zijn rente verlaagt, hoe zorgt dit voor meer werkgelegenheid.

Slide 32 - Tekstslide

1. De ECB verlaagt zijn rente.
2. Mensen gaan nu meer lenen en minder sparen.
3. Mensen gaan meer besteden / De vraag naar producten stijgt.
4. Er moet meer geproduceerd worden.
5. Er is meer personeel nodig, dus werkgelegenheid stijgt.

Slide 33 - Tekstslide

Als de ECB zijn rente verlaagt, hoe zorgt dit voor (extra) inflatie?

Slide 34 - Tekstslide

1. De ECB verlaagt zijn rente.
2. De wisselkoers daalt.
3. We worden goedkoper voor het buitenland waardoor onze export stijgt.
4. De bestedingen / de vraag naar goederen en diensten stijgt.
5. De prijzen zullen stijgen, dus inflatie.

1. De ECB verlaagt zijn rente.
2. Mensen gaan meer lenen en minder sparen.
3. Bestedingen / de vraag zal toenemen.
4. De prijzen zullen stijgen, dus inflatie.

Slide 35 - Tekstslide

Als het slecht gaat met de economie wat kan de ECB dan het beste met zijn rente doen?

Slide 36 - Tekstslide

1. De ECB verlaagt zijn rente.
2. De wisselkoers daalt.
3. We worden goedkoper voor het buitenland waardoor onze export stijgt.
4. De bestedingen / de vraag naar goederen en diensten stijgt.
5. De prijzen zullen stijgen, dus inflatie.

1. De ECB verlaagt zijn rente.
2. Mensen gaan meer lenen en minder sparen.
3. Bestedingen / de vraag zal toenemen.
4. De prijzen zullen stijgen, dus inflatie.
Dat 
1. De ECB verlaagt zijn rente.
2. De wisselkoers daalt.
3. We worden goedkoper voor het buitenland waardoor onze export stijgt.
4. De bestedingen / de vraag naar goederen en diensten stijgt.
5. De prijzen zullen stijgen, dus inflatie.

1. De ECB verlaagt zijn rente.
2. Mensen gaan meer lenen en minder sparen.
3. Bestedingen / de vraag zal toenemen.
4. De prijzen zullen stijgen, dus inflatie.

1. De ECB verlaagt zijn rente.
2. Mensen gaan nu meer lenen en minder sparen.
3. Mensen gaan meer besteden / De vraag naar producten stijgt.
4. Er moet meer geproduceerd worden.
5. Er is meer personeel nodig, dus werkgelegenheid stijgt.




Dat de inflatie stijgt of dat de werkgelegenheid stijgt zijn tekenen dat de economie groeit. Dit weten we vanuit 6.1

Slide 37 - Tekstslide

Als de ECB zijn wisselkoers wilt laten dalen, wat moet de ECB dan met zijn rente doen?

Slide 38 - Tekstslide

1. De ECB verlaagt zijn rente.
 2. Er ontstaat minder vraag naar de euro(, omdat buitenlanders nu minder snel geld willen sparen bij ons en geld willen beleggen.)
3. De wisselkoers van de euro daalt.

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Link

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide