Technologie in de zorg

Technologie in de zorg
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Technologie in de zorg

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is zorgtechnologie?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat maakt dat er steeds meer technologie in de zorg wordt toegepast?

Slide 3 - Woordweb

Technologische vooruitgang zie je terug op allerlei gebieden. Het beïnvloedt de producten die we gebruiken, maar ook de manier waarop we met informatie omgaan en de manier waarop bedrijven zich organiseren. In de zorg wordt er ook steeds meer gewerkt met digitalisering
Welke soorten van technologie in de zorg ken je?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende soorten
E-health
Domotica
Robotica
Telebehandeling en telemonitoring
Het elektronisch patientendossier
M-health
Virtual Reality
Sensoren 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De heer Olthof maakt gebruik maakt gebruik van personenalarmering in de vorm van een alarmknop in de badkamer. Deze alarmknop maakt bij het indrukken direct contact met de zorgcentrale. Beide zijn voorbeelden van ondersteunende/toezichthoudende domotica.

Noem 1 sterk punt van personenalarmering en 1 zwak punt.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Technologie en de zorgvrager
Voorwaarden voor een goede toepassing
1. De zorgvrager moet goed en zorgvuldig zijn voorgelicht
2. De technologie moet doordacht worden toegepast.
3. De tool én de opvolging moeten goed en betrouwbaar zijn. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke rol heb je als VPK bij de inzet van technologie in de zorg?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Meneer Dijkhuis heeft COPD en krijgt een systeem voor telemonitoring mee naar huis. Wat moet je als verpleegkundige doen in deze situatie?
A
De tijdstippen aangeven wanneer de arts en vpk de data uitlezen
B
De handleiding geven
C
Aangeven wie gebeld kan worden bij problemen/storingen
D
Uitleggen stap voor stap het gebruik en doel

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mevrouw de Graaff krijgt een medicatiesensor mee naar huis. Deze sensor geeft een signaal wanneer hij zijn medicatie in moet nemen. Jij gaat hem ondersteunen bij het gebruik van deze domotica. Wat is hierbij belangrijk?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke wetten komen kijken bij de inzet van technologie in de zorg?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (WKKGZ)
Zorginstellingen moeten hun eigen kwaliteit bewaken, beheersen en verbeteren. 
Voor domotica betekend dit:
- Het doel moet duidelijk zijn 
- Op welke wijze de toepassing in de behoefte van de zorgvrager voorziet
- Vastgesteld welke eisen de apparatuur moet voldoen
- Welke opleiding/training de medewerkers moeten hebben

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat houdt de wet zorg en dwang in?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wet zorg en dwang
Uitgangspunt: 'nee, tenzij'

Als zorgverlener is het goed om de volgende punten te checken als je domotica wilt inzetten:
- Is deze maatregel de minst ingrijpende maatregel die mogelijk is?
- Is deze inzet in verhouding tot het gevaar?
- Bereiken we hiermee het doel dat we willen bereiken?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wet op geneeskundige behandelingsovereenkomst

Zorgvragers moeten altijd voorgelicht worden over domotica en er moet toestemming gevraagd worden voor de inzet. 

Het recht op privacy kan door het gebruik van (toezichthoudende) domotica worden geschonden. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgens de WGBO wordt er altijd toestemming gevraagd voor de inzet van domotica
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiding
Jij gaat, samen met de collega's van de nieuwe plek van de zorgvrager, kijken naar of het huidige hulpmiddel behouden moet worden of dat er een nieuw hulpmiddel aangeschaft moet worden. Hier mag je met jouw groepje zelf een keuze in maken. Je gaat op internet op onderzoek uit en beslist wat het beste hulpmiddel voor jouw zorgvrager is. Kijk hierin ook naar de financiering/bekostiging en vanuit welke wet dit hulpmiddel (deels) vergoed wordt. Eventueel zou er ook gekeken kunnen worden naar uitbreiding van de technologische hulpmiddelen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verdieping 
8.2A Maak een instructiekaart over het gebruik van het huidige of nieuwe technologische hulpmiddel. Kies je doelgroep: maak jij je instructiekaart voor de zorgvrager of voor het zorgpersoneel? Dat hangt natuurlijk af van je casus en keuze.



In het examen 'Professionele ontwikkeling en kwaliteit' staat het beoordelingscriterium 'onderbouwt hoe zij heeft bijgedragen aan de inzet van technologische hulpmiddelen binnen de organisatie'. Het is dus een van jouw taken om na te denken over de verbetering van de kwaliteit van zorg door het inzetten van technologie in de zorg. In dit proces moet je anderen meenemen en ook kunnen overtuigen van waarom juist dit hulpmiddel geschikt zou zijn.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verdieping deel 2
8.2B. In je regiegroep
Je gaat nu, samen met jouw peergroup, een presentatie geven over het gekozen technologische hulpmiddel. Deze presentatie geef je aan de rest van de klas. In deze presentatie neem de ook de instructiekaart en de onderdelen wet- en regelgeving en bekostiging mee. Je mag onderling bepalen hoe je elkaar feedback gaat geven. Zorg voor een duidelijke en juiste bronvermelding (waar heb je jouw informatie vandaan gehaald?).

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Checking
Verwerk de uitkomst van 8.2A en B in een persoonlijk ontwikkelplan. Waar kun jij nog in ontwikkelen en hoe ga je dat aanpakken? Neem hierin de feedback van de presentatie mee.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies