Les 3 Gewrichten en bewegingsassen

Les 3 - Gewrichten en bewegingsassen
Gewrichten 
bindweefselverbindingen
kraakbeenverbindingen
synoviale gewrichten
bewegingsassen
soorten synoviale gewrichten
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 3 - Gewrichten en bewegingsassen
Gewrichten 
bindweefselverbindingen
kraakbeenverbindingen
synoviale gewrichten
bewegingsassen
soorten synoviale gewrichten

Slide 1 - Tekstslide

Quiz... 

Slide 2 - Tekstslide

Botvorming kan op
twee manieren
plaatsvinden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Botvorming in je schedel en sleutelbeen vindt plaats
vanuit kraakbeen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Na de puberteit verdwijnen de groeischrijven
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Nieuw botweefsel
wordt onder het botvlies
gemaakt d.m.v. osteoclasten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Platte beenderen zijn breed en plat,
voorbeelden hiervan zijn:
Schouderblad & schedelbeenderen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Onregelmatig gevormde beenderen bestaan uit een dikke laag compact botweefsel met binnenin sponsachtig botweefsel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Leerdoelen les 3
De student kan uitleggen wat een botverbinding is
De student kent de eigenschappen van bindweefselverbindingen, kraakbeenverbindingen en synoviale gewrichten
De student kent verschillende soorten synoviale gewrichten
De student kent de drie verschillende bewegingsassen

Slide 9 - Tekstslide

Wat weet je
over botverbindingen?

Slide 10 - Woordweb

Botverbindingen
Botverbindingen (junctura) verbinden twee botten met elkaar. Er zijn drie groepen botverbindingen: 
bindweefselverbindingen
kraakbeenverbindingen
Synoviale gewrichten.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Hyalien kraakbeen: bestaat uit collageenvezels, kan vervormen. Trekvast, stevig (primaire kraakbeengewrichten) Bijv. de ribben.

Vezelig kraakbeen: bestaat uit veel collageenvezels en kan daardoor minder vervormen. (secundaire kraakbeengewrichten) Bijv. de tussenwervelschijven.

Kraakbeenverbinding

Slide 14 - Tekstslide

Synoviale gewrichten
- Meest voorkomende soort botverbinding in ons lichaam. 
- Maken grote bewegingen tussen botten mogelijk (schouder-, heup- en kniegewricht)


- Soorten synoviale gewrichten: 
Scharniergewricht, rolgewricht, eigewricht, zadelgewricht, kogelgewricht. 

Slide 15 - Tekstslide

Gewrichten
Daar heb je beweging

Verschillende bewegingen, verschillende gewrichten

Slide 16 - Tekstslide

3.5 Gewrichten 
Gewrichten maken het mogelijk om de botstukken van het skelet ten opzichte van elkaar te bewegen. De vorm van het gewricht bepaalt welke beweging het gewricht kan maken. De banden in het gewrichtskapsel zorgen ervoor dat een gewricht niet te ver door kan bewegen.

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht (groepjes van 3)
Werk 1 van de gewrichten uit en licht toe:
1. Scharniergewricht
2. Rolgewricht
3. Eigewricht
4. Zadelgewricht
5. Kogelgewricht


Slide 18 - Tekstslide

Soorten gewrichten
Gewrichten zijn er in verschillende vormen:
A Atlas
B rol/draaigewrichten, zoals het gewricht tussen het spaakbeen en de ellepijp
C. zadelgewricht, het gewricht tussen de duim en de hand
D vlakgewricht, het gewricht tussen het sleutelbeen en deel van het schouderblad
E Kogelgewrichten, zoals de heup en het schoudergewricht
F scharniergewrichten, zoals de knie en de gewrichten tussen de vingerkootjes

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Gewrichten

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Terugkomen op leerdoelen les 3
De student kan uitleggen wat een botverbinding is
De student kent de eigenschappen van bindweefselverbindingen, kraakbeenverbindingen en synoviale gewrichten
De student kent verschillende soorten synoviale gewrichten
De student kent de drie verschillende bewegingsassen

Slide 28 - Tekstslide

Learnbeat:
Learnbeat, anatomie en fysiologie
1.2 Het bewegingsstelsel
B. Skelet, gewrichten en spieren



Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Huiswerk
Voorbereiden leerdoelen les 4:








De student kent de anatomie van de wervelkolom
De student kent de functie van de wervelkolom
De student kent het verschil tussen lordose en kyfose
De student kent de basisvorm van een wervel
De student kent de anatomie van een halswervel, borstwervel, lendenwervel, het heiligbeen en het stuitje
De student weet wat een tussenwervelschijf is
De student kent de functie van bindweefselbanden van de wervelkolom

Slide 31 - Tekstslide