Paragraaf 4.6: Determineren

Welkom allemaal!
Let op de volgende punten:
  • Pak je laptop erbij (lesson up app)
  • Schrift en pen voor aantekeningen
  • Mobiel in de tas!

Mooi! Dan gaan we beginnen!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom allemaal!
Let op de volgende punten:
  • Pak je laptop erbij (lesson up app)
  • Schrift en pen voor aantekeningen
  • Mobiel in de tas!

Mooi! Dan gaan we beginnen!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Herhaling paragraaf 4.5: Geleedpotigen en Gewervelden

  • Uitleg paragraaf 4.6: Determineren

  • Zelfstandig werken opdrachten 4.6



Slide 2 - Tekstslide

Hoe doen we klassikale vragen:

  • Zonder overleg (belangrijk om te controleren of je het zelf weet!)
  • Je schrijft het antwoord voor jezelf op 
  •  Niet door de klas roepen!
  • Ik geef de beurt aan een van jullie om het antwoord te geven

Slide 3 - Tekstslide

Gewerveld of ongewerveld?
A
Gewerveld
B
Ongewerveld

Slide 4 - Quizvraag

Warm- of koudbloedig?
A
Warmbloedig
B
Koudbloedig

Slide 5 - Quizvraag

Waarom zijn sommige dieren geleedpotigen?
A
Omdat hun lichaam is opgebouwd uit segmenten
B
Omdat insecten behoren tot de geleedpotigen
C
Omdat de poten uit leden (kleine stukken) zijn opgebouwd
D
Dat is gewoon zo bedacht

Slide 6 - Quizvraag

Een dier heeft veren, is warmbloedig, legt eieren met kalkschaal, heeft longen en leeft in de lucht en op het land. Tot welke groep behoort deze gewervelden?
A
Zoogdieren
B
Vogels
C
Amfibieën
D
Vissen

Slide 7 - Quizvraag

Welke 5 groepen bestaat de gewervelden uit?

Slide 8 - Open vraag

Wat voor skelet heeft een gewerveleden?
A
Inwendig skelet
B
Uitwendig skelet

Slide 9 - Quizvraag

Ordening MAX LJ3
Ordening MAX LJ3
Paragraaf 4.6: Determineren

Slide 10 - Tekstslide

Lesdoelen


6.1 Je kunt een determineertabel van organismen gebruiken.

Slide 11 - Tekstslide

Determineren
Zelfs als je een organisme niet kent, kan je het in een rijk of groep plaatsen door goed naar de kenmerken van dit organisme te kijken.

Dit noem je determineren.

Dit doe je met een determineertabel.

Slide 12 - Tekstslide

Determineren
Determineren kun je doen met behulp van een determineertabel.

In een determineertabel staan een aantal vragen over de kenmerken van verschillende organismen.

Slide 13 - Tekstslide

Determineren
De rest van deze tabel
staat in je boek op blz 283

Slide 14 - Tekstslide

Determineren
Bij determineren begin je steeds bij stap 1 en noteer je elke stap die je verder neemt.

Als voorbeeld werken we met het volgende organisme, de zee-egel.

Slide 15 - Tekstslide

Determineren

Slide 16 - Tekstslide

Determineren
De stappen in de determineertabel voor de zee-egel zijn 1B-3A-4A-5B

Slide 17 - Tekstslide

Je kunt een organisme determineren door een determinatietabel te gebruiken

Slide 18 - Tekstslide

Lesdoelen check!
Kan jij...
  • een determineertabel van organismen gebruiken?






Laat maar zien....

Slide 19 - Tekstslide

Determineer: Algen
  • Gebruik de tabel in je boek op blz. 283
  • Schrijf op welke stappen je in de tabel hebt genomen
  • Schrijf je uiteindelijke antwoord op 
  • Je doet het alleen
  • Je krijgt 5 minuten
timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

Determineer: De rietpad
  • Gebruik de tabel in je boek op blz. 283
  • Schrijf op welke stappen je in de tabel hebt genomen
  • Schrijf je uiteindelijke antwoord op 
  • Je doet het alleen
  • Je krijgt 5 minuten
timer
5:00

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat:
Paragraaf 4.6: opdrachten 1 t/m 4
Hoe:
Alleen of in tweetallen (fluisteren!)


Hulp nodig? Zoek het op in je boek of vraag om hulp
Klaar? Maak een samenvatting en een begrippenlijst van thema 4






timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide

Nabespreking:

  • Zijn er nog vragen?

  • Hoe vonden jullie de les?

Slide 23 - Tekstslide

Tot slot:
Schuif je stoel aan
en
Ruim je afval op


Tot de volgende les!

Slide 24 - Tekstslide