Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Veranderingen in de balans
Balans
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
administratie
MBO
Studiejaar 2
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Balans
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Veranderingen in de balans
Leerdoelen:
Na deze les kan jij aangeven :
welke grootboekrekeningen veranderen nadat een
financieel feit
heeft plaats gevonden,
welke verandering de grootboekrekeningen ondergaan door een financieel feit,
Slide 3 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Wat weten we nog over de balans?
uitleg over de veranderingen in de balans
opdracht op papier
bespreking de opdracht
Slide 4 - Tekstslide
Wat weten we nog over de balans?
Slide 5 - Tekstslide
Balans is een overzicht van .....
A
klanten en leveranciers van een onderneming
B
bezittingen, schulden en het eigen vermogen
C
schulden en eigen vermogen
D
alle antwoorden zijn juist
Slide 6 - Quizvraag
Aan de debetzijde van de balans staan .............
A
de bezittingen (activa)
B
de schulden en het eigen vermogen
C
de bezittingen en het eigen vermogen
D
de vorderingen en het eigen vermogen
Slide 7 - Quizvraag
Debiteuren zijn.........
A
leveranciers aan wie je nog moet betalen
B
klanten die altijd contant betalen
C
klanten van wie je nog geld krijgt
D
bezoekers van een bedrijf
Slide 8 - Quizvraag
Crediteuren zijn.....
A
klanten die altijd contant betalen
B
leveranciers aan wie je nog moet betalen
C
leveranciers van wie je nog geld ontvangt
D
alle antwoorden zijn juist
Slide 9 - Quizvraag
Totale bezittingen min totale schulden geeft het.................aan
A
banksaldo
B
eigen vermogen
C
vreemd vermogen
D
alle antwoorden zijn juist
Slide 10 - Quizvraag
Wat betekent vreemd vermogen?
A
kosten die een bedrijf heeft
B
geleend geld (leningen en schulden)
C
het geld op de spaarrekening
D
alle antwoorden zijn juist
Slide 11 - Quizvraag
Welke is een voorbeeld van een financieel feit?
A
een ontvangen factuur
B
een verzonden factuur
C
een bank- of kasbetaling
D
alle antwoorden zijn goed
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Voorbeeld
Je koopt voorraad voor €1.000,- en betaalt contant.
Verandering activa €0 en verandering passiva €0
Slide 14 - Tekstslide
Voorbeeld
Je koopt voorraad voor €1.000,- en betaalt op een later moment. (je koopt op rekening)
Verandering activa €1.000,- en verandering passiva €1.000,-
Slide 15 - Tekstslide
Voorbeeld
Je koopt voorraad voor €1.000,-. Je betaalt contant €250,- en je koopt de rest op rekening.
Verandering activa +€750 en verandering passiva +€750
Slide 16 - Tekstslide
Betaling per bank aan crediteuren €14.000.
Welke grootboekrekeningen veranderen hierdoor?
A
Kas -€14.000 Crediteuren +€14.000
B
Kas -€14.000 Crediteuren -€14.000
C
Bank -€14.000 Crediteuren -€14.000
D
Bank -€14.000 Crediteuren +€14.000
Slide 17 - Quizvraag
Hoe ziet dit eruit?
Betaling, dus bank daalt.
Crediteuren (schuld) daalt, want er wordt afgelost.
Slide 18 - Tekstslide
Per kas gekocht goederen €1.400.
Welke grootboekrekeningen zijn juist gemuteerd ?
A
Voorraad -€1.400 Kas -€1.400
B
Voorraad +€1.400 Kas -€1.400
C
Voorraad -€1.400 Crediteuren -€1.400
D
Voorraad -€1.400 Crediteuren +€1.400
Slide 19 - Quizvraag
Hoe ziet dit eruit?
Betaling via kas, dus kas daalt.
Er wordt voorraad gekocht, dus voorraad stijgt.
Slide 20 - Tekstslide
Betaald per kas diverse kosten €2.200.
Welke grootboekrekeningen zijn juist gemuteerd?
A
Kas -€2.200 Eigen vermogen -€2.200
B
Kas -€2.200 Kosten +€2.200
C
Kas -€2.200 Vreemd vermogen +€2.200
D
Kas +€2.200 Kosten -€2.200
Slide 21 - Quizvraag
Hoe ziet dit eruit?
Kosten betaald per bank, dus kas daalt.
Opbrengsten en kosten komen in het eigen vermogen terecht. Bij kosten, daalt het eigen vermogen.
Slide 22 - Tekstslide
Je verkoopt goederen op rekening voor €14.200. De inkoopwaarde is €9.400.
Welke grootboekrekeningen veranderen ?
A
Debiteuren +€14.200 Voorraad -€9.400 Eigen vermogen+€4.800
B
Debiteuren -€14.200 Voorraad -€9.400 Eigenvermogen+€4.800
C
Debiteuren +€14.200 Voorraad -€14.200
D
Debiteuren +14.200 Voorraad -€9.400 Eigen vermogen-€4.800
Slide 23 - Quizvraag
Hoe ziet dit eruit?
Verschil tussen verkoop en inkoop = brutowinst
Dit komt terecht in het eigen vermogen.
Slide 24 - Tekstslide
Maken:
Maken opdracht 2.1
Slide 25 - Tekstslide
Wat vond je van deze les?
A
Leuk , ik heb veel geleerd
B
Saai, ik heb niks geleerd
Slide 26 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Herhaling hoofdstuk 3
November 2022
- Les met
21 slides
Bedrijfseconomie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Balansmutaties en opstellen balans
September 2022
- Les met
22 slides
Bedrijfseconomie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
Balans en wv rekening
November 2020
- Les met
30 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
4V Beco BedrStar 2.2
November 2020
- Les met
22 slides
Bedrijfseconomie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Havo H2 Balans
Januari 2024
- Les met
28 slides
Bedrijfseconomie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Les 1 Balansmutaties en opstellen balans
September 2022
- Les met
30 slides
Bedrijfseconomie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Havo H3 Balans
Juli 2023
- Les met
36 slides
Bedrijfseconomie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Boekhouden Balans
Oktober 2023
- Les met
51 slides
Boekhouden
MBO
Studiejaar 3