Woordenboek schrijfvaardigheid

Leerdoelen

Ik weet wat de eisen zijn van het PTA schrijfvaardigheid
Ik kan een woordenboek correct gebruiken
Ik kan een zakelijke en persoonlijke brief schrijven in het Duits (met behulp van een woordenboek D-NL











1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen

Ik weet wat de eisen zijn van het PTA schrijfvaardigheid
Ik kan een woordenboek correct gebruiken
Ik kan een zakelijke en persoonlijke brief schrijven in het Duits (met behulp van een woordenboek D-NL











Slide 1 - Tekstslide

Zoek de vertaling op in je woordenboek
en schrijf niet klakkeloos de eerste de beste vertaling op.. 
  • Is het een zelfstandig naamwoord? 
  • Is het een bijvoeglijk naamwoord?
  • Is het een werkwoord?  
  • Is het een voorzetsel?
  • Welke optie past het beste binnen de context?

Slide 2 - Tekstslide

Je wilt je hond niet naar het asiel brengen. Zoek het woord 'asiel' op

Slide 3 - Open vraag

En welk lidwoord hoort bij de vertaling van 'asiel'?
A
der
B
die
C
das

Slide 4 - Quizvraag

En wat doe je als het woord niet in het woordenboek staat?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide


Welk lidwoord krijgt het woord: Abfahrt
A
der
B
die
C
das

Slide 7 - Quizvraag

Geef de juiste vertaling van:

afbladderen

Slide 8 - Open vraag

Geef de juiste vertaling van:

familiebezoek

Slide 9 - Open vraag

De vertaling van:

mogen jullie

Slide 10 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord van

bieten

Slide 11 - Open vraag

Wat is de vertaling van

de geluksdag

Slide 12 - Open vraag

Wat is de vertaling van

de snipperdag

Slide 13 - Open vraag

Wat is de vertaling van

de boomgaard

Slide 14 - Open vraag

Wat is het VOLTOOID DEELWOORD van

streiten

Slide 15 - Open vraag

Gut gemacht! 

Slide 16 - Tekstslide

De datum bij een brief noteer je zo:
A
18 November 2023, Wijchen
B
Wijchen, den 18. November 2023
C
Wijchen, 18. November 2023
D
Wijchen, 18-11-23

Slide 17 - Quizvraag

Aanhef brief aan een jongen in een persoonlijke brief:
A
lieber
B
liebe

Slide 18 - Quizvraag

Aanhef brief aan een meisje (persoonlijke brief)
A
lieber
B
liebe

Slide 19 - Quizvraag

Bedankt voor je e-mail (persoonlijke brief)
A
Viel Dank für deine E-Mail
B
Vielen dank für deine E-Mail
C
Vielen dank für deine e-mail.
D
Vielen Dank für deine E-Mail

Slide 20 - Quizvraag

Hoe schrijf je de aanhef (zakelijke brief) in het Duits?

Slide 21 - Open vraag

Hoe sluit je een zakelijke brief af in het Duits? (met vriendelijke groet(en))

Slide 22 - Open vraag

Gefeliciteerd met je verjaardag
Beterschap!
Fijne kerstdagen!
Sorry, 
ik kan helaas niet komen
Frohe Weihnachten!
Herzlichen Glückwunsch zum Geburtstag
Es tut mir leid. Ich kann nicht kommen
Ich wünsche dir gute Besserung

Slide 23 - Sleepvraag

Hoe gaat 
het met jou?
Leuk, een feest. Ik ben erbij!
Je bent uitgenodigd 
Kom je?
Hoe gaat 
het met jullie?
Schrijf je mij snel weer?
Wie geht es mit euch?. 
Du bist herzlich eingeladen.
Kommst du?
Wie geht es dir? 
Toll eine Party! Ich bin dabei. 
Schreibst du mir bald wieder?

Slide 24 - Sleepvraag

Noch ein Paar Tips..
Maak korte zinnen in het Nederlands.
Gebruik vooral woorden die je al kent
Let op de juiste vervoeging van de werkwoorden
Denk aan de hoofdletters
du oder Sie? dein oder Ihr?

Slide 25 - Tekstslide

Im [maand / jaargetijde/ jaar] 
Im Oktober komme ich dich besuchen.

Am [dag] 
Am Freitag besuche ich dich.

Um [tijdstip] 
Im Oktober werde ich dich am Freitag um 10 Uhr besuchen.

Slide 26 - Tekstslide

Schreiben
Schreib einen informellen Brief

Slide 27 - Tekstslide

Inhoud 
1. Begin de brief met een passende aanhef
2. Bedank voor de e-mail!
3. Vraag hoe het met Lara gaat
4. Vertel dat je op vakantie gaat naar de Ardennen.
5. Vertel met wie je gaat en wat je gaat doen
6. Vertel hoelang je blijft. 
7. Sluit de brief netjes af met een slotzin en aanhef

Klaar? Inleveren bij de docent

Slide 28 - Tekstslide