5GZ: omgaan met anderen
1 / 14
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Zich kunnen inleven in anderen =
A
egocentrisme
B
altruïsme
C
empathie
D
fantasme
Slide 2 - Quizvraag
de gevoelens van de ander benoemen of samenvatten hoort bij
A
actief luisteren
B
assertiviteit
C
feeback geven
D
feedback ontvangen
Slide 3 - Quizvraag
Wat staat in de cursus:
Je geeft ...best op het juiste moment
Je geeft ...best op het juiste moment
A
een beloning
B
een compliment
C
feedback
D
een straf
Slide 4 - Quizvraag
Niet durven vragen of je naar huis mag is
A
assertief
B
agressief
C
subassertief
Slide 5 - Quizvraag
Vriendelijk vragen of je naar huis mag is
A
assertief
B
agressief
C
subassertief
Slide 6 - Quizvraag
Bij assertiviteit gebruiken we best de ... boodschap
A
wat-wanneer-hoe
B
wat-waarom-hoe
C
wat-wie-hoe
D
wat-hoe-waarom
Slide 7 - Quizvraag
Wat hoort NIET bij formeel overleg
A
vaste plaats
B
vast tijdstip
C
over wat je denkt
D
over afgesproken agendapunten
Slide 8 - Quizvraag
Als je omgaat met familie van cliënten moet je rekening houden met
A
de driehoek van welbevinden
B
de triade van welzijn
C
de drietand van zorg
D
de piramide van hulpverlening
Slide 9 - Quizvraag
Belevingsgerichte zorg volgens
A
Kenwood
B
Kithart
C
Kendolf
D
Kitwood
Slide 10 - Quizvraag
Wat hoort niet thuis in het rijtje
A
stimuleren
B
steunen
C
samenwerken
D
signaleren
Slide 11 - Quizvraag
Stimuleren, steunen, samenwerken en sturen horen bij (2 antwoorden)
A
de persoonsondermijnende aanpak
B
de persoonsversterkende aanpak
C
de theorie van Kitwood
D
de theorie van Rogers
Slide 12 - Quizvraag
Wat hoort niet thuis in het rijtje
A
comfort
B
erbij horen
C
identiteit
D
samenwerken
Slide 13 - Quizvraag
Een gesprek rond zorg voeren met de cliënt noemen we een
A
informatief gesprek
B
formatief gesprek
C
informeel gesprek
D
formeel gesprek
