Großbuchstaben (hoofdletters)

HOOFDLETTERS

uitleg over het gebruik van hoofdletters

en de toepassing ervan in het Duits.



1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
duitsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

HOOFDLETTERS

uitleg over het gebruik van hoofdletters

en de toepassing ervan in het Duits.



Slide 1 - Tekstslide

Wat schrijven we met een hoofdletter in het Duits?

De belangrijkste regels zijn:
1. aan het begin van een zin
2. eigennamen ( Peter, Maria....)
3. geografische namen (Berlin, Europa.....)
4. het Duitse "U" ( Sie)
5. alle zelfstandige naamwoorden (dus waar je "de" of "het" ervoor kan zetten)

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer gebruiken we hoofdletters in het Nederlands?

Slide 3 - Open vraag

Wanneer gebruiken we hoofdletters in het Duits? Wat weet je al? Noem woorden of categorieën van woorden.

Slide 4 - Open vraag

vater of Vater?
A
vater
B
Vater

Slide 5 - Quizvraag

montag of Montag?
A
Montag
B
montag

Slide 6 - Quizvraag

deutschland of Deutschland?
A
Deutschland
B
deutschland

Slide 7 - Quizvraag

johan of Johan
A
johan
B
Johan

Slide 8 - Quizvraag

amsterdam of Amsterdam?
A
Amsterdam
B
amsterdam

Slide 9 - Quizvraag

guten tag! mein name ist otto.
(welke woorden moeten met hoofdletter?)
A
tag, mein, otto
B
guten, tag, otto
C
guten, tag, mein, name
D
guten, tag, mein, name, otto

Slide 10 - Quizvraag

ich habe einen hund und eine katze.
(welke woorden moeten met hoofdletter?)
A
ich
B
ich, hund
C
ich, hund, katze
D
ich, habe, hund, katze

Slide 11 - Quizvraag