Gedrag/hormoonstelsel KGT

2 minuten voordat de les begint
  • jassen uit
  • telefoon weg tot toestemming
  • boeken/chromebook op tafel
timer
2:00
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

2 minuten voordat de les begint
  • jassen uit
  • telefoon weg tot toestemming
  • boeken/chromebook op tafel
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

  • introductie Gedrag
  • filmpje
  • zelfstandig werken
  • pauze
  • introductie hormoonstelsel
  • filmpje
  • zelfstandig werken
  • evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Doel van de les
  • Je  kunt beschrijven wat gedrag is en dat je gedrag beïnvloed wordt door alcohol.

Slide 3 - Tekstslide

Gedrag
Alles wat een mens of dier doet is gedrag.
Gedrag bestaat uit handelingen die met elkaar samenhangen.
De handelingen hebben samen een doel.
Als de ene handeling leidt tot de volgende handeling hebben we het over gedragketens

Slide 4 - Tekstslide

Verschillende soorten prikkels
  • inwendige prikkels: honger als je lang niet gegeten hebt
  • uitwendige prikkels: je ruikt vers gebakken brood en dan krijg je trek in brood
  • Gedrag is een respons (reactie) op een prikkel

Slide 5 - Tekstslide

Hoe wordt gedrag bepaalt?
  • aangeleerd: je leert van anderen
  • aangeboren: gedrag dat door erfelijke factoren wordt bepaald

Slide 6 - Tekstslide

0

Slide 7 - Video

In de afbeelding zie je het gedrag van een jong eendje tijdens de laatste dagen in het ei en tijdens het uitkomen van het kuikentje.
Bij 5 is een handeling van het kuikentje te zien.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Een eendenkuikentje wordt door een snoek in zijn poot gebeten. Het eendje begint daardoor hard te piepen.
A
het piepen wordt veroorzaakt door een inwendige prikkel
B
Het piepen is een respons

Slide 9 - Quizvraag

Zeeschildpadden leggen hun eieren op het strand. Ze graven een kuil in het zand, leggen er hun eieren in en dekken de eieren af met zand. Daarna gaan ze terug naar zee. Als de jongen uit de eieren komen, graven ze zich uit en kruipen naar zee, zoals in de afbeelding is te zien.
A
dit gedrag is erfelijk
B
dit gedrag is aangeleerd

Slide 10 - Quizvraag

Het gedrag dat bij 1 tot en met 6 is te zien, is alleen erfelijk bepaald.

A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Beinvloeding van gedrag
  • alcohol
  • medicijnen
  • drugs

Slide 12 - Tekstslide

Alcohol beschadigt de ontwikkeling van de hersenen van jongeren blijvend.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Jongeren zijn even gevoelig voor de werking van alcohol als ouderen.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Jongeren die drinken hebben meer kans op een hersenbeschadiging!!



Slide 15 - Tekstslide

0

Slide 16 - Video

Aan het werk
 6.5 Gedrag
lezen en opdrachten maken
Ook testjezelf

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Doel van de les
  • Je kunt de bouw en de werking van het hormoonstelsel beschrijven
  • Je kunt in een afbeelding de belangrijkste hormoonklieren benoemen
  • je kunt de werking beschrijven van de hormonen uit de eilandjes van Langerhans

Slide 19 - Tekstslide

Wat zijn hormonen?
  • Stoffen die de werking van bepaalde organen regelen
  • Gemaakt in hormoonklieren
  • Worden vervoert door het bloed

Slide 20 - Tekstslide

Hormoonklier
Een klier is een orgaan die bepaalde stoffen maakt.

Slide 21 - Tekstslide

Klieren
Een klier is een orgaan die bepaalde stoffen maakt.
De stoffen worden afgevoerd via afvoerbuizen
Voorbeelden: zweetklieren,
speekselklieren, traanklieren
klieren met afvoerbuis

Slide 22 - Tekstslide

Hormoonklieren
  • maken hormonen
  • geven de hormonen af aan het bloed dat door de klier stroomt
  • hormonen zijn alleen werkzaam in organen die er gevoelig voor zijn!
hormoonklieren

Slide 23 - Tekstslide

Wat is de functie van hormonen?
A
hormonen regelen de werking van organen die er gevoelig voor zijn
B
hormonen zorgen voor de voeding van veel hormoonklieren
C
hormonen zorgen voor snelle reacties op bepaalde prikkels

Slide 24 - Quizvraag

In de afbeelding zie je twee klieren.
Welk van deze twee klieren is het meest waarschijnlijk een hormoonklier?
A
klier 1
B
klier 2
C
allebei
D
geen van beiden

Slide 25 - Quizvraag



Slide 26 - Tekstslide

  • Het hormoonstelsel regelt vooral langzame , langdurige processen
  • Hebben invloed op stofwisseling, voortplanting, groei en ontwikkeling

Slide 27 - Tekstslide

Op welke processen hebben hormonen geen invloed?
A
groei en ontwikkeling
B
ademhaling
C
voortplanting
D
stofwisseling

Slide 28 - Quizvraag

In de afbeelding is de ligging van enkele hormoonklieren bij een vrouw getekend.
Hoe heet deel 1?
A
alvleesklier
B
schildklier
C
hypofyse
D
bijnieren

Slide 29 - Quizvraag

In de afbeelding is de ligging van enkele hormoonklieren bij een vrouw getekend.
Hoe heet deel 4?
A
alvleesklier
B
schildklier
C
hypofyse
D
bijnieren

Slide 30 - Quizvraag

0

Slide 31 - Video

Alvleesklier
Eilandjes van Langerhans

Slide 32 - Tekstslide

Eilandjes van Langerhans
  • Glucose uit plantenvoedsel gaat door de wand van de dunne darm in het bloed
  • glucosegehalte gaat boven 0,1%
  • Eilandjes van Langerhans maken insuline 
  • daardoor zakt het glucosegehalte weer naar 0,1%!

Slide 33 - Tekstslide

Eilandjes van Langerhans
  • glucose is brandstof van ons lichaam
  • bij inspanning veel verbranding van glucose
  • glucosegehalte daalt onder 0,1%
  • eilandjes van Langerhans maken glucagon
  • het glucosegehalte stijgt dan weer!

Slide 34 - Tekstslide

0

Slide 35 - Video

Diabetes of suikerziekte
  • eilandjes van Langerhans produceren te weinig insuline
  • glucosegehalte blijft daardoor boven 0,1%
  • insuline moet op andere manier in lichaam komen

Slide 36 - Tekstslide

De hormonen insuline en glucagon hebben beide inlvoed op het glucosegehalte van het bloed.
Is de invloed van deze hormonen op het glucosegehalte van het bloed hetzelfde of tegengesteld?
A
hetzelfde
B
tegengesteld

Slide 37 - Quizvraag

Welke invloed heeft insuline op het glucosegehalte van het bloed?
A
door insuline daalt het glucosegehalte in het bloed
B
door insuline stijgt het glucosegehalte in het bloed

Slide 38 - Quizvraag

Het bloed bij de mens bevat gemiddeld 0,1% glucose.
Wanneer maken de eilandjes van Langerhans veel insuline?
A
als glucosegehalte hoger is dan 0,1%
B
als glucosegehalte lager is dan 0.1%

Slide 39 - Quizvraag

Bij diabetes maken de eilandjes van Langerhans te weinig van een bepaald hormoon.
Van welk hormoon?
A
glucagon
B
insuline

Slide 40 - Quizvraag