De islam ontstaat

De islam ontstaat 
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De islam ontstaat 

Slide 1 - Tekstslide

Maar eerst... Huiswerk
Opdracht 7 (bladzijde 132): 

Slide 2 - Tekstslide

Maar eerst... Huiswerk
Opdracht 7 (bladzijde 132):
A   -   3
B   -   1
C   -   2

Slide 3 - Tekstslide

Maar eerst... Huiswerk
Opdracht 8: 
a)

Slide 4 - Tekstslide

Maar eerst... Huiswerk
Opdracht 8:
a) D


Slide 5 - Tekstslide

Maar eerst... Huiswerk
Opdracht 8:
b)

Slide 6 - Tekstslide

Maar eerst... Huiswerk
Opdracht 8:
b) Graaf : tweede stand
     Horige: derde stand
     Monnik: eerste stand
     Paus: eerste stand
     Ridder: tweede stand
     Vrije boer: derde stand
     

Slide 7 - Tekstslide

Maar eerst... Huiswerk
Opdracht 9
a)

Slide 8 - Tekstslide

Maar eerst... Huiswerk
Opdracht 9
a) Rond 500 geloofden veel mensen in het huidige Nederland en Duitsland in Germaanse goden. In de 7e en 8e eeuw kwamen monniken naar onze streken. Zij stichtten kloosters. Daarvandaan bekeerden ze mensen tot het christendom. Het bekeren van de Germanen was moeilijk. De kerk koppelde daarom sommige heidense gewoontes aan christelijke gebruiken.

Slide 9 - Tekstslide

Maar eerst... Huiswerk
Opdracht 9
b)

Slide 10 - Tekstslide

Maar eerst... Huiswerk
Opdracht 9 
b) 1. Elke dorp had een kerk en een priester
     2. Kinderen werden bij hun geboorte gedoopt. 
     3. Mensen trouwde in de kerk.
     4. Doden werden begraven bij de kerk .
     5. Mensen luisterde goed naar de geestelijken. 
     6. Mensen gingen iedere zondag naar de kerk.

Slide 11 - Tekstslide

Maar eerst... Huiswerk
Opdracht 9
c)

Slide 12 - Tekstslide

Maar eerst... Huiswerk
Opdracht 9 
c) De eerste stand bestond uit de geestelijken. Hun taak was om te bidden voor de mensen. De tweede stand bestond uit edelmannen. Het was hun taak om de geestelijken en de boeren te beschermen. Tot de derde en laagste stand hoorden de boeren. Hun taak bestond uit het land bewerken en zorgen voor voedsel.

Slide 13 - Tekstslide

De islam ontstaat 
Leerdoelen:
  • Je kunt beschrijven hoe de islam ontstond.
  • Je kunt vier kenmerken van de islam noemen.
  • Je kunt beschrijven hoe de islam zich verspreidde.

Slide 14 - Tekstslide

3 De islam ontstaat 

Slide 15 - Tekstslide

Intro
Opdracht 1

Slide 16 - Tekstslide

Intro
Opdracht 1 
Aan de gebedsruimte, aan de waterbron van de wasplaats en de toren die werd gebruikt als minaret. 

Slide 17 - Tekstslide

Intro
Opdracht 2

Slide 18 - Tekstslide

Intro
Opdracht 2
A - 2
B - 3
C - 1

Slide 19 - Tekstslide

Het ontstaan van de islam
Opdracht 3

Slide 20 - Tekstslide

Het ontstaan van de islam
Opdracht 3 
B -  D - C - A - E

Slide 21 - Tekstslide

Het ontstaan van de islam
Opdracht 4
a)

Slide 22 - Tekstslide

Het ontstaan van de islam
Opdracht 4
a) De mensen in Mekka geloofden in natuurgoden, daarom hadden ze geen interesse in de god van Mohammed.

Slide 23 - Tekstslide

Het ontstaan van de islam
Opdracht 4
b)

Slide 24 - Tekstslide

Het ontstaan van de islam
Opdracht 4
b) Culturele verandering, want veel mensen gingen in Allah geloven.

Slide 25 - Tekstslide

Het ontstaan van de islam
Opdracht 5 
a)

Slide 26 - Tekstslide

Het ontstaan van de islam
Opdracht 5 
a) D 

Slide 27 - Tekstslide

Het ontstaan van de islam
Opdracht 5
b)

Slide 28 - Tekstslide

Het ontstaan van de islam
Opdracht 5
b) Het gezicht van Mohammed
is bedekt of weggekrast. 

Slide 29 - Tekstslide

De inhoud van de islam
Opdracht 6

Slide 30 - Tekstslide

De inhoud van de islam
Opdracht 6 
A   -   5
B   -   3
C   -   1
D   -   4
E   -   2

Slide 31 - Tekstslide

De inhoud van de islam
Opdracht 7

Slide 32 - Tekstslide

De inhoud van de islam
Opdracht 7    
Onderstreep:  
1. Ten eerste hebben de moslims een heilig boek: de Koran. 
2. Ten tweede geloven ze dat er één god is en dat Mohammed de laatste en belangrijkste boodschapper van God was. 
3. Hij zei dat je in de hemel kunt komen, als je in Allah gelooft en volgens zijn regels leeft.
4. Ten slotte komen moslims op vrijdagmiddag bijeen in hun gebedshuis, de moskee. 
 

Slide 33 - Tekstslide

De verspreiding van de islam
Opdracht 8

Slide 34 - Tekstslide

De verspreiding van de islam
Opdracht 8
A   -   2
B   -   3
C   -   1


Slide 35 - Tekstslide

De verspreiding van de islam
Opdracht 9

Slide 36 - Tekstslide

De verspreiding van de islam
Opdracht 9
1. Christenen moesten extra belasting betalen
2. Om een belangrijke baan in het bestuur of leger te krijgen, moest je moslim zijn.

Slide 37 - Tekstslide

De verspreiding van de islam
Opdracht 10

Slide 38 - Tekstslide

De verspreiding van de islam
Opdracht 10
A - D - B - C - E

Slide 39 - Tekstslide

Samenvatten
Opdracht 11 
a)

Slide 40 - Tekstslide

Samenvatten
Opdracht 11
a) In de 7e eeuw kreeg Mohammed een boodschap: hij moest in één god geloven, namelijk Allah. In de stad Mekka hadden de mensen eerst geen interesse in het verhaal van Mohammed. In 622 vertrok Mohammed naar de stad Medina. Daar bekeerden veel mensen zich tot de islam. Ze werden moslims

Slide 41 - Tekstslide

Samenvatten
Opdracht 11 
b)

Slide 42 - Tekstslide

Samenvatten
Opdracht 11
b) 1. Moslims houden zich aan de 5 zuilen. 
     2. Er is heilig boek: de Koran. 
     3. Op vrijdagmiddag is het belangrijkste gebed in de moskee. 
     4. Er is één god en Mohammed is zijn belangrijkste boodschapper. 

Slide 43 - Tekstslide

Samenvatten
Opdracht 11 
c)

Slide 44 - Tekstslide

Samenvatten
Opdracht 11
c) Mohammed en zijn opvolgers veroverden veel gebieden. Zo werd het islamitische rijk steeds groter. Joden en christenen die daarin woonden, moesten extra belasting betalen en mochten geen bestuurder worden. Veel joden en christenen bekeerden zich daarom tot de islam.

Slide 45 - Tekstslide