Stof Hoofdstuk 3

Stof Hoofdstuk 3
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Stof Hoofdstuk 3

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 3.1

Slide 2 - Tekstslide

0

Slide 3 - Video

Steenkool en Stoom
In de 19e eeuw; begin van een nieuwe tijd; de moderne tijd

Er werd steeds meer met machines gewerkt; Industriele revolutie

Slide 4 - Tekstslide

Steenkool en Stoom
Het begint in Groot-Britannië. 
  • Stoommachine werd uitgevonden
  • Hiermee konden machines in beweging gezet worden
  • Die machines werden gebruik in de textielindustrie; veel sneller --> Meer produceren --> meer winst

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Industriële samenleving
Machines namen het werk over op het platteland
  • Minder werk --> Boeren naar de stad om werk te zoeken in de fabrieken
  • Ook gingen steeds meer mensen werken in de Dienstensector
  • Samenleving waar de meeste mensen in de industrie of de dienstensector werken --> Industriele samenleving

Slide 8 - Tekstslide

Ondernemers en arbeiders
Eigenaren van de fabriek probeerde zoveel mogelijk winst te maken
  • Arbeiders moesten veel werken in de fabrieken
  • Lage lonen --> Fabrieksbaas verdiende veel
  • Deel van het geld werd weer geïnvesteerd in de fabriek
  • Kapitalisme (Winst maken)

Slide 9 - Tekstslide

Paragraaf 3.2

Slide 10 - Tekstslide

Nederland krijgt een koning
Napoleon wordt verslagen bij de slag bij Waterloo
- Nederland heeft een nieuwe leider nodig
  • De zoon van oud-stadhouder Willem V; Prins Willem Frederik van Oranje-Nassau
  • Koning Willem I

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Willem I

  • Staatshoofd
  • Leider van de regering
  • Koos zelf zijn ministers
  • Koos de kamerleden
  • Besliste zelf over belangrijke zaken in het land
Willem-Alexander

  • Staatshoofd
  • Geen leider van de regering
  • Ministers worden gekozen door kamerleden
  • Kamerleden worden gekozen door het volk
  • Kamerleden beslissen over belangrijke zaken

Slide 13 - Tekstslide

Liberalen
Koningen in Europa; veel macht
- Steeds meer mensen wilden verandering en gaan samenwerken; politiek-maatschappelijke stromingen
 
Liberalen; willen meer vrijheid en invloed.
- Burgers moeten het parlement (1e en 2e kamer) kiezen

Slide 14 - Tekstslide

Koning Willem II
(1840-1849)
Koning Willem III
(1849-1890)

Slide 15 - Tekstslide

De grondwet van 1848
1848; Overal in Europa braken opstanden uit tegen de koningen
- Om rellen in Nederland te voorkomen --> Johan Rudolph Thorbeck kwam met een nieuwe liberale grondwet
- Veel minder macht voor de koning. 

Willem II wilde dit niet ondertekenen --> Uiteindelijk wel
- Bang na relletjes in Amerdam en Den Haag

Slide 16 - Tekstslide

Wat stond er in de grondwet van 1848?
  • Koning Willem II bleef het staatshoofd, maar was niet meer de leider van de regering. 
  • Minister-president werd de regeringsleider
  • Parlement (1e en 2e kamer) kreeg de hoogste macht
  • Gekozen door het volk
  • Regering (ministers) konden alleen regeren met toestemming van het parlement
  • Parlement houdt de regering in de gaten

Slide 17 - Tekstslide

Stemrecht
1848: nog geen democratie
  • Alleen rijke mannen mochten stemmen
  • Na 40 jaar: iets meer mannen
  • 1917: Alle mannen
  • 1919: Alle mannen en vrouwen

Slide 18 - Tekstslide

Paragraaf 3.3 'Sociale kwestie'
Erg veel armoede van de arbeiders
Rijke burgerij (Bourgeoisie [Uitspraak; boer-zjwaa-zie]) erg rijk;
  • Grote verschillen tussen arm en rijk  
  •  Ontevredenheid 
  •   Dit probleem: Sociale kwestie 

Slide 19 - Tekstslide

Het kinderwetje van Van Houten
  • 1874: Het eerst probleem van de sociale kwestie werd aangepakt

  • Samuel van Houten komt met een kinderwet;
  • Kinderen onder de twaalf mochten niet meer in werkplaatsen of fabrieken werken (Wel op de boerderij)

Slide 20 - Tekstslide

Paragraaf 3.4

Slide 21 - Tekstslide

Socialisten
Wat wilden ze?
  • Meer gelijkheid
  • Geen grote verschillen tussen arm en rijk

Slide 22 - Tekstslide

Liberalisten
Wat wilden ze?
  • Vrijheid
  • Burgers mogen zeggen en doen wat ze willen
  • Mensen moeten voor zichzelf zorgen
  • Vaak het machtigst

Slide 23 - Tekstslide

Confessionelen
Wat wilden ze?
  • Het land moest bestuurd worden volgens de bijbel
  • Scholen met de bijbel moeten geld krijgen van de regering
  • Schoolstrijd

Slide 24 - Tekstslide

Het leven van de arbeiders moet beter
Erg veel armoede van de arbeiders
Rijke burgerij (Bourgeoisie [Uitspraak; boer-zjwaa-zie]) erg rijk;
  • Grote verschillen tussen arm en rijk  
  •  Ontevredenheid 
  •   Dit probleem: Sociale kwestie 

Slide 25 - Tekstslide

Sociaal-democraten en communisten
Socialisme: iedereen moet gelijk zijn, minder verschil tussen arm en rijk

  • Sociaal-democraten: Samenwerken met andere partijen
  • Communisten: Macht grijpen en alle productiemiddelen (fabrieken) in de handen van de staat; Iedereen verdient evenveel

Slide 26 - Tekstslide

Karl Marx
Bedenker van het communisme; 
  • Arbeiders moeten met geweld de macht grijpen
  • Arbeiders aller landen, verenigt u!

Slide 27 - Tekstslide

0

Slide 28 - Video

Feministen
Confessionelen en socialisten streefden naar gelijkheid voor iedereen (Emancipatie)

  • 1890: Nieuwe emancipatiebeweging; Feministen
  • Vrouwen wilden evenveel rechten als mannen

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Paragraaf 3.5

Slide 31 - Tekstslide

Europese wereldrijken

19e eeuw: Europese landen breidden hun macht uit in hun kolonies
Meer gebieden veroveren --> eigen regering invoeren
  • Tabak
  • Koffie
  • Rubber
  • Aardolie

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Europese wereldrijken
Europese landen krijgen meer macht over kolonies: 
  • Modern Imperialisme 

Waarom deden de Europese landen dit?
  • Geld verdienen (winst)
  • Blank Superioriteitsgevoel

Slide 34 - Tekstslide

Vorige les
  1. Wat wordt er bedoeld met Modern Imperialisme?
  • Europese machtuitbreiding in de kolonien in 19e eeuw

2. Waarom waren de kolonien zo belangrijk voor de Europeanen?
  •  Geld verdienen
  • Blank Superioriteitsgevoel

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Afrika en Azië
Nederland was de baas in Indonesië
  • Maar Frankrijk en Engeland waren de belangrijkste landen

Kolonien in Afrika en de rest van Azie

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide