Mavo3 HS3.4 waterkracht

Hst 3.4 "Waterkracht"
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeNatuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hst 3.4 "Waterkracht"

Slide 1 - Tekstslide

Lessen tot de vakantie
* practicum 
* HS 3 Energie - vandaag laatste les (waterkracht).
* HS 5 Licht (ED-toets op 3 juni voor wie Nask1 of 2 in het profiel kiest)
* HS 1 Krachten
* HS 8 Straling (ED-toets in PTA 4 week)

Lessen zijn verplicht, huiswerk maken alleen als je natuurkunde/scheikunde in je profiel houdt

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de werking van een waterkrachtcentrale beschrijven.
  • Je kunt zwaarte-energie beschrijven.
  • Je kunt de zwaarte-energie van een voorwerp berekenen.
  • Je kunt het rendement van een waterkrachtcentrale berekenen.

Slide 3 - Tekstslide

vandaag

filmpje
samen lezen
lezen
uitleg over 3.4

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

We gaan nu § 3.4 lezen
Lees bladzijde 60, 61 en 62 (nog) eens goed door!!!

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Zwaarte energie

Ez = m · g · h

Ez = zwaarteenergie in Joule (J)

m = massa in kilogram (kg)

g geeft aan hoe hard er aan elke kg wordt getrokken
op aarde is dit afgerond 10 N/kg (in NL 9,81 N/kg)

h = hoogte in meter (m)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Oefenvraag


Een schooltas met een massa van 3,5 kg wordt anderhalve meter opgetild. Bereken hoeveel zwaarteenergie deze schooltas heeft gekregen.


Probeer hem zelfstandig te maken. Je hebt 2 minuten de tijd.

timer
2:00

Slide 11 - Tekstslide

Oplossing
  1.  schrijf de formule op 
  2. Vul de formule in 
  3. +4 antwoord met eenheid 
   5. Eindzin. De tas heeft 52,5 J zwaarte energie gekregen.
   6. Controleer altijd of de eenheden goed zijn.
        Check ook het stappenplan. En is je antwoord logisch?

Ez=mgh
Ez=3.5101.5
Ez=52,5J

Slide 12 - Tekstslide

Theorie uit boek

Slide 13 - Tekstslide

Met Ez = m x g x h bereken je.....
A
de zwaartekracht
B
de zwaarte energie
C
de hoogte
D
de massa

Slide 14 - Quizvraag

Vul het ontbrekende woord in:
In een dynamo wordt .......... energie omgezet in elektrische energie!
A
chemische
B
bewegings
C
elektrische

Slide 15 - Quizvraag

5 liter water valt van een hoogte van 7 meter naar beneden. Bereken de zwaarte-energie
A
350 joule
B
3500 joule
C
35 watt
D
350 watt

Slide 16 - Quizvraag

Fossiele energie is chemische energie, maar wat is geen fossiele energie in dit rijtje?
A
Aardgas
B
Biogas
C
Aardolie
D
Steenkool

Slide 17 - Quizvraag

De formule voor zwaarte energie is:
A
Ez = P x t
B
Ez = m x g
C
Ez = U x I
D
Ez = m x g x h

Slide 18 - Quizvraag

De eenheid van energie is
A
Joule
B
Watt
C
Kilogram
D
Liter

Slide 19 - Quizvraag

Welke vormen van Energie zijn er op aarde?
A
Belasting, vermogen en schulden.
B
Suikers, drop, RedBull, zuurtjes.
C
Warmte, mechanische, elektrische en straling.
D
Bruine, blauwe, groen/geel en zwart.

Slide 20 - Quizvraag