Week 36 les 1 Havo 3

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Week 36 les 1 Havo 3

- Herhaling: welke 5 manieren 

moet je kennen om met procenten

te rekenen? 

- Huiswerk bespreken (vragen?)

5 manieren, welke ken je?

5 manieren (samenvatting)

1 Een getal berekenen met een percentage (bijv. korting) 

2 Zelf het percentage berekenen: ( deel / geheel ) x 100

3 Stijging of daling berekenen in %: ( nieuw - oud ) / oud x 100 

4 Prijsverschil in % van hetzelfde product berekenen op 2 verschillende plekken

5 Zelf terugrekenen naar 100% (van een lager percentage)

Een broek kostte eerst €49,95. Ik krijg 30% korting. Wat kost deze nu?

Een nieuwe leraar economie op een school heeft 5 klassen met gemiddeld 26 leerlingen per klas (afgerond). Op de school zitten in totaal 1100 leerlingen.

De leraar vraagt zich af hoeveel procent van de leerlingen die op school zitten, hij in de klas heeft.

Iemand verdiende eerst €3.000 in de maand. Doordat er minder werk is te doen, gaat hij minder werken. Hij verdient dan nog maar €2.800 in de maand. Hoeveel procent is hij minder gaan verdienen?

Een leraar wil zijn favoriete gel zo goedkoop mogelijk kopen. Bij de kapper kost een potje €18,95. Nu ziet de leraar een potje online ergens voor €14,95. Hoeveel % is deze gel online goedkoper?

Iemand werkt 75% van het maximale aantal uren dat hij kan werken. Hiermee verdient hij €2.350 per maand. Hij gaat hierna 100% van het aantal uren dat hij kan werken, werken (dat wil zeggen: voltijd, of fulltime).

Wat gaat hij nu per maand verdienen?

Vragen over huiswerk?

0.1  A, F

0.2 A, D

0.4 A, B

0.5 A, C

Nog vragen?

- Graag verder werken met de opgaven

- Vragen stellen bij moeilijkheden

- Volgende keer t/m 0.6 A, C af (B mag ook)

- Les met klas delen in 

LessonUp (samen doen)