Quiz Oriëntatie Gezondheidszorg

Quiz Oriëntatie Gezondheidszorg
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Quiz Oriëntatie Gezondheidszorg

Slide 1 - Tekstslide

De gezondheidszorg!

Slide 2 - Woordweb

Transmurale zorg
A
Zorg binnen de muren van een instelling
B
Combinatie van zorg thuis en in een instelling

Slide 3 - Quizvraag

Bij vraaggerichte zorg bepaalt de zorgverlener de inhoud en de organisatie van de zorg
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent multidisciplinaire zorg?
A
Zorg vanuit verschillende disciplines
B
Zorg vanuit verschillende organisaties
C
Zorg vanuit meerdere opleidingsniveaus
D
Zorg vanuit niveau 4 of hoger

Slide 5 - Quizvraag

Wat is intramuraal?
A
Zorg bij iemand thuis
B
Zorg binnen een instelling
C
geen van beide
D
beide antwoorden zijn goed

Slide 6 - Quizvraag

Verpleeghuiszorg valt onder de intramurale zorg. Wat is intramurale zorg?
A
Zorg buiten de muren van een instelling
B
Zorg binnen de muren van een instelling
C
zorg voor ouderen
D
zorg in het algemeen

Slide 7 - Quizvraag

In welke sectoren word persoonsgerichte zorg toegepast?
A
ZKH, GGZ en GHZ
B
ziekenhuis.
C
ZKH, GGZ,GHZ en VVT
D
GGZ

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een zelfsturend team?
A
Zonder manager
B
Met manager maar ze maken zelf de beslissingen
C
Iedereen werkt zelfstandig
D
één teamlid stuurt het team aan

Slide 9 - Quizvraag

extramurale zorg
A
zorg buiten de muren, zorg in je eigen huis
B
zorg binnen de muren, je woont in een instelling
C
ook wel ketenzorg genoemd is een combi van intra en extramurale zorg. meerdere bieden zorg aan
D
overdag naar een instelling voor een behandeling maar je woont en slaapt thuis

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een CAO?
A
Centrale Arbeidsovereenkomst
B
Collectieve Arbeidsonderneming
C
Centrale Arbeidsonderneming
D
Collectieve Arbeidsovereenkomst

Slide 11 - Quizvraag

Wet BIG
A
Is bedoeld om kwaliteit van verpleeghuizen te bewaken
B
Beschermt cliënten tegen ondeskundigheid
C
Wordt niet in alle gemeenten erkend
D
Alle antwoorden zijn onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Waar staat de afkorting AVG (van de AVG-wet) voor?
A
Algemene verdenking gegevensbescherming
B
Algemene verordening gegevensbewaking
C
Algemene verordening gegevensbescherming
D
Algemene verandering gegevensbescherming

Slide 13 - Quizvraag

Wat houdt WGBO in ?
A
Wat er in het zorgdossier moet staan
B
De rechten en plichten van clienten en zorgverleners

Slide 14 - Quizvraag

Voor wie is de wet BIG?
A
Patiënten
B
Zorgverleners
C
Collega's

Slide 15 - Quizvraag