Les 9; Oogletsel en oefen casus

EHV          les 9
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

EHV          les 9

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud van deze les
* Oogletsel en hersenschudding. 
* Oefen casus een cliënt veilige omgeving
* Oefen casus EHV
* Kennis quiz
* Evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Oogletsel
Het oog is erg kwetsbaar. In alle gevallen moet je ermee naar een (oog)arts. Dit neemt niet weg dat je eerste hulp kunt verlenen. Doe dat wel zorgvuldig.



Kun je een voorbeeld geven van oogletsel? 

Slide 3 - Tekstslide

EHBO bij oogletsel
Zo help je een slachtoffer voordat je hem naar de dokter brengt:
  • Voorkom dat het slachtoffer in het oog wrijft.
  • Dek het oog af met een kapje of half plastic bekertje dat het oog niet raakt.
  • blauw oog door een stomp of stoten; Als er verder geen problemen zijn met zien kun je het oog koelen met een natte doek (geen ijs gebruiken vanwege de kans op bevriezing van het oog).
  • verbranding van het oog; 10 minuten spoelen onder lauw, zacht stromend water.
  • bijtende stof in het oog; 30 minuten spoelen onder lauw, zacht stromend water









Slide 4 - Tekstslide

Hersenschudding

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een hersenschudding?
A
Een schudding van de hersenen.
B
Een klein hersenletsel.
C
Beide zijn juist
D
Nee joh, iets heel anders.

Slide 6 - Quizvraag

3

Slide 7 - Video

01:18
Wat zijn de signalen van een hersenschudding?

Slide 8 - Open vraag

01:51
Noem hier een voorbeeld van.

Slide 9 - Open vraag

02:50
Wat doe je bij minder heftig letsel?
A
Koelen
B
Contact opnemen met de huisarts
C
Laten rusten
D
Alles is juist

Slide 10 - Quizvraag

Oefen casus 1
  • Maak een groepje.
  • Bespreek in je groepje hoe je het beste met dit probleem kunt omgaan.
  • Kies een woordvoerder.
  • De woordvoerders van de groepjes brengen om de beurt de oplossing van hun groepje naar voren. De andere groepjes geven feedback op de gevonden oplossingen.

Slide 11 - Tekstslide

Casus
Je cliënt heeft ernstige reuma waardoor hij zich moeizaam beweegt. Hij zit bij mooi weer graag buiten in zijn rolstoel te roken. Het is je opgevallen dat hij veel schroeiplekken op zijn kleding heeft en kleine gaatjes. Je bent bang dat dit een keer fout gaat en dat zijn kleding een keer in brand vliegt.

Slide 12 - Tekstslide

Oefen casus 2
Mike is welzijnswerker. Op zijn vrije dag laat hij zijn hond uit in het park. Verderop loopt een ouder echtpaar van dik over de 70, ook met een hond.



Slide 13 - Tekstslide

Terwijl hij met zijn hond aan het dollen is, ziet Mike dat de oudere man plotseling in elkaar zakt. Mike aarzelt geen moment en rent erop af. Hij constateert dat er geen ademhaling is en voelt geen hartslag. Mike begint direct met reanimeren. Helemaal in paniek probeert de vrouw hem bij haar man weg te trekken. Ze roept: ‘Niet doen, niet reanimeren! Hij heeft een ernstige ziekte en dat zou hij nooit gewild hebben. Hij heeft thuis een reanimatieverklaring.’

Slide 14 - Tekstslide

Dilemma:
Wat moet Mike doen?
A
Hij gaat door met reanimeren. Als EHBO’er mag hij immers niet beslissen over wel of niet reanimeren.
B
Hij snapt de echtgenote en stopt met reanimeren. Hij kon immers niet weten dat de man ernstig ziek is.

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de eerste reactie die bij je opkomt na het lezen van het dilemma?

Slide 16 - Open vraag

Wie zijn de betrokkenen en wat zijn hun belangen en/of wensen?

Slide 17 - Open vraag

Welke waarden en normen spelen er bij jezelf, de vrouw en bij Mike?

Slide 18 - Open vraag

Welke voor- en nadelen heeft optie 1?
En optie 2?

Slide 19 - Open vraag

Welke opties kun je zelf nog bedenken? Welke voor- en nadelen heeft deze interventie?

Slide 20 - Open vraag

Kennisquiz

We gaan een quiz maken via Nearpod. 

Slide 21 - Tekstslide

Evaluatie
Wil je nog wat vertellen/ zeggen over deze LA? 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide