Woche Les 2: Lesen

im Einsatz
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

im Einsatz

Slide 1 - Tekstslide

Inhalt dieser Stunde
1. Vokabeln
2. Signalwörter
3. Helfer auf vier Pfoten
4. An die Arbeit 


Ziel(e):
  • Je kunt in een artikel nieuwe informatie en specifieke details vinden.
  • Je kent enkele signaalwoorden en bijbehorende tekstverbanden.

Slide 2 - Tekstslide

Vokabeln
Wie heißt das Wort auf Deutsch?

Slide 3 - Tekstslide

1/10 Übersetze das Wort: Absatz
> Was ist das Thema des 4. Absatzes?
A
woord
B
zin
C
afwerking
D
alinea

Slide 4 - Quizvraag

2/10 Übersetze das Wort: Gelände
A
terrein
B
geland
C
uitrusting
D
gelaagd

Slide 5 - Quizvraag

3/10 Übersetze das Wort: die Stelle
A
de stelling
B
de plek
C
de stellage
D
het stel

Slide 6 - Quizvraag

4/10 Übersetze das Wort: Begründung
A
argumentatie
B
benadrukking
C
beperking
D
conclusie

Slide 7 - Quizvraag

5/10 Übersetze das Wort: Absatz
die Voraussetzung
A
de gedachte
B
de opening
C
de voorwaarde
D
de bezigheid

Slide 8 - Quizvraag

6/10 Übersetze das Wort: Absatz
Ausbildung
A
opleiding
B
snelheid
C
zalm
D
graan

Slide 9 - Quizvraag

7/10 Übersetze das Wort: notwendig
Daher ist es ebenso notwendig.
A
nuttig
B
behoefte
C
nodig
D
noodzakelijk

Slide 10 - Quizvraag

8/10 Übersetze das Wort: geeignet sein
A
geschrokken zijn
B
ongeschikt zijn
C
opgeleid zijn
D
geschikt zijn

Slide 11 - Quizvraag

9/10 Übersetze das Wort: unersetzlich
A
ongebruikelijk
B
onvervangbaar

Slide 12 - Quizvraag

10/10 Übersetze das Wort: trotzdem
A
desondanks
B
trots zijn op

Slide 13 - Quizvraag

signaalwoorden

Slide 14 - Tekstslide

1/4 Signaalwoorden/Tekstverbanden: denn
Den typischen Rettungshund gibt es nicht, denn die Fähigkeiten, die für den Einsatz notwendig sind, haben alle Hunde.
A
uitbreiding/opsomming
B
reden/oorzaak
C
tegenstelling
D
gevolg/conclusie

Slide 15 - Quizvraag

2/4 Signaalwoorden/Tekstverbanden: komma + und
Sie müssen gesund, gewandt, nervenstark und lernfreudig sein.
A
uitbreiding/opsomming
B
reden/oorzaak
C
tegenstelling
D
gevolg/conclusie

Slide 16 - Quizvraag

3/4 Signaalwoorden/Tekstverbanden: wenn
Wenn ein Hund ein Gebiet von etwa einem Quadratkilometer abgesucht hat, ohne zu bellen, weiß der Hundeführer, dass auf diesem Gelände kein Mensch liegt.
A
voorwaarde
B
reden/oorzaak
C
voorbeeld geven
D
gevolg/conclusie

Slide 17 - Quizvraag

4/4 Signaalwoorden/Tekstverbanden: damit
Der Polizeihund bekommt eine Ausbildung, damit er seinen Hundeführer beschützen kann.
A
voorbeeld
B
reden
C
gevolg/conclusie
D
uuitbreiding/opsomming

Slide 18 - Quizvraag

Helfer auf vier Pfoten
Wovon handelt der Text?

Bei welchen Tätigkeiten können die Hunde den Menschen helfen?

Slide 19 - Tekstslide

Fragen
Wovon handelt der Text?
Ik denk dat de tekst over het gebruik van honden bij reddingsacties gaat.


Bei welchen Tätigkeiten können die Hunde den Menschen helfen?
De honden kunnen bijvoorbeeld blinde mensen ondersteunen, maar ze werken ook bij de politie of douane. In de bergen helpen de honden mensen in een lawine te vinden.


Slide 20 - Tekstslide

Lesen
Mache:
K4 Teil B tekst 2 (Seite 167/168)

Bedingungen:
Maak de tekst a.d.h.v. de voorwaarden.
timer
20:00

Slide 21 - Tekstslide

Antworten
4 De hond moet vriendelijk tegenover mensen en andere honden zijn.
5 A
6 De hond heeft een gebied van 1 km2 doorzocht en hij heeft niet geblaft.
7 Het zoeken naar mensen, die hulp nodig hebben.
8 C
9 C
10 1 niet, 2 wel, 3 wel, 4 niet
11 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Tiere werden in verschiedenen Therapien für Behinderte eingesetzt (z.B. Pferde, Delfine, Katzen). Auch unterstützen sie die Polizei (z.B. Pferde, Hunde).


Slide 22 - Tekstslide

Antworten Aufgabe 8
1 geschikt
2 soortgenoten
3 lukt
4 staken over
5 het gebied
6 takenpakket
7 onvervangbaar
8 gekeurd
9 vertrouwen

Slide 23 - Tekstslide

An die Arbeit!
Was?
Wähle aus:
1. Kapitel 4 Teil B Text 1 (online/Buch)
2. Woots > Kijk- en Luistertoets oefenen (online)
3. Kapitel 4 Teil A Hören/Sehen (online)
Wie?
individuell
Wie lange?
Tot aan het einde van de les
Fertig?
Hausaufgaben: Kapitel 4 - Teil A+B

Presentatie-video inleveren
Kijkdagboek afronden voor de KLT

Slide 24 - Tekstslide

Hausaufgaben
Video: Presentatie


Übe mit dem Hörtagebuch 


Mache: Teil A + B Kapitel 4
ungefähr 30 Minuten
ungefähr 25 Minuten pro Tag
ungefähr 60 Minuten

Slide 25 - Tekstslide