If - sentences 4GT

'If' sentences 
Lesdoel:
- Ik kan if, will, en would correct toepassen in een zin. 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

'If' sentences 
Lesdoel:
- Ik kan if, will, en would correct toepassen in een zin. 

Slide 1 - Tekstslide

Feiten (of wat altijd waar is)
If you heat ice, it melts
If you eat fast food, you gain weight. 
Water boils if you heat it to 100 C.

Constructie:         if   + present simple   + present simple


Slide 2 - Tekstslide

(bijna) zeker dat iets gaat gebeuren:
Als je (bijna) zeker weet dat iets gaat gebeuren. 

If the weather is fine, we'll go to the park. 
I will buy a ticket if it is not too expensive.

Constructie:    will + het hele werkwoordif + present simple

Slide 3 - Tekstslide

(bijna) zeker dat iets niet gaat gebeuren:
John would go on holiday if he weren't ill. 
If I won the lottery I would buy a car. 

Constructie:  if + past simplewould + het hele werkwoord

Slide 4 - Tekstslide

Veel gemaakte fout:
If I would be rich, I buy a car.
If it will rain, I go to the park. 

If en will/would zo ver mogelijk uit elkaar. 

Slide 5 - Tekstslide

If I .... (tell) her, she ..... (be) angry
A
tell; will be
B
will tell; will be

Slide 6 - Quizvraag

If you ... (have) a better job, you .... (be) much happier.
A
have; will be
B
would have; would be

Slide 7 - Quizvraag

I .... (be) really happy if I .... (get) a gift.
A
would be; got
B
am; will get

Slide 8 - Quizvraag

Is deze zin correct?
"She will be late if the train is delayed."
A
Yes
B
No

Slide 9 - Quizvraag

Is deze zin correct?
"If I see her, I would tell her."
A
Yes
B
No

Slide 10 - Quizvraag

Verbeter de zin:
"If I see her, I would tell her."

Slide 11 - Open vraag