In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
betoog schrijven
Na deze les weet je wat een betoog is en
hoe een betoog is opgebouwd.
Slide 1 - Tekstslide
Wat is het kenmerk v/e betoog?
Een tekst waarbij de schrijver zijn (lezers)publiek wil overtuigen.
Slide 2 - Open vraag
Leerdoelen
Je leert wat een betoog is.
Je leert wat een goede opbouw is van een betoog.
Je leert de begrippen standpunt, argument, tegenargument en weerlegging.
Je leert een betoog schrijven.
Slide 3 - Tekstslide
Opbouw van een betoog
- Besteed tijd aan je titel! Verzin deze op het allerlaatst.
Inleiding met stelling en standpunt.
Kern met argumentatie - Drie argumenten voor jouw mening - (Eén argument tegen met in dezelfde alinea de weerlegging van dat tegenargument)
Slot
Slide 4 - Tekstslide
Titel
Zorg ervoor dat de titel aanspreekt, nieuwsgierig maakt en aansluit bij de tekst.
Daarom is het vaak makkelijker om je titel pas aan het eind te verzinnen!
Slide 5 - Tekstslide
INLEIDING
- Stel een of meer directe vragen / retorische vraag
- Uitdagende openingszin
- Aanleiding voor het betoog (actualiteit)
- Anekdote
- Persoonlijke ervaring
- Definitie of omschrijving: introductie van het onderwerp
- Eindigen met de stelling en je strandpunt!
Begin hier niet direct mee.
Start eerst met de kern, dan de inleiding en uiteindelijk het slot.
Slide 6 - Tekstslide
Wat zet je nietin de inleiding
- Argumenten
- Termen uit de theorie over het betoog (stelling, betoog)
- Algemene opmerkingen: 'zoals iedereen weet...'
- Beginnen met 'ik' doe je NOOIT
Slide 7 - Tekstslide
SLOT
Herhaling van de stelling
Samenvatting (kortom, zoals we zagen, zoals is gebleken)
Conclusie (al met al, dus, derhalve, daarom, concluderend, hieruit volgt)
Aanbeveling of advies (de oplossing zou zijn als, mijn advies is)
Toekomstverwachting
Je mag ook een combinatie maken!
Niet: enkel de samenvatting van de argumentatie
Slide 8 - Tekstslide
SLOT (vervolg)
Je kunt kiezen voor een 'uitsmijter' als laatste zin, zodat jouw tekst beter blijft hangen bij de lezer. Doe dit alleen als je zin ook echt geschikt is, dus ergens op slaat!
Slide 9 - Tekstslide
MIDDENSTUK:
Verdeel het in minimaal drie alinea's (ongeveer gelijke lengte)
Per alinea één argument (3X) (incl. toelichting en voorbeeld)
Licht dit argument toe met voorbeelden, onderzoeksresultaten, citaten van deskundigen, etc..
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Het zal mij verbazen als dit jaar de carnavalsoptocht in Den Bosch doorgaat. [Er wordt namelijk een erg harde wind voorspeld.]
A
Standpunt
B
Argument
Slide 12 - Quizvraag
Marcus is duidelijk te veel bezig geweest met de beest uithangen; nu heeft hij een flinke studievertraging opgelopen!
Wat is het argument in bovenstaande argumentatie?
A
Marcus heeft een flinke studievertraging opgelopen.
B
Marcus is duidelijk te veel bezig geweest met de beest uithangen.
Slide 13 - Quizvraag
[Het Nederlands verloedert] want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
A
Argument
B
Standpunt
Slide 14 - Quizvraag
Ik denk niet dat de PVV veel stemmen zal krijgen bij de verkiezingen, want ik denk dat veel kiezers erg tevreden zijn over het beleid van premier Rutte.
Wat is het standpunt in bovenstaande argumentatie?
A
Ik denk niet dat de PVV veel stemmen zal krijgen bij de verkiezingen
B
Ik denk dat veel kiezers erg tevreden zijn over het beleid van premier Rutte
Slide 15 - Quizvraag
Als je een tegenargument weerlegt, dan ontkracht je het gegeven tegenargument en zeg je dus dat het tegenargument niet klopt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quizvraag
OOK NOG BELANGRIJK:
Let op spelling en interpunctie.
Controleer dit altijd, loop elke zin goed door.
Slide 17 - Tekstslide
Bouwplan
Om het betoog goed op te bouwen is het verstandig om een bouwplan te maken. Hierin beschrijf jullie in het kort wat jullie willen gaan schrijven in het betoog.
Slide 18 - Tekstslide
Eigen mening
Jullie bedenken een eigen mening bij het onderwerp van het betoog.
Slide 19 - Tekstslide
Drie argumenten
Bij het onderwerp zoeken jullie drie argumenten. Deze halen jullie uit de artikelen. Elk argument is een alinea in het betoog.
Bij het schrijven van de kern is het belangrijk om te letten op de juiste verbindingswoorden. Zet die alvast in het bouwplan.
Slide 20 - Tekstslide
Steekwoorden
Per alinea schrijven jullie steekwoorden op die jullie kunnen gebruiken bij het schrijven van je betoog. De steekwoorden kunnen jullie uit de artikelen halen of bedenken de woorden zelf.
Slide 21 - Tekstslide
Slot
Bedenk aan de hand van jullie argumenten en steekwoorden een conclusie.
Herhaal de argumenten in de slotalinea. In het slot zorgen jullie ook voor een leuke uitsmijter.
Slide 22 - Tekstslide
Tekst schrijven
Voeg de tekst samen en controleer de tekst op de eisen van het betoog.
Slide 23 - Tekstslide
Uitleg
Geef uitleg en voorbeelden bij de door jullie genoemde argumenten.