Studiefinanciering les duo

Studiefinanciering: dat regel je zo!
Studiefinanciering hoger onderwijs

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Studiefinanciering: dat regel je zo!
Studiefinanciering hoger onderwijs

Slide 1 - Tekstslide

In welk land is het collegegeld voor 1 jaar (bachelor) het hoogst?
A
Duitsland
B
Engeland
C
Nederland
D
Oostenrijk

Slide 2 - Quizvraag

De volgorde van laag naar hoog (bedragen 2024):  
Oostenrijk (geen collegegeld) 
Duitsland (meeste deelstaten gratis, semesterbeitrag €100 - €350)
Nederland (€ 2.601) 
Engeland (ongeveer £ 9.250 per jaar, rond de € 10.725)
De verschillen in Europa zijn groot, in sommige landen betaalt de overheid alles, in andere landen
betaal je zelf aanzienlijk meer. Nederland is een ‘middenmoter’.
De volgorde van laag naar hoog (bedragen 2024):
  • Oostenrijk (geen collegegeld)
  • Duitsland (meeste deelstaten gratis, semesterbeitrag €100 - €350)
  • Nederland (€ 2.601)
  • Engeland (ongeveer £ 9.250 per jaar, rond de € 10.725) 
De verschillen in Europa zijn groot, in sommige landen betaalt de overheid alles, in andere landen betaal je zelf aanzienlijk meer. Nederland is een ‘middenmoter’.

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel krijgen uitwonende studenten gemiddeld maandelijks van hun ouders?
A
€0-€100
B
€100-€200
C
€200-€300
D
€300-€400

Slide 4 - Quizvraag

Op basis van een berekening door het Nibud uit 2024 is het bedrag gemiddeld: € 317,- per maand.
  • 58% van de ouders draagt bij aan de studiekosten van hun kind.
  • Thuiswonende studenten krijgen € 137,-.
  • Dit bedrag is naast een eventuele bijdrage voor collegegeld, zorgverzekering of huur.

Slide 5 - Tekstslide

Je studeert en woont op kamers. Hoeveel ben je per jaar kwijt aan huur, vaste lasten en levensonderhoud (zonder collegegeld)?
A
€0-€5000
B
€5000-€10.000
C
€10.000-€15.000
D
meer dan €15.000

Slide 6 - Quizvraag

Op basis van gemiddelde bedragen: € 15.636 per jaar.
Per maand geeft de gemiddelde uitwonende student uit:
  • Huur: € 561
  • Boodschappen: € 138
  • Studieboeken en -benodigdheden: € 53
  • Vervoerskosten (naast het studentenreisproduct): € 79
  • Ontspanning, uitgaan en sport: € 228
  • Kleding en schoenen: € 70
  • Zorgverzekering: € 158
  • Telefoon: € 16

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet uit welke onderdelen studiefinanciering voor hbo en universiteit bestaat; 
  • Je weet dat voor hbo en universiteit de basisbeurs, de aanvullende beurs en het studentenreisproduct een prestatiebeurs zijn. Als je binnen 10 jaar een diploma haalt, worden deze onderdelen een gift; 
  • Je weet dat je rente moet betalen als je een lening aanvraagt en hoe dit werkt;
  • Je weet hoe je studiefinanciering kunt aanvragen en stoppen in Mijn DUO;
  • Je weet wat je kunt krijgen, maar ook wat je zelf moet betalen.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Opdracht 1 - Studiefinanciering
  • Gebruik de website duo.nl onderdeel ‘Geld voor school en studie’
  • Schrijf je antwoorden op het werkblad


Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 2 – Wat kun je krijgen? Reken het uit.
Vul de rekenhulp voor jezelf in. Gebruik de rekenhulp via duo.nl:
  • Blauwe blok onderaan de pagina
  • Service
  • Rekenhulpen
  • Rekenhulp studiefinanciering
  • Gebruik de gegevens uit het voorbeeld
Je eindigt in de rekenhulp bij stap 2. 
Laat de rekenhulp daarna open staan voor opdracht 3.

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 3 – Lenen voor je studie
Werk individueel

Schrijf je antwoorden op het werkblad

Vanaf vraag 3B ga je verder in de rekenhulp met Terugbetalen



Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Je bouwt alleen een studieschuld op als je leent.
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 14 - Quizvraag

Niet waar
Doe je een mbo-opleiding op niveau 3 of 4 of een opleiding in het hoger onderwijs? Dan bouw je vanaf de 1e maand dat je studiefinanciering of een studentenreisproduct ontvangt eerst een studieschuld op. Ook als je niet leent. Over deze studieschuld wordt rente berekend. 

Haal je binnen de diplomatermijn van 10 jaar je diploma? Dan worden de basisbeurs, de aanvullende beurs en het studentenreisproduct omgezet in een gift. De daarover opgebouwde rente wordt dan kwijtgescholden. Haal je geen diploma? Dan moet je alles terugbetalen, met rente.

Slide 15 - Tekstslide

Door de rente op je lening wordt je studieschuld iedere maand hoger.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Waar
Als je leent, bouw je een studieschuld op. Door de rente wordt je studieschuld groter. Na je studie moet je daardoor meer terugbetalen dan dat je geleend hebt. Leen daarom nooit meer geld dan je nodig hebt.

Slide 17 - Tekstslide

Het rentepercentage op je studiefinanciering is ieder jaar hetzelfde.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Niet waar
Niet waar. Zolang je studiefinanciering ontvangt, staat het rentepercentage steeds voor 1 kalenderjaar vast. Later, tijdens het terugbetalen van je studieschuld, krijg je elke 5 jaar een nieuw rentepercentage. Zowel tijdens je studie als tijdens het terugbetalen kan je rentepercentage dus hoger of lager worden.

Slide 19 - Tekstslide

Tot slot: aan de slag!
Bekijk de opdracht op je werkblad.
 

Raad de plaatjes en zet ze in de juiste volgorde.

Ga thuis aan de slag met je eigen situatie!


Slide 21 - Tekstslide

Meer weten?

Volg @duostudent op je socials!


DUO website > duo.nl
DUO bellen > 050 599 77 55
DUO bezoeken > op afspraak, zie tinyurl.com/22mxjk6n


Slide 22 - Tekstslide