Relative clauses (who, which, that, whose, -)

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

What is a relative clause?
A
Het is een bekende van je
B
Dat hangt er van af, alles is relatief
C
Het is een bijzin
D
Ik heb geen idee!

Slide 2 - Quizvraag

What do you know about relative clauses?
What are the relative pronouns?

Slide 3 - Woordweb


The thief who robbed an old lady was sent to jail.


Functie: Een betrekkelijke bijzin geeft extra informatie over iets of iemand.



Slide 4 - Tekstslide

Relative pronouns
Relative pronoun verwijst naar:
that
who
whose
whom
which
persoon, dier, ding
persoon
bezit
persoon na preposition
dier, ding
Na een komma gebruik je nooit 'that'

Slide 5 - Tekstslide

Relative pronouns
  • Verwijzen terug naar een eerder genoemd woord
  • Verbinden twee zinsdelen aan elkaar

Martin played Tennis with Sophie, who was slightly injured.





relative pronoun
Noa sold her phone, which was old and damaged.
relative pronoun

Slide 6 - Tekstslide

Relative pronouns
Je kunt een betrekkelijk voornaamwoord weglaten als
  • het al duidelijk is om wie of wat het gaat
  • het pronoun NIET op het onderwerp slaat
  • er een voornaamwoord achter staat







The flowers which he gave me were beautiful.


Persoonlijk: ik, jij, hij, etc.
Bezittelijk: mijn, zijn, onze, etc.
Wederkerend: me, je, zich, etc.
The flowers he gave me were beautiful.

Slide 7 - Tekstslide

We had spaghetti for dinner last night, .... is my favourite meal.
A
whom
B
whose
C
which
D
who

Slide 8 - Quizvraag

The boy ………... cat has just died will stay at home today.
A
whom
B
which
C
whose
D
that

Slide 9 - Quizvraag

To ...... are you writing that letter?
A
whom
B
which
C
whose
D
that

Slide 10 - Quizvraag

This is the woman .......
asked Tim for money yesterday.
A
who
B
which
C
whom
D
whose

Slide 11 - Quizvraag

Do you like the dog .....
is under the table?
A
Who
B
Which
C
whose
D
whom

Slide 12 - Quizvraag

This is the action film ...... I like so much!
A
Who
B
Which
C
That
D
whom

Slide 13 - Quizvraag

Mag hier "that" ?
Thom, .... is in my class, is 15 years old.
A
Yes
B
No

Slide 14 - Quizvraag

Any questions??

Slide 15 - Tekstslide