2.4 WOLKEN EN ONWEER

Wolken en Onweer
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wolken en Onweer

Slide 1 - Tekstslide

Lees H2.4 goed door
Klaar/ test jezelf H2.3 maken.
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Onthoud
• Temperatuur kun je meten met een thermometer. Je hebt vloeistofthermometers, bimetaalthermometers en (analoge) elektronische thermometers.
• Een vloeistofthermometer heeft een reservoir, een stijgbuis en een schaalverdeling. Als de temperatuur stijgt, zet de vloeistof uit en stijgt de vloeistof in de stijgbuis. Op de schaalverdeling kun je de temperatuur aflezen.
• Een bimetaal bestaat uit twee verschillende metalen die stevig aan elkaar zijn verbonden. Doordat de metalen anders uitzetten als de temperatuur stijgt, trekt het bimetaal krom. Het bimetaal brengt een wijzer in beweging die langs een schaalverdeling beweegt.
• Als de temperatuur van een gas in een afgesloten ruimte toeneemt, zal de druk toenemen.
• De temperatuur kan niet lager worden dan het absolute nulpunt. Het absolute nulpunt is −273 °C. De kelvinschaal begint bij het absolute nulpunt. 0 kelvin (0 K) komt dus overeen met −273 °C.
• Je vindt de temperatuur in K door 273 op te tellen bij de temperatuur in °C. Omgekeerd vind je de temperatuur in °C door 273 van de temperatuur in K af te trekken.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • 2.4.1 Je kunt met behulp van een grafiek bepalen hoe hoog het dauwpunt is.
  • 2.4.2 Je kunt uitleggen van welke factor de hoogte van het dauwpunt afhangt.
  • 2.4.3 Je kunt stap voor stap beschrijven op welke manier stapelwolken ontstaan.
  • 2.4.4 Je kunt het verschil beschrijven tussen mooiweerwolken en buienwolken.
  • 2.4.5 Je kunt beschrijven op welke manier de bliksem en de donder ontstaan.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Dauwpunt
De temperatuur waarbij waterdamp 
in de lucht gaat condenseren heet 
het dauwpunt. Het dauwpunt hangt 
af van de hoeveelheid vochtigheid 
in de lucht: hoe meer vocht in de lucht,
hoe hoger het dauwpunt ligt. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Hoe onstaat een wolk?
De zon verwarmt het zeewater, het vloeibare water verandert in waterdamp. Als de lucht met waterdamp afkoelt, treedt er condensatie op en ontstaat er een wolk
Hoe onstaat neerslag in een wolk?
Neerslag ontstaat als miljarden zwevende druppeltjes en ijsdeeltjes in wolken aan elkaar gaan kleven. Ze worden te zwaar en vallen naar beneden.

Slide 9 - Tekstslide

Stapelwolken ontstaan door warme
lucht die uitzet. Bij het dauwpunt 
gaan de lucht condenseren 
(vlakke onderkant)
maar de bellen warme lucht stijgen nog verder, zo stapelen de wolken zich op.

Slide 10 - Tekstslide

0

Slide 11 - Video

MooiWeerWolken

Slide 12 - Tekstslide

SlechtWeerWolken

Slide 13 - Tekstslide

0

Slide 14 - Video

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Statische lading
  • Elektrische lading komt voor op twee manieren, positief en negatief.
  • Elektrische lading kan ontstaan door wrijving.
  • als de lading ontstaat door wrijving noemen we dat 
       statische elektriciteit
  • Kijk voor uitleg naar het volgende filmpje

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Hoe werkt die bliksemafleider??

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Zelfstandig werken
Lees en maak alle opgaven van H2.4 op blz. 105 t/m 113
timer
20:00

Slide 21 - Tekstslide

Onthoud
• Als lucht afkoelt, zal de waterdamp bij een bepaalde temperatuur gaan condenseren. Deze temperatuur noem je het dauwpunt. Om het dauwpunt te bepalen kun je een grafiek gebruiken.
• Op sommige plekken wordt lucht meer door het aardoppervlak verwarmd dan op andere plekken. Lucht die warm wordt zet uit. Hierdoor heeft deze warme lucht een lagere dichtheid dan de omringende lucht. De warme lucht zal omhoog bewegen in een luchtbel. De lucht in die bel koelt af als hij stijgt. Op een gegeven moment komt de temperatuur onder het dauwpunt. Hierdoor zal de waterdamp in de bel condenseren en ontstaan er waterdruppels. De luchtbel is nu zichtbaar als een stapelwolk.
• Als de opstijgende lucht veel warmer is dan de omringende lucht, zal de luchtbel een grote hoogte bereiken. Zo ontstaan grote, hoge wolken. Boven in de wolken vormen zich ijskristallen. Als de ijskristallen te zwaar worden, vallen ze naar beneden en bereiken ze de aarde in de vorm van neerslag.

Slide 22 - Tekstslide

Onthoud
• Onweersbuien ontstaan als luchtbellen met grote snelheid opstijgen. Doordat de lucht in een onweerswolk sterk in beweging is en de ijskristallen en waterdruppels tegen elkaar botsen, wordt de wolk elektrisch geladen.
• Als de elektrische spanning tussen de wolk en het aardoppervlak te groot wordt, kan een enorme vonk overspringen. Dit is een bliksemstraal. De temperatuur rond een bliksemstraal loopt sterk op. Hierdoor zet de lucht in korte tijd sterk uit. Daardoor ontstaat een geluidsgolf. Deze hoor je als donder.

Slide 23 - Tekstslide