h2b : pouvoir/vouloir / imparfait

le 13 décembre
- herhaling imparfait
-correctie oefening 9 en 10
- herhaling pouvoir
- het werkwoord vouloir
-trainen pouvoir en vouloir met verbuga.eu
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

le 13 décembre
- herhaling imparfait
-correctie oefening 9 en 10
- herhaling pouvoir
- het werkwoord vouloir
-trainen pouvoir en vouloir met verbuga.eu

Slide 1 - Tekstslide

Imparfait (o.v.t)

Slide 2 - Tekstslide

Imparfait
Onderwerp 
Uitgang 
Voorbeeld 
Je
- ais
Je parlais 
Tu 
- ais
Tu parlais
Il / Elle / On 
- ait
Elle parlait
Nous
- ions
Nous parlions  
Vous 
- iez
Vous parliez 
Ils / Elles
- aient
Ils parlaient 

Slide 3 - Tekstslide

exercises 9 et 10

Slide 4 - Tekstslide

9. 1 Nous aimons regarder un film.
2. C’est un samedi.
3. Ils organisent une soirée surprise.
4. Tu prépares le dîner?
5 Mes grands-parents ont un grand jardin.
6 vous êtes au courant, Damien et Clarisse?
Vous
7 J’ai une grippe.
8 Que fais-tu ici?


1. nous aimions regarder un film
2. c'était un samedi
3. ils organisaient une soirée surprise
4. tu préparais le dîner
5. mes grands-parents avaient un grand jardin
6. vous étiez au courant, D et C?
7. j'avais une grippe
8. que faisais-tu ici?

Slide 5 - Tekstslide

1 Tu regardAIS la télé
2 Maman  écoutAIT la radio.
3 Je jouAIS au foot
4 Ils organisAIT une soirée surprise.
5  Nous arrivIONS vers 9 heures.
6 Vous travaiIEZ tous les samedis.
7 Elle réservAIT  une chambre.
8 Vous passIEZ   quelques jours à B.
9 Julie et Clarisse étAITENT libres.
10 Les garçons avAIENT un animal.
11 Nous faisIONSdu sport.
12 Mon père aimAIT jouer du piano
1. jij KEEK tv
2. mama luisterde naar de radio
3. ik voetbalde
4. hij organiseerde een surpriseparty
5. wij kwamen rond 9 uur aan
6. jullie werkten iedere zaterdag
7. zij reserveerde een kamer
8. u bracht enkele dagen door in B
9. J en C waren vrij
10 de jongens hadden een beest
11. wij deden aan sport
12. mijn vader hield van pianospelen.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

je peux- ik kan
tu peux- jij kunt
il/elle/on peut- hij /zij/men kan
nous pouvons- wij kunnen 
vous pouvez- jullie kunnen
vous pouvez - u kunt
ils peuvent- zij kunnen
PC
j'ai pu - ik heb gekund
tu as pu - jij hebt gekund
il/elle/on a pu - hij / zij men heeft gekund
nous avons pu- wij hebben gekund
vous avez pu- u heeft/ jullie hebben gekund
ils/elles ont pu- zij hebben gekund
imparfait : 
je pouvais- ik kon
tu pouvais- hij kon
il/elle/on pouvait- hij /zij/men kon
nous pouvions - wij konden
vous pouviez- jullie konden/ u kon
ils/elles pouvaient- zij konden

Slide 8 - Tekstslide

      kunnen          willen

Slide 9 - Tekstslide

vouloir

Slide 10 - Tekstslide

vertaal :
je voulais
A
ik kon
B
ik wil
C
ik heb gewild
D
ik wilde

Slide 11 - Quizvraag

vertaal : ik kan

Slide 12 - Open vraag

vertaal : hij wilde

Slide 13 - Open vraag

vertaal : nous avons voulu

Slide 14 - Open vraag

vertaal : elles voulaient

Slide 15 - Open vraag

vertaal : nous pouvons

Slide 16 - Open vraag

vertaal: u kon

Slide 17 - Open vraag

maak de grammaticatrainer onder les 4
huiswerk voor de volgende les ; 
afmaken les 4 op epack
Leren : vocabulaire (woorden op gele blz) les 3 en 4 van hoofdstuk 3

Slide 18 - Tekstslide

les mois de l'année

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide